Waaraan herken je een bekende, die je tijdens een wandeling tegenkomt? Aan het kapsel, de kleur van de jas, haar of zijn postuur, of de manier van lopen? Dit brengt mij tot de vraag, waaraan zouden wij – hier vandaag op zondag – Jezus aan herkennen? Misschien zegt u: aan het goede. Dit zou een overweging op zichzelf zijn.
Vandaag lezen we over Thomas, die eerst zeker wil zijn over het gegeven, dat de persoon die de andere leerlingen hebben gezien echt Jezus is. De ongelovige Thomas wil Jezus herkennen aan zijn kruiswonden. En hij krijgt die kans. Thomas mag de wonden aanraken.
Thomas heeft mijn sympathie. Hij is de verbeelding van ons gewone mensen, met onze angsten en misschien ook onze onhebbelijkheden. Een wat bangig man, zo was hij er niet tijdens de arrestatie van Jezus: gevlucht, hij zou zich hebben verscholen. En ook bij de kruisiging was hij afwezig, niet dat lijden willen zien; allemaal heel menselijk. En nu: eerst zien en dan geloven.
De zin uit het Evangelie: zalig die niet zien en toch geloofd hebben is prachtig, maar – misschien heeft dit met mijn beroep te maken -, zelf denk ik ook: wat zijn de feiten; zekerheid boven alles.
Maar we hebben ook de eerste lezing, met daarin een aantal grote zinnen:
- De menigte, die het geloof had aangenomen, was één van hart en ziel;
- Niemand noemde zijn bezittingen eigendom, alles was gemeenschappelijk;
- Zij verkochten alles, de opbrengst werd verdeeld naar behoefte.
Nu zal ik u niet vragen alles te verkopen, of uw portemonnee om te keren. Dit hoeft ook niet. Tegenwoordig hebben wij namelijk een economisch systeem, dat compleet anders is, dan 2000 jaar geleden. We kennen belastingen en een sociale zorg. Hier valt veel over te zeggen, maar dit laat ik vandaag rusten.
In de eerste lezing staat overigens wel een zin, die mij aan het denken zet en de moeite waard is om over na te blijven denken: Zij waren ‘één van hart en van ziel’.
Kerkelijk gezien, is het vandaag overigens een drukke dag:
Het is vandaag ‘beloken Pasen’: de luiken zijn gesloten, zij zitten op slot’;
In het klassieke Latijn, zegt men: de zondag van ‘Dominica in albis’,de zondag van de witte kleren. In witte kledij werden met Pasen de eerste Christenen gedoopt;
Deze zondag luistert ook naar de naam: de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid en is de naamdag van St. Thomas;
Maar heel nuchter: de Vasten en Pasen zijn voorbij, we gaan over tot de orde van de dag.
Maar goed, terug naar de realiteit van vandaag en dit brengt ons tot de volgende vraag: wat kunnen wij met het Evangelie?
We leven in een prestatiemaatschappij, met functioneringsgesprekken voor de vraag, of wij goed genoeg ons best doen en als het gaat over je salaris, of je de doelen voor dit jaar haalt en scoort op je targets. En deze prestatiedruk zien wij ook bij Thomas.
Geen verhalen, maar hij wil zeker zekerheid; en wel in de vorm van feiten en bewijzen.
Thomas benadert de verrijzenis van de Heer als een soort rekensom: hij wil Hem kunnen aanraken, zien en zijn vingers in Zijn wonden leggen. Kortom; dat Christus er echt staat.
Thomas wordt door Christus overtuigd. En door de wonden in Christus zijde en handen, is Thomas niet langer ongelovig, maar gelovig. Helaas is hij de geschiedenis ingegaan als de ‘ongelovige Thomas’ en wij moeten ons vasthouden aan de zin: zalig hen die niet zien en toch geloven.
Maar in een andere laag van het Evangelie zit nog een andere interessante gedachtegang:
Zoals gezegd: het is vandaag ‘beloken Passen’, de luiken zijn gesloten, zij zitten op slot. De leerlingen zijn bang, teleurgesteld. En een ieder, die een dierbare heeft verloren, kent het gevoel. Na een overlijden ben je leeg. Je wilt je even op jezelf zijn voor het verwerken van je verdriet, die oorverdovende leegte. Dan wil je niet, dat iemand je stoort. Dan moet je wennen aan die nieuwe realiteit en moet je de kracht weer vinden om toch verder te gaan.
Maar de verrezen Christus laat zich, ondanks dat alles op slot zit, niet buiten sluiten. Hij verschijnt aan zijn leerlingen en vormt daarmee een bron van inspiratie. Nu moeten zij verder en naar buiten voor vormgeven van Zijn boodschap van het goede.
Misschien is dat de opdracht van vandaag: het slot moet eraf. Binnen onszelf, maar ook binnen onze gemeenschap. Laten we deze week, en alle komende dagen, proberen het goede in de praktijk te brengen. Daar is in deze tijd behoefte aan.