Preek Ari van Buuren
zondag 25 september 2022 – Amos 6, 1a.4-7 en Lukas 16, 19-31
- 1
Lieve mensen van God! Vandaag is het een bijzondere zondag voor onze parochie. Na de Eucharistie en het koffiedrinken is er een Thema-programma in de Noordbeuk. Daarbij verwelkomen wij Jaap van der Meij als nieuwe voorzitter van de Pastoraatsgroep en neem ik als zodanig afscheid.
Het wordt een soort mini-symposium rond drie kernwoorden met een V: Verlangen, Verbinding en Verbeelding. Daarover houden pater Marianus, Jaap en ik drie korte speeches.
- 2
In de Lezingen spreken de profeet Amos en Jezus eigenlijk over hetzelfde! Amos schetst de verlangens en uitbundige feesten, die de rijken hebben terwijl hun land te gronde gaat. Amos klaagt die rijken aan: zij zullen als eersten moeten boeten. “Doe gerechtigheid stromen” zong de LWM in de Tussenzang.
Ook Jezus heeft het over de kloof tussen arm en rijk. Hij gebruikt weer ’s zijn rijke verbeelding voor het vertellen van een parabel – ditmaal over een naamloos rijk mens en een arm mens. Jezus geeft die arme de naam Lazarus (‘God redt’) – zo heette ook zijn vriend Lazarus, de broer van Martha en Maria. Deze Lazarus wekte Jezus op uit de dood (Johannes 11).
- 3
In de parabel van vandaag zien we een superrijke man met luxe gewaden van purper en fijn lijnwaad. Hij lijkt eeuwig te boeten voor zijn schuld, dat hij totaal niet omzag naar de arme en zieke Lazarus. Lazarus verlangt enkel naar de stukken brood, waarmee de gasten aan de feesttafels van de rijke man hun vette handen schoon wreven. Dàt brood: slechter dan van de voedselbank wordt Lazarus zelfs niet eens gegund.
In het voorbereidingsgesprek met de LWM kwamen we tot de conclusie, dat Jezus een erg ongemakkelijk verhaal vertelt. Het gaat tot-en-met over twee-deling. We blijven in onze eigen bubbels hangen van ons eigen gelijk, op ònze voorwaarden.
Eigenlijk waren de Tweede Kamerdebatten na Prinsjesdag een soort ‘Lazarus-debatten’: wat wordt er gegund aan mensen, die lijden onder de alsmaar stijgende kosten van energie en levensonderhoud?
Er zijn meer problemen dan oplossingen. De kloven groeien in ons land….
Afgelopen vrijdag 23 september stond in Trouw de Indiase Pater Avin Kunnekkadan svd: de chef dus van pater Marianus. Hij is lid van het ‘Theologisch Elftal’, waarvan telkens 2 leden geïnterviewd worden. Pater Avin is sinds 2016 overste van de Nederlands-Belgische provincie van de SVD. Wat hij zegt past precies bij het evangelie van vandaag:
“Jezus houdt van arme mensen, mensen aan de onderkant: dat is zijn specialiteit. Aandacht voor de ander, mededogen, hulp, dat zijn centrale begrippen in de Bijbel en dat moet de grondhouding zijn. Je kunt rijk zijn, maar arm leven.” Bij de voorbereiding stelde Kees Disch de vraag: ‘Zouden we spiritueel niet meer op dieet moeten gaan?’
- 4
Jezus schetst, hoe honden het afvalbrood van de rijken bemachtigen. Alleen die honden ontfermen zich over Lazarus met zijn zweren en wonden.
En na de honden komen tenslotte de engelen om de dode Lazarus te dragen in de schoot van Vader Abraham.
Jezus spreekt in beelden van toen over het hiernamaals.
Jezus schetst verder een onoverbrugbare kloof tussen de verloste en vertrooste Lazarus en de boetende rijke man.
Vader Abraham zegt bovendien, dat zelfs een uit de doden opgestaan mens de nog levende 5 broers van de rijke man niet tot omkeer zal brengen. Toen die andere Lazarus, Jezus’ vriend, uit de dood was verrezen bracht dat de Farizeeën en Hogepriesters niet tot inkeer. Ze kwamen niet tot verbinding, maar enkel tot verblinding en verharding. Ze besloten Jezus uit de weg te ruimen…
Die vicieuze cirkels van verwensingen, beledigingen en doodsbedreigingen moeten wij – zeker als gelovigen – gaan doorbreken. Laten we elkaar bij leven veel meer Vertroosting en Verlossing bieden!….
- 5
Er is nog een heel andere vraag, die op ons afkomt uit Jezus’ gelijkenis over de rijke man en de arme Lazarus. Hoe verbeelden wij ons het leven aan gene zijde? Staan wij open voor signalen, die we soms van gestorven geliefden krijgen? Meer dan eens verscheen mijn toenmalige overleden vrouw aan mij.
Aan mij als ziekenhuispastor vertelden vele mensen over hun bijna dood-ervaringen. Vertellen wij elkaar onze dromen, beelden of fantasieën? Durven wij zulke ervaringen uit te wisselen?… Hoe dan ook geloof ik dat wij na onze dood thuis komen bij God.
- 6
Daarnaast geloof ik dat er aan gene zijde zoiets is als een vagevuur, een purgatorium, een loutering. Dante(1265-1321) schreef er in zijn meesterwerk ‘La divina commedia’ over. Zo wordt ons leven door God voltooid.
Nooit zal ik vergeten, hoe ik 50 jaren geleden een bericht las over de vondst van een gebed in een Duits concentratiekamp op een stukje pakpapier. Dat moet geweest zijn van een Jood in het aangezicht van de dood. We kennen zijn of haar naam niet – God zal het weten….
Mag ik het u tenslotte voorlezen?
- 7
“O Heer, als ik in de glorie van Uw koninkrijk zal komen, gedenk dan niet alleen de mensen van goede wil. Gedenk dan ook de mensen van kwade wil. Mogen zij herinnerd worden: niet vanwege hun wreedheden, hun kwade daden op aarde gedaan. Maar stel tegenover hun wreedheid de vruchten die wij hebben mogen dragen onder druk en pijn: de kameraadschap, de moed, de grootmoedigheid, de zielskracht, de nederigheid. Zij werd geboren in onze harten en werd deel van ons leven, omdàt wij onder hun handen leden. Moge de herinnering aan ons geen nachtmerrie voor hen zijn. Moge alles wat wij geleden hebben aanvaardbaar zijn voor U als losprijs, ruil voor hun ziel.”
Dit gebed is een bron in m’n leven geworden en gebleven.
Het weerspiegelt Christus’ weg met ons van passie naar eeuwige compassie.
En in het In Paradisum wordt gezongen: “samen met Lazarus, de arme van weleer, zult gij de eeuwige rust hebben….”
In de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen
Ari van Buuren
TRANSITIE 2023 – mini-symposium 25 september 2022 bij ‘Wisseling van de wacht’: terugtreden van Ari van Buuren en aantreden van Jaap vd Meij als PG-voorzitter
Voordracht Pastor Marianus
WAAR VERLANGEN OF HONGEREN WE SAMEN NAAR?
Dit is mijn thema op dit mini-symposium. Eerder sprak ik daarover in m’n overweging in de C&F-viering op 19 juni 2022 in de Kerk van St. Petrus Banden te Diemen. Waar verlangen wij samen naar? Wie zijn “we” in het thema? Alleen gelovigen of hele samenleving?
Onze moderne samenleving wordt overvoerd met prikkels, die aanzetten tot consumptie. Veel mensen geven toe aan die prikkels. Velen lijden aan overgewicht. Maar de hele samenleving lijdt aan spirituele ondervoeding. Men stilt de honger naar het geestelijke met materiële middelen. Het geloof biedt gezond voedsel door zingeving, die betrouwbaar is en liefdevol.
Paulus herinnert de rijken er aan, hoe de Maaltijd van de Heer bedoeld is. Wie afbreuk doet aan de gemeenschap, doet ook schade aan zichzelf. Die schade kan verschillende vormen aannemen. Paus Franciscus laat in zijn encycliek ‘Fratelli tutti’ zien hoe wij onszelf tekort doen, wanneer we niet alle mensen beschouwen als onze broeders en zusters.
De kracht om groot te denken en consequent te handelen krijgen wij van God, die onze menselijke verdeeldheid en tegenstellingen overstijgt.
Wat kan ons als locaties binnen C&F bij elkaar brengen?
Wat ons samen brengt zijn de herkenning van de ware honger naar geestelijk voedsel en een rechtvaardige wereld. Wij zijn één in onze inspiratie door de Vader, Zoon en Heilige Geest. Deze opdracht naar de buitenwereld maakt ons één.
Zijn wij ook een instrument dat bijdraagt aan het komen van het Koninkrijk van God? Ik denk aan de installatie-viering van mijzelf als pastoor op 11 juli 2021. Ook denk ik aan de Vormsel-vieringen op 29 mei in de Martelaren en 6 juni in de Urbanus. Ook denk ik aan onze Eerste Heilige Communie-vieringen van 2021 in de Martelaren, en dit jaar in de Urbanus.
In deze vieringen zien we een voorproefje van wat kerk-zijn, en het koninkrijk van God kunnen betekenen – als een open en gastvrij getuigenis van ons geloof.
Waar zijn we concreet mee bezig om in Verlangen Samen op Weg te gaan?
Ik noem u een zevental punten als voorbeeld.
- Er waren gespreksavonden over de Synode 2023 op alle locaties. Diaken Han Hartog schreef ons verslag voor het Bisdom. Ook 3 groepen jongeren hebben meegedaan. Dit is een aanzet voor de toekomst van C&F.
- Studiebijeenkomsten van het Breed Pastoraal Toekomst Beraad. Twaalf verkenners zijn gaan kijken naar het ‘land van belofte’. Dit leerproces, begeleid door Jaap van der Meij en Ari van Buuren, was verrijkend voor de deelnemers.
Dit najaar willen we voor C&F één of twee ‘eiland-dagen’ houden met 30 kernvrijwilligers uit alle locaties. In elk geval willen we zo veel mogelijk mensen betrekken bij dit zoeken naar de toekomst.
Een volgende stap is het houden van soortgelijke bijeenkomsten voor elke parochie afzonderlijk. Zo kan elke locatie een eigen traject vinden. Vanuit verschillende vertrekpunten gaan we op zoek naar een gemeenschappelijk doel.
- De ABG-gemeenschap is momenteel bezig met het Samen op Weg gaan van de gemeenschappen Anna-Bonifatius en Gerardus Majella naar: één nieuwe gemeenschap. Het Locatiebestuur neemt alle parochianen mee in dit proces door gezamenlijke vieringen en door gesprekken, die gevoerd worden met de groepen vrijwilligers.
Dit proces gaat nog veel verder! Het wordt op termijn een samen op weg-proces van 3 of 4 gemeenschappen naar 1 gemeenschap: AB-G, Martelaren en Diemen.
- Het Algemeen Bestuur van C&F is bezig met een meerjaren-Onderhoudsplan voor al onze kerkgebouwen. Dit alles heeft te maken met de toekomst van onze regio-parochiegemeenschap.
- Sinds afgelopen jaar hebben we slechts 3 betaalde pastorale krachten beschikbaar. Dat is te weinig voor onze grote regio-parochie. Diaken Han Hartog, pastor van Diemen, gaat bovendien 2023 met pensioen.
Daarom hebben we nòg meer vrijwilligers nodig om de pastores te kunnen ondersteunen.
Ik weet ook van de droom van sommigen om zoiets als een pastoraal Kerkopbouw-project op te starten…
- De Inter-Parochiële Caritas-Instelling is gevormd.
Dit orgaan is bedoeld om de noden van onze parochianen binnen C&F te kunnen helpen. Onze stads-diaken: Colm Dekker begeleidt deze groep.
Binnen ons Samenwerkingsverband zijn er twee diaconale projecten in de ABG-parochie: de Kiemkracht- en Hangmannen-projecten. Twee keer per week is er inloop-gelegenheid voor de bezoekers. Iedereen is welkom. Ik ben zelf direct betrokken bij deze twee projecten.
Zo maken we als Kerk elke week een verbinding met de samenleving.
- Bij deze diaconale projecten zie ik iets dat ook in de parochies meespeelt: onze diversiteit in leeftijd, cultuur en leefomstandigheden. Bij mijn installatie heb ik U verteld over mijn droom van een interculturele parochie. Ik hoop dat U mij en het bestuur wil helpen om zo’n interculturele parochie steeds een stapje dichterbij te brengen.
Met dit alles proberen we het koninkrijk van God gestalte te geven zowel binnen de parochie, als naar buiten, naar de samenleving en de wereld toe.
Voordracht Ari van Buuren
V E R B I N D I N G
- 1
Waarom kunnen wij nu hier zijn? Ooit hebben 2 mensen zich met elkaar verbonden. Zonder zo’n verbinding zou niemand van ons hier aanwezig zijn.
Dit is geworteld in God. Psalm 139 zingt: “Gij, Eeuwige, hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder.”
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog: in januari 1945 ben ik geboren, in Streefkerk aan de Lek. Gedoopt ben ik in Benschop, het geboortedorp van mijn vader. In een roeibootje staken mijn ouders daarvoor stiekem met mij de rivier over. Dus werd ik illegaal verbonden met God.
Ternauwernood overleefde ik de hongerwinter.
- 2
Ik groeide op in de ‘Biblebelt’, waar velen SGP stemmen. Herman de Man (1898-1946) publiceerde in 1925 zijn beroemde en in 1986 verfilmde streekroman ‘Het wassende water’.
Het gaat over de eeuwige strijd tegen het water in de Lopikerwaard. Ook toont het de reformatorische, bevindelijk-mystieke, maar tevens benauwende sfeer. Als kind wilde ik boer, maar later liever nog dominee worden. Mijn ouders waren zó blij met deze roeping…
- 3
Toen sloeg ik, 8 jaar oud, met m’n fiets over de kop en kwam ik in Oudewater terecht in het katholieke ziekenhuis. Nonnen ruisten om mij heen, een priester bediende op zaal het H. Oliesel, er klonk gezang uit de kapel – ik dacht, dat ik in de hemel was…
Mijn ouders verhuisden van het platteland naar Den Haag. Het was erg wennen om agrarische dorpseenvoud te moeten verruilen voor het chique Haagse gymnasium, waar later onze prinsessen ook heen gingen.
Ik kwam los uit de Biblebelt. En dit nog meer, toen ik in Leiden mocht gaan studeren aan de nogal vrijzinnige theologische faculteit.
Eerste gevolg was, dat ik eigenlijk ging twijfelen aan alles. Waar voel je je spiritueel dan nog mee verbonden?
- 4
Je kunt dan je eigen weg proberen te zoeken. Je kunt je ook laten vinden! Zoiets is in mijn leven gebeurd; later werd het mijn leefregel.
Het zijn wegen naar bewust gekozen verbindingen.
Met professor Rasker maakten we spannende reizen achter het IJzeren Gordijn.
Over het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) gaf onze remonstrantse professor L.J. van Holk enthousiast college. Hij was er persoonlijk uitgenodigd. Verbinding met de Wereldkerk kwam in het vizier!
En onze hervormde hoogleraar H. Berkhof had contact met zijn katholieke collega Hemelsoet van het seminarie in Warmond. Deze leermeesters brachten ons als katholieke en protestantse theologie-studenten met elkaar in gesprek. Wij vormden ook een groepje studenten, die boven in een kraakpand Gregoriaans gingen zingen! En ik raakte bevriend met een Dominicaan, die ik vaak bezocht in het klooster te Zwolle.
Zo begon mijn weg richting katholieke kerk.
- 5
Intussen werd ik eerst leraar godsdienst- en maatschappijleer, schoolpastor bij het Rijnlands Lyceum te Wassenaar. Op 1 oktober 1972 werd ik geordineerd als predikant. Het was een onvergetelijke, verbindende, oecumenische inzegening onder handoplegging door dominees èn priesters.
Vervolgens werkte ik 8 jaren als basispastor in Zoetermeer, en daarna 27 jaren in de gezondheidszorg: 11 jaren in de psychiatrie te Deventer, 3 jaren in ziekenhuis Bronovo te Den Haag en 13 jaren in het UMC-Utrecht.
Het waren bijzondere jaren om buiten de kerk als zorgpastor te werken.
In de psychiatrie schoolde ik mij bij tot psychotherapeut. De mooiste Vieringen ooit waren naar mijn beleving die in de Elisabethskapel te Deventer. De kracht van de katholieke rituelen beleefde en praktiseerde ik steeds meer.
In het UMC-Utrecht was ik hoofd van de Dienst Geestelijke Verzorging en leider van het project Multi-culturele Geestelijke Verzorging (McGV). We verbonden als pioniers moslim- en hindoe-collega’s aan onze Dienst: hen leerde ik steeds meer kennen als mede-zoekers naar God.
- 6
Vanaf 2004 werkte ik weer voor de kerk, in de Martelaren.
En zo ontstonden alsmaar nieuwe Verbindingen! In een maatschappij, die meer en meer seculier, multi-cultureel èn multi-religieus is geworden.
Laten we waken voor verharding, wanhoop of isolement. Laten wij meer dan ooit de weg gaan naar het elkaar zegenen, zoals Jakob zei (Genesis 32,27): “Ik laat U, God, en jou, medemens, niet gaan tenzij U/jij mij zegent!”
- 7
Kiezen we voor de zegen, het visioen, passie en compassie?!
Niet voor de zege of de wanhoop! Voor een inter-culturele parochie!
Laten wij als een Hildegard von Bingen ons verbinden met het vuur van de Heilige Geest en de Christus-Liefde, present in ieder van ons.
Voordracht Jaap van der Meij
Verbeelding
Vanmiddag staan we kort stil bij drie thema’s: Verlangen, Verbinding en Verbeelding.
Waar verlangen we naar? Waar verbinden we ons mee? Wat verbeelden wij ons? Misschien kan ik de laatste vraag beter omdraaien. Wat doet de verbeelding met ons?
Velen van U kennen de beroemde toespraak van Martin Luther King: “I have a dream”. Eén van de dingen waarvan hij droomde, was dat kinderen van blank en zwart samen naar school zouden gaan en met elkaar zouden spelen. Zestig jaren zijn verstreken sinds zijn toespraak. Wanneer ik kijk naar mijn eigen kinderen, is de droom van dominee King in Nederland uitgekomen. Wanneer ik kijk naar de kerken, naar de parochies in de grote steden, dan zijn we op de goede weg. Er is nog ruimte voor verbetering, voor meer integratie, maar de basis is gelegd.
Waar dromen wij van in deze tijd? Zijn het mooie dromen? Of soms ook angstig? We maken ons zorgen over de oorlog in Oekraïne en de dreigende escalatie. We hebben te maken met sterk gestegen prijzen. Kunnen we straks onze huizen nog verwarmen en eten koken? Waar halen we de moed vandaan om toch door te gaan? Die kracht halen we uit onze hoop en onze verbeelding. Want die hebben diepe wortels en kijken ver vooruit in de toekomst.
Het eerste waarin ik denk is het woord vrede. In onze kerkdiensten speelt het een belangrijke rol. We zingen “Eer aan God in den hoge en op aarde vrede voor de mensen”. Aan het einde worden we de wereld in gezonden met de woorden “Gaat nu alleen heen in vrede”. En daar tussen in hebben we de voorbeden en de vredeswens.
Het tweede waaraan ik denk is het woord rechtvaardigheid. Wij dromen van een rechtvaardige wereld. Van alle kanten krijgen we signalen dat onze wereld niet op een goede manier is ingericht. Zelf put ik veel inspiratie uit de encycliek van paus Franciscus die Fratelli tutti heet. Daarin schetst hij de contouren van een nieuwe rechtvaardige wereldorde. Ook buiten de kerk wordt zijn visie serieus genomen.
Het derde waarin ik denk is onze verantwoordelijkheid voor de schepping. Afgelopen zomer hadden we in Nederland grote droogte. Vorig jaar hadden we overstromingen. We dromen van een maatschappij waarin we in harmonie leven met de natuur. Sommigen van U zijn daar heel actief mee bezig en worden geïnspireerd door de encycliek Laudato sí.
Waarom worden deze encyclieken buiten de kerk serieus genomen? In de eerste plaats omdat ze zijn geschreven met kennis van zaken. Deskundige adviseurs hebben meegewerkt aan de tekst. Maar belangrijker nog is de onpartijdigheid van de schrijver. De kerk is geen belangenorganisatie, actiegroep of politieke partij. De kerk spreekt en handelt vanuit de inhoud van haar geloof. De paus spreekt vanuit zijn persoonlijke band met God. Tegenover God kun je niet liegen. Deze persoonlijke band met God brengt een betrouwbaarheid mee die andere groepen niet hebben. Dit is de tweede reden waarom de encyclieken serieus worden genomen buiten de kerk.
De geloofwaardigheid van ons kerkelijk spreken en handelen hangt nauw samen met onze religieuze inspiratie, met onze persoonlijke band met de Levende God. Wij laten ons leiden door het visioen dat God met deze wereld heeft. Dit visioen proberen wij op het spoor te komen en in praktijk te brengen. We kijken in de krant en we lezen in de Bijbel. Het gevaar bestaat dat we de krant over de Bijbel heen leggen en daardoor de Bijbel niet meer zien. Het is beter om de Bijbel boven op de krant te leggen.
Hoe kunnen wij onze religieuze inspiratie verbeelden? Wij leven in een beeld-cultuur? Hoe kunnen wij onze inspiratie uitdrukken in beelden? Misschien kunnen wij een voorbeeld nemen aan sommige iconen. Vroeger dacht ik: Die schilder heeft geen benul van perspectief. Later werd mij uitgelegd: De schilder heeft bewust het perspectief omgedraaid: Wij kijken niet naar God, God kijk naar ons en onze wereld. Wij worden uitgenodigd om onze blikrichting om te keren, om met de ogen van God naar onze wereld te kijken. Durven wij dit aan? Durven wij ons te laten leiden door de verbeelding van Gods visioen?
Ik hoop dat wij als gelovige mensen dit experiment aandurven. Komende zon-dag zal de viering dieper op dit thema ingaan. Wordt vervolgd.