Overweging Frans Woortmeijer

 

Deut. 30;10-14 en Lucas 10;25-37

Beste medeparochianen,

 

1.

Zojuist hebben we geluisterd naar waarschijnlijk de bekendste evangelielezing van het hele jaar. De parabel van de barmhartige Samaritaan. Je zou kunnen zeggen dat deze lezing voor een voorganger de ultieme kans is om een mooi verhaal te houden, maar dat is te gemakkelijk.

Jezus probeert in de lezing een wetgeleerde uit te leggen dat het goede doen voor je naaste belangrijk is om het Rijk der Hemelen binnen te gaan. En uit de parabel blijkt dat het “naaste” zijn, er voor je medemens zijn, nog niet zo vanzelfsprekend is. Immers zowel de priester als de leviet lopen met een grote boog om de gewonde man heen. Druk, druk, druk. Laten we ons hier maar niet mee bemoeien, zo ongeveer zal hun gedachtegang geweest zijn.

Maar dan komt die Samaritaan, in Jezus’ tijd het equivalent van een onruststoker, een a-sociaal, voorbij en die helpt wel. Die doet zelfs veel en veel meer dan je menselijkerwijs van hem zou mogen verwachten.

Suggereert  Jezus hier nu dat, als je de gebeurtenissen naar onze tijd vertaalt,  de meeste mensen eigenlijk maar zwakkelingen zijn, die bij problemen liefst wegkijken, en dat de echte oplossingen geboden worden door de verschoppelingen in de maatschappij?

Dat geloof ik toch niet. Of toch…? Moeten we ons misschien spiegelen aan de hele gewone mensen, zelfs aan degenen uit de randen van de samenleving?

 

2.

Laten we eens kijken naar onze tijd, naar ons land, naar onze gewone mensen.

Zijn we als Nederlanders eigenlijk zo slecht? Als er in de wereld ergens een ramp gebeurt, gaat binnen één of twee etmalen giro 555 open en de Nederlanders storten dan massaal geld op die rekening.

Toen onze ex-minister Faber weer eens haar stokpaardje bereed en zei dat het belachelijk is om met kinderen van asielzoekers een dagje naar de Efteling te gaan, en het het COA zelfs verbood, kwam er spontaan een actie uit de burgerij op gang die binnen een paar dagen twee ton opleverde om die kinderen toch een leuk uitje te kunnen geven. En bij die gevers waren vast een boel mensen die op de PVV hebben gestemd in de hoop de instroom van asielzoekers in te dammen.

Dat doen we toch maar als gewone Nederlanders….

 

3.

Maar wat doen we ook?

Als in een stad een AZC, of een opvangcentrum voor drugsverslaafden moet komen, is de intentie nog niet uitgesproken of er is al een actiegroep gevormd die begint te protesteren. We hebben niks tegen asielzoekers en natuurlijk moeten drugsverslaafden opgevangen en geholpen worden, maar not in my backyard, niet in mijn wijk, want…. En dan volgen een heleboel redenen waarom het toch echt niet kan.

Als er een ongeluk gebeurt, waar hulpverleners snel bij moeten zijn, wordt werken het ambulancepersoneel of brandweer vaak onmogelijk gemaakt. En bij verkeersongelukken moeten er eerst filmpjes worden gemaakt, voordat er zelfs maar over het verlenen van eerste hulp wordt nagedacht.

Ja, die hulpverleners zorgen voor oponthoud, en dat filmpje moet ik toch echt eerst delen met mijn volgers op facebook of Instagram. Intussen ligt er wel een slachtoffer te creperen of wordt een brandweerman het werken onmogelijk gemaakt.

Dat doen we dus ook als gewone Nederlanders.

 

 

 

4.

Alles bij elkaar is het dus toch niet zo simpel om de Samaritaan uit de evangelielezing te zijn. Maar we hebben in de eerste lezing gezien dat de geboden “niet te zwaar voor u zijn; ze liggen niet buiten uw bereik. Nee, die geboden zijn heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart; u kunt ze volbrengen”.

Hoe komt het dan dat we enerzijds als Nederlanders best goed voor onze naasten zijn, maar ons aan de andere kant soms als horken gedragen? Ik denk dat dat om dezelfde reden is, waarom de priester en de leviet doorlopen, als ze de gewonde man zien liggen. Ze zijn met zichzelf bezig en hun focus ligt niet op de ander. Ook die fotograferende omstander bij het ongeluk is met zichzelf bezig. Eerst dat nieuwtje aan mijn digitale vrienden, eerder heb ik geen tijd. En die omstanders dan die hulpdiensten en ambulancepersoneel lastig vallen. Ik heb er lang over nagedacht, maar daar kan ik geen verklaring voor vinden.

 

5.

In de autobiografie “Hoop” van Paus Franciscus, die ik iedereen kan aanbevelen,  maakt onze oude Paus nog eens duidelijk waar het om draait. Ik citeer:

Wie in God gelooft, wie in Jezus Christus en zijn Evangelie gelooft, weet dat de kern van het Evangelie de verkondiging aan de armen is. Zij die verlossing nodig hebben, die in de samenleving moeten worden opgenomen. Als je het Evangelie leest, zie je ook dat Jezus een voorkeur had voor de gemarginaliseerden: melaatsen, weduwen, weeskinderen… Ook voor zondaars… En dat troost mij. Want zonde is ook een armoede waarvan je moet worden verlost, een slavernij waarvan je je moet bevrijden.

 

Al met al denk ik dat, ook al zijn de meeste Nederlanders tot het goede geneigd, we het toch nodig hebben om deze woorden van Paus Franciscus ter harte te nemen. Ook is het goed met enige regelmaat herinnerd te worden aan de parabel van de barmhartige Samaritaan! En dat hebben we vandaag dan maar weer eens gedaan!

Vieringen

Zondag
10:30 uur: Liturgieviering. Dit kan afwisselend een eucharistie- of een woord en communieviering zijn. Zie hiervoor het liturgierooster,waar u ook nadere informatie vindt over de voorganger en het dienstdoende koor.

Contact

Parochie H.H. Martelaren van Gorcum
Linnaeushof 94
1098KT Amsterdam
Bereikbaar via voicemail op 020-6653830
E-mailadres:  secretariaat@hofkerk.amsterdam

 

U kunt ook het contactformulier gebruiken.