Eerste lezing
Zondagochtendgebed van Etty Hillesum, 12 juli 1942
Drie citaten:
‘Het zijn bange tijden, mijn God. Vannacht was het voor het eerst, dat ik met brandende ogen slapeloos in het donker lag en er vele beelden van menselijk lijden langs me trokken. Ik zal je één ding beloven, God, een kleinigheidje maar: ik zal mijn zorgen om de toekomst niet als evenzovele zware gewichten aan de dag van heden hangen, maar dat kost een zekere oefening. ledere dag heeft nu aan zichzelf genoeg. Ik zal je helpen God, dat je het niet in mij begeeft, maar ik kan van tevoren nergens voor in staan. Maar dit éne wordt me steeds duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen wij onszelf. En dit is het enige, wat we in deze tijd kunnen redden en ook het enige, waar het op aankomt: een stukje van jou in onszelf, God. En misschien kunnen we ook eraan meewerken jou op te graven in de geteisterde harten van anderen. Ja, mijn God, aan de omstandigheden schijn jij niet al te veel te kunnen doen, ze horen nu eenmaal ook bij dit leven. Ik roep je er ook niet voor ter verantwoording, jij mag daar later ons voor ter verantwoording roepen. En haast met iedere hartslag wordt het me duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en dat we de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste toe moeten verdedigen’.
‘Ik begin alweer wat rustiger te worden mijn God, door dit gesprek met jou. Ik zal in de naaste toekomst nog heel veel gesprekken met je houden en je op die manier verhinderen van me weg te vluchten. Je zult ook nog wel eens schrale tijden in mij beleven, mijn God, niet zo krachtig gevoed door mijn vertrouwen, maar geloof me, ik zal voor je blijven werken en ik zal je trouw blijven en je niet verjagen van mijn terrein’.
“Ik breng je niet alleen mijn tranen en bange vermoedens, ik breng je op deze stormachtige, grauwe Zondagochtend zelfs geurende jasmijn. En ik zal je alle bloemen brengen, die ik op mijn wegen tegen kom, mijn God, en werkelijk, dat zijn er heel veel. Je zult het heus zo goed mogelijk bij me hebben. En om nu maar eens een willekeurig voorbeeld te noemen: wanneer ik opgesloten zou zitten in een enge cel en er zou een wolk langs het kleine tralievenster drijven, dan zou ik je die wolk komen brengen, mijn God, als ik daarvoor tenminste nog de kracht zou hebben. Ik kan van tevoren nergens voor instaan, maar de bedoelingen zijn prima, dat merk je wel’.
Breekbaar (fragile) (tekst 3J’s, muziek: Sting)
Het dodental,
het bloed dat vloeide, zal
versmelten met de wapens voordat de avond valt.
De regen drijft de feiten van de lei
en toch in onze geesten blijft het bij.
Heeft God voor zo’n verduiveld lot
al deze mensen uitgezocht.
Heeft oorlog ooit iets opgelost,
was het Zijn stem die zei:
“de wereld is voor dit geweld te klein.
Vergeet toch niet hoe breekbaar we zijn”.
Regen huilt de hemel uit,
als tranen van pijn, als tranen van pijn.
In deze tijden weten wij
hoe breekbaar we zijn,
hoe breekbaak we zijn
Overweging
Beste medeparochianen,
1
Hoe ging Etty Hillesum om met het kwaad in haar dagen? Graag wil ik proberen iets te schetsen van de indrukwekkende en inspirerende vrouw die Etty was. Alles wat zij in een veel te kort leven heeft geschreven heb ik ooit gelezen. Nu lees ik de biografie die over haar verschenen is. Met een aantal citaten die ik voor deze viering en de overweging heb gekozen zullen haar eigen prachtige woorden klinken.
2
In Etty’s tijd bestond het kwaad in de vorm van het nazisme, van het fascisme en van de jodenvervolging die tot miljoenen onschuldige slachtoffers leidde. Als eerste lezing van vandaag koos ik een deel van een Zondagochtendgebed dat Etty op 12 juli 1942 in doorgangskamp Westerbork schreef. Op schitterende wijze omschrijft ze hierin haar Godsgeloof. Ze zegt: ‘(…) dit éne wordt me steeds duidelijker: dat jij (God dus) ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen wij onszelf’. En daarna verwoordt ze het zo: ‘(…) dit is het enige, wat we in deze tijd kunnen redden en ook het enige, waar het op aankomt: een stukje van jou in onszelf, God’. Volgens Etty huist God in ons binnenste. Ze klaagt God niet aan, roept Hem niet ter verantwoording. God, zegt zij, kan de omstandigheden niet veranderen. Wij moeten Hem vasthouden. Als ik dit goed lees, is haar diepste verlangen dat we iets van het goddelijke In ons bewaren en er daarmee voor zorgen dat het diepmenselijke in een wereld vol kwaad niet verloren gaat. Uit dat Godsbesef haalt zij haar bijna bovenmenselijke bezieling en inzet. Etty blijft in gesprek met God. Ook daar in Westerbork, vanwaar de mensen per trein naar de vernietigingskampen werden vervoerd. Ze blijft God trouw.
3
In de evangelielezing van vandaag verzet de Heer zich tegen het kwaad. Het kwaad dat zich hier manifesteert in het gedrag van die handelaren in de tempel die hij daar niet wil zien. Hij maakt zich daar overduidelijk heel boos over. Maar toch laat God zijn mensen niet vallen. Hij blijft trouw aan de mensen.. Ondanks het feit dat dat die er soms een potje van maken. God houdt het verbond met de mensen aan. Etty bleef God trouw. God blijft zijn mensen trouw.
4
Wat maken Etty’s woorden, houding en gedrag zo indrukwekkend en onvergetelijk? Ze groeide op in een tijd waarin het kwaad zich steeds meer in alle hevigheid manifesteerde. Het opkomende fascisme. De steeds benauwder wordende positie van de Joden in het vooroorlogse Duitsland. De dreiging en daarna de uitbarsting van een wereldoorlog. De Jodenvervolging in het bezette Nederland, de duivelse plannen om alle Joden uiteindelijk uit te roeien. Etty Hillesum zag en wist heel goed wat de verschrikkingen en gevaren van die jaren waren. Daar sloot ze als jonge Joodse vrouw haar ogen niet voor. Vaak werd haar met klem geadviseerd om onder te duiken. Dat deed ze niet. Want ze wilde haar medemensen nabij blijven. Ze koos voor hen. Bijzonder is dat haar geloof en vertrouwen zich in deze donkere jaren juist verdiepten. Die gaven haar een ongelooflijke kracht. Daar schreef ze over in het schitterende proza – de brieven en het dagboek – dat ze heeft achtergelaten. Zie wat ze over die uitingen van het kwaad schrijft: ‘En toch is dit alles zeer gering aan die onmetelijke wijdheid van godsvertrouwen en innerlijke belevingsmogelijkheid. Het zijn woorden om stil van te woorden.
5
Naast Etty kennen we in onze geschiedenis meer van dit soort mensen met een niet te bevatten geesteskracht. Denk aan Titus Brandsma. Aan Dietrich Bonhoeffer over wie we volgende week zullen horen. Denk aan iemand van deze tijd. Aleksej Navalny. Bij de voorbereiding van deze viering viel nadrukkelijk naam Hij bleef zelfs in gevangenschap oppositie voeren tegen dictator Poetin Hij moest het onlangs met de dood bekopen. Het zijn moedige mensen die zich niet klein lieten krijgen. Zo was ook Etty Ze was niet naïef. Maar had een onwrikbaar vertrouwen in haar Ged. En wilde haar mensen niet in de steek laten
Ook onze wereld van nu is een kwaadaardige wereld. Etty’s trouw aan haar geloof is zo inspirerend, ook voor ons. Haar dappere keuzes – ze werd heel direct met het kwaad geconfronteerd – kunnen voor ons een voorbeeld zijn. Hoe kunnen wij ons verhouden tegenover het geweld van oorlog en terreur? In elk geval niet door weg te kijken. En daarmee onze naasten alleen te laten. Misschien praten wij wel te weinig met elkaar over onze Godsbeleving en de consequenties daarvan voor ons handelen. Bij zo’n welkome bezinning kunnen we de inspirerende woorden van Etty heel goed gebruiken.
7
Hoe staat het met ons verbond met God en met elkaar? Onze intenties om oprecht te kiezen voor elkaar en te werken aan een wereld van vrede? Om in elkaar de zachtheid te wekken die de wereld nodig heeft tegenover al die de hardheid? Etty droomde over vrede. Dit zei zij erover: ‘Vrede kan alleen een echte vrede worden later, wanneer eerst ieder individu vrede in zichzelf vindt en haat tegen medemensen overwint en verandert in iets wat geen haat meer is, misschien op den duur zelfs liefde. Het is de enige oplossing”.
Aan haar woorden over vrede voegt ze deze woorden over liefde toe: “Ik zal proberen iets van de liefde, van een echte mensenliefde, die er in me is, uit te stralen, waar ik ook ben. Maar ook met dit woord “mensenliefde” moet je niet pralen. Je weet niet of je die bezit. Ik wil niets bijzonders zijn, ik wil alleen proberen die te zijn, die er in me nog naar volle ontplooiing zoekt.
8
Etty maakt een vrije keus voor God. Haar geloofsbesef geeft haar een sterk vertrouwen en het wonderlijke onvoorwaardelijke vermogen om in alle negativiteit toch het positieve te blijven zien. En om voor een onvoorwaardelijke verbinding te kiezen met haar naasten.
God schuilt in het aller diepste van ons wezen en stelt ons zo in staat om ons te wapenen tegen de liefdeloosheid
9
Dit is volgens mij het allermooiste dat wij in onze tijd van Etty kunnen leren. Daar zouden we eens met elkaar over moeten praten. Tot slot nog enkele ontroerende woorden van haar. Etty zegt: ‘Dit is nu eenmaal mijn levensgevoel en ik geloof, dat geen oorlog en welke zinneloze menselijke wreedheden ook, daar verandering in kunnen brengen.
En tot slot, ook weer een uiting van die bijzondere geesteskracht: “Wanneer ik sta, in een hoekje van het kamp, mijn voeten geplant op jouw aarde, het gezicht geheven naar jouw hemel, dan lopen me soms de tranen over het gezicht, geboren uit een innerlijke bewogenheid en dankbaarheid, die zich een uitweg zoekt”.
Amen
Geloofslied
I believe
I believe in the sun,
I believe in the sun,
Even when,
even when it’s not shining
I believe in love,
I believe in love,
Even when,
even when I don’t feel it.
I believe in God
I believe in God,
Even when,
even when God is silent.