Overweging Frans Woortmeijer

“De mens leeft niet van brood alleen”

Eerste lezing: Exodus 16 2-4; 12-15

Tweede lezing: Johannes 6 24-35

Overweging  

1

“Het volk wil brood en spelen”. Ik denk dat de meeste parochianen hier aanwezig oud genoeg zijn om dit liedje van Jules de Corte te kennen. Maar de uitdrukking is veel ouder. Hij komt van de Romeinse dichter Juvenalis: “Panem et circenses“.

 

Op de keeper beschouwd is dat een beledigende uitdrukking om het volk te omschrijven. Maar is ze daarom ook onjuist? Spelen genoeg: Eerst het EK-voetbal, nu de Olympische Spelen, tussendoor de     Formule 1, de Tour de France…. Het volk zit aan de buis en al deze spelen vormen het gesprek van de dag op straat en in de huiskamer.

En dan dat brood: hoe belangrijk is eten niet tegenwoordig. Onze Watergraafsmeer alleen al telt misschien wel honderd restaurantjes en die zitten elke avond vol.

 

Je zou bijna vergeten dat er misschien wel belangrijker dingen zijn dan eten en spelen. “De mens leeft niet van brood alleen”, zegt Jezus in de evangelielezing.

 

2

Vorige week hoorden we in het evangelie over de wonderbare broodvermenigvuldiging. Vandaag gaat Jezus in gesprek met degenen die hij gisteren te eten heeft gegeven en hij verwijt de mensen dat zij er eigenlijk niets van begrepen hebben. Hij gaat zelfs met hen in discussie wanneer zij verwijzen naar Mozes die tijdens de tocht door de woestijn zorgde voor het manna, brood uit de hemel. Jezus verwijt zijn toehoorders dat zij niet begrepen hebben wat de betekenis is van het feit dat hij hen allen te eten heeft gegeven. Van die paar broden en visjes, die opeens genoeg bleken om de honger van een paar duizend mensen te stillen. Het lijkt er op, zei hij, dat het alleen maar hun honger gestild heeft, evenals het manna bij Mozes in de woestijn, terwijl hij dit wonder  bedoelde als teken dat een mens juist niet leeft van brood alleen. Het gaat Jezus om een manier van leven, een andere manier van leven.

 

3

In onze tijd zou je bijvoorbeeld kunnen kijken naar de voedselbank. Je zou de voedselbank kunnen beschouwen als een instelling die er voor zorgt, dat niemand hoeft om te komen van de honger. Al is het cynisch genoeg dat met de brokken van onze overvloed nog heel wat monden gevoed kunnen worden! Maar je kunt de voedselbank ook zien als een signaal, een teken dat er in onze samenleving iets behoorlijk mis is, wanneer een grote groep mensen niet in de gelegenheid is om in zijn onderhoud te voorzien. Dan is die voedselbank opeens niet meer een instelling om honger te stillen, maar een profetische aanklacht tegen onze samenleving.

 

4

Zo kun je ook kijken naar de manier waarop wij in Nederland vluchtelingen opvangen. Kijk naar Ter Apel, waar elke dag meer dan het aantal van 2000 toegestane vluchtelingen moeten worden gehuisvest. Kijk naar de domme beslissing van onze regering om de spreidingswet in te trekken. Kijk naar het cynische vluchtelingenbeleid dat we van onze nieuwe regering mogen verwachten.
In een fatsoenlijke samenleving moet je natuurlijk zorg dragen voor een humane opvang, maar het simpele feit dat er zoveel vluchtelingen zijn is vooral een teken aan de wand. Blijkbaar is wereldwijd het politieke en economische bestel niet in staat om armoede en geweld uit te bannen. En het is opvallend dat juist religies daarbij vaak mede oorzaak zijn van allerlei conflicten en tegenstellingen. Dat moet te denken geven.

5

Ieder van ons weet hoeveel goede doelen bijna dagelijks aankloppen voor een bijdrage en de belastingdienst faciliteert dat zelfs. En voor je eigen gemoedsrust geef je naar vermogen of naargelang je stemming. Maar zien wij al die goede doelen ook als een teken? Een teken dat ons geld wordt gevraagd voor iets wat er eigenlijk “gewoon zou moeten zijn”, maar wat in onze welvarende samenleving kennelijk als een “overbodige luxe” wordt gezien.

6

Wanneer Jezus zegt dat Hij het brood des levens is dan gaat het om zijn levenshouding. Hij heeft oog voor zieken en gehandicapten, hij eet met tollenaars en zondaars, hij stuurt zijn leerlingen op pad zonder dubbele kleding, zonder reiszak, zonder voedsel of geld. Ze moeten vertrouwen op de gastvrijheid van de mensen onderweg, zoals dat in vroeger tijden gebeurde tijdens pelgrimstochten. Pas dan krijg je oog voor wat er werkelijk leeft bij mensen.

 

7

Ook uit de eerste lezing valt een wijze les te putten. Als de Israëlieten zich beklagen dat ze honger hebben, geeft God hen brood en vlees. Maar hij maakt het ze niet helemaal te makkelijk. De Israëlieten moeten het wel zelf verzamelen. Wie in zijn tent op zijn bed blijft liggen heeft die dag geen eten. Ook is het brood maar één dag goed. Je kunt het niet opsparen, de volgende dag moet je er weer op uit om nieuw voedsel te vergaren.

Er is voor iedereen genoeg manna. Wie veel verzamelt, heeft genoeg. Wie minder kan meenemen, komt toch niet te kort. Er mag met elkaar gedeeld worden. God wil dat we met elkaar verbonden zijn, dat we elkaar helpen. Dat we dat, wat we van Hem ontvangen hebben niet voor onszelf houden. Want het gaat erom dat iedereen genoeg heeft.

Dat houdt in dat je verantwoordelijk bent. De Heer geeft het volk verantwoordelijkheid. Hij zorgt dat het brood er is. En nu moet jij aan de bak! Je kunt in je tent blijven. Dan heb je geen eten.

Of je denkt: “ik haal wel voor drie dagen, dan hoef ik me geen zorgen te maken”. Maar zo werkt het niet in het geloof. Je zult merken dat de volgende dag het eten bedorven is. Jouw verantwoordelijkheid, is dat je elke dag zorgt dat je genoeg hebt. En voor de een zal dat meer zijn, voor een ander minder. Dat staat er, maar voor iedereen is er wel genoeg. De vraag is dan ook niet of God genoeg geeft, maar of we genoeg verzamelen. En of we dat met elkaar delen.

 

8

Kortom, we hebben elkaar nodig. Ik heb jou nodig, jij hebt mij nodig. Zonder hulp van en aan elkaar zijn we maar niets.

Ieder mens heeft een stukje bemoediging nodig: een klop op de schouder, een open gesprek, een stevige handdruk, een blik die blij maakt, iemand die kan meeleven, iemand met begrip en bekommerd met vreugde en met pijn. We hebben het allemaal broodnodig. En gelukkig de plek waar je mensen ontmoet die je dat geven.

Ieder mens kan maar écht mens zijn bij de genade van de anderen. We zijn het aan elkaar verplicht. Het is zo bijzonder fijn dat dit spontaan kan gebeuren in de hartelijkheid die de één de ander schenkt.

We hebben het allemaal broodnodig en we kunnen het elkaar geven want dit brood is niet duurder geworden.

Amen

Geloofsbelijdenis geschreven door abt Ton Baeten

 

Ik geloof in een kerk

die haar deuren wijd openzet,

waar ieder welkom is

en niemand buitengesloten wordt,

 

die geen onderscheid maakt

tussen man en vrouw,

tussen goed en slecht,

waar ieder heilig en zondig is,

 

die geen rangen en standen kent,

maar waar allen van hoog tot laag

werkelijk broeders en zusters van elkaar zijn,

 

die haar eigen grenzen overschrijdt

en een Tafel bereidt voor allen

die zich tot Jezus Christus bekennen,

 

die het Woord van God in dialoog belijdt

en waar communio hand in hand gaat

met communicatie,

 

die niet heerst maar dient,

waar recht gedaan wordt aan allen,

 

die niet denkt aan eigen roem,

maar de kleinen eert

en hen optilt uit hun vernedering,

 

die op uittocht is uit het land van slavernij

en op weg is naar werkelijke bevrijding voor allen,

 

die haar crisis te boven komt

en blijft getuigen van de hoop

die in haar leeft.

Vieringen

Zondag
10:30 uur: Liturgieviering. Dit kan afwisselend een eucharistie- of een woord en communieviering zijn. Zie hiervoor het liturgierooster,waar u ook nadere informatie vindt over de voorganger en het dienstdoende koor.

Contact

Parochie H.H. Martelaren van Gorcum
Linnaeushof 94
1098KT Amsterdam
Bereikbaar via voicemail op 020-6653830
E-mailadres:  secretariaat@hofkerk.amsterdam

 

U kunt ook het contactformulier gebruiken.