Zondag, 19 oktober – Ex.17;8-13 en Lucas 18;1-8
1
In de lezingen van vandaag wordt gesuggereerd dat, als je maar met volharding bidt, je uiteindelijk verhoord zal worden. In de Exoduslezing blijkt dat uit de overwinning van de Israëlieten op Amalek, dankzij de volharding van Mozes. In de Lucaslezing krijgt de weduwe uiteindelijk haar zin omdat ze volhoudt.
Maar we weten allemaal dat het in de boze werkelijkheid niet altijd zo gaat. Hoe vurig en serieus je ook bidt, je gebeden worden lang niet altijd verhoord. Bij echt belangrijke zaken, zoals de genezing van een ernstig zieke patiënt, of de beëindiging van de oorlog in Oekraïne worden je gebeden helemaal niet verhoord. Dat feit hebben we waarschijnlijk allemaal wel aan den lijve ervaren.
Mijns inziens gaat het in de lezingen dan ook niet zozeer om bidden, maar veel meer om zonder ophouden je blijven verzetten tegen het kwaad in de wereld, tegen onrecht, tegen mistoestanden, tegen onderdrukking, tegen oorlog en geweld. En je daartegen verzetten is altijd iets van lange adem, misschien moet je zelfs zeggen: daar ben je nooit mee klaar. Het kwaad zal alleen overwonnen worden als mensen zich ertegen verzetten en dat verzet ook volhouden.
2
Gelukkig zijn die mensen er, op allerlei terreinen. En nu komen we op het terrein, waar we het in de themavieringen het komend najaar over gaan hebben: Gezag.
We zien steeds vaker dat mensen of groepen mensen het wettelijk gezag trotseren, omdat ze vinden dat hun morele doel belangrijker is dan het zich bekommeren om het wettelijke gezag. Denk bijvoorbeeld aan de acties van Extinction Rebellion op de snelwegen rond Den Haag.
Hoe moeten we tegen dit soort acties aankijken? Als we naar de Bijbel kijken zie je dat Jezus ook af en toe zijn “morele gezag” stelde boven het wettelijke gezag. Denk aan de nogal hardhandige actie waarmee hij de geldwisselaars uit de tempel verwijderde.
Even terug naar die protestanten van Extinction Rebellion: Nu kun je het wel of niet eens zijn met hun manier van actie voeren, maar het zijn in elk geval mensen die van doorzetten weten, ondanks alle processen en boetes die zij aan hun broek hebben gekregen.
3
De oorlog in Oekraïne heeft ook de vredesbewegingen nieuw leven ingeblazen en op meerdere plaatsen wordt er gedemonstreerd om te protesteren tegen de oorlogshandelingen. Het is goed dat zij van zich laten horen, want oorlog is wezenlijk een kwaad dat uitgebannen moet worden. Maar het is wel roeien tegen de stroom in.
Velen van ons vinden het ongeveer vanzelfsprekend dat het westen terugslaat na die afschuwelijke terreuracties en aanvallen op burgerdoelen door Rusland. Velen aanvaarden het als een stukje noodzakelijk kwaad, waar je je maar bij neer te leggen hebt. Velen kan het niets schelen, zolang de oorlog maar ver weg blijft.
4
Toch zijn er gelukkig ook mensen die blijven protesteren, misschien tegen beter weten in, die niet ophouden met hun verzet tegen dit kwaad in de wereld dat zoveel ellende brengt aan onschuldige burgers. Ze lijken vaak roependen in de woestijn, toch zijn ze van groot belang voor de toekomst van de wereld, en kunnen ze bijdragen tot verwerkelijking van die droom van vrede op aarde voor alle mensen.
Een probleem is dat veel mensen een beetje aan de kant blijven staan. Als onszelf onrecht wordt aangedaan, dan gaan we op de barricades maar als anderen onrecht wordt aangedaan, dan zijn we vaak niet thuis. En toch dragen we allemaal een stuk verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen in onze wereld en waarden als vrede en gerechtigheid zouden ons allen ter harte moeten gaan.
5
Het lijkt er op alsof ik van het eigenlijke thema van onze lezingen ben afgedwaald, maar dat pak ik nu weer op:
Aan het begin heb ik gezegd dat deze lezingen niet zozeer over bidden gaan maar over ons aanhoudend verzet tegen het kwaad. Maar om dat verzet vol te houden, moeten we wel bidden, vaak en aanhoudend ervoor bidden.
Dat wordt heel mooi uitgedrukt in de eerste lezing. De joden vechten tegen Amalek. In de Bijbelse verteltrant staat Amalek symbool voor het kwaad in de wereld. Maar zolang het alleen bij vechten blijft, redden Jozua en zijn mannen het niet. Geweld is trouwens nooit een goede manier om het kwaad te bestrijden. Alleen zolang Mozes zijn handen biddend ten hemel heft, wordt Amalek, wordt het kwaad, overwonnen, niet in een oogwenk maar in een heel langdurig gevecht. Mozes wordt doodmoe van het bidden en heeft ondersteuning nodig. Volhouden in je verzet tegen het kwaad kun je niet op eigen kracht.
6
Je kunt alleen volhouden als je kracht put uit God, als je biddend zijn kracht in je toelaat. En ons bidden zal meestal de vorm krijgen van vragen: Gods hulp vragen voor de slachtoffers van het kwaad, voor de bedrijvers van het kwaad, dat zij zich bekeren, voor vrede en gerechtigheid in de wereld, maar ook bidden dat je het zelf vol zult houden. Soms is dat bidden het enige dat we kunnen doen, het is natuurlijk ook het gemakkelijkste. We mogen echter niet vergeten dat het uiteindelijk gaat om actie, om aanhoudende actie, om volhouden in ons verzet tegen het kwaad, dichtbij en veraf.
Amen