Overweging Frans Woortmeijer – Themaviering I

Lezing 1: Job  27 (2-6)  en 30 (20-21)

 

En  Job sprak aldus:

2‘Ja! God heeft mij mijn recht onthouden,

de Ontzagwekkende heeft mij diep verbitterd.

3Zolang het leven in mij ademt,

zolang Gods geest mij nog doortrekt,

4zullen mijn lippen geen onwaarheid spreken,

zal geen leugen aan mijn tong ontsnappen.

5Tot aan mijn dood houd ik mijn onschuld staande.

6Ik blijf bij mijn rechtschapenheid, tot het einde toe,

over mijn leven heb ik mijzelf niets te verwijten.

 

20Ik roep U om hulp, maar U antwoordt niet;

ik sta voor U, maar U wilt mij niet zien.

21U bent wreed voor mij geworden,

met al uw kracht hebt U zich tegen mij gekeerd.

 

Lezing 2: Job 38 (1-11) en Job 40 (1-10, 14)

 

Toen antwoordde de HEER Job vanuit een storm. Hij zei:

2‘Wie is het die mijn besluit bedekt

onder woorden vol onverstand?

3Sta op, Job, wapen je;

Ik zal je ondervragen, zeg Mij wat je weet.

4Waar was jij toen Ik de aarde grondvestte?

Vertel het Me, als je zoveel weet.

5Wie stelde haar grenzen vast? Jij weet dat toch?

 

1En de HEER vervolgde:

2‘Een mens die met de Ontzagwekkende twist –

kan hij Hem iets leren?

Laat hij die God terechtwijst op dit alles antwoorden!’

 

3Job antwoordde de HEER:

4‘Ik ben onaanzienlijk. Wat zal ik U antwoorden?

Ik leg mijn hand op mijn mond.

5Ik heb eenmaal gesproken en zeg niets meer,

tweemaal – en doe er het zwijgen toe.’

 

6Toen antwoordde de HEER Job vanuit een storm:

7‘Sta op, Job, wapen je;

Ik zal je ondervragen, zeg Mij wat je weet.

8Wil je mijn recht loochenen,

wil je Mij schuldig verklaren en zelf vrijuit gaan?

9Is jouw arm zo sterk als die van God,

heb jij zo’n donderstem als Hij?

10Tooi je dan met trots en waardigheid,

omkleed jezelf met eer en glorie.

14Wanneer je op eigen kracht zult winnen,

dan zal ook Ik je prijzen.

Als het kwaad goede mensen treft

Waarom moeten rechtvaardige mensen lijden? Waarom sterft een onschuldig kind op de vlucht, dat met zijn ouders de verschrikkingen van Oost Oekraïne of de Gazastrook probeert te ontvluchten? Waarom komt die hard werkende moeder van een jong gezin om bij een auto-ongeluk?

Deze vraag is al door miljoenen mensen gesteld, door christenen en niet-christenen in de afgelopen duizend jaar. En nooit heeft iemand een bevredigend antwoord er op kunnen geven. Ook onze Paus Franciscus moest op een soortgelijke vraag van een journalist na een internationale reis het antwoord schuldig blijven. Hij zegt letterlijk: “Ik weet het niet”.

Harold S. Kushner, een Amerikaanse rabbi, wiens eerste kind leed aan het Progreria syndroom, een ziekte, waarbij een kind klein blijft, snel veroudert en op zijn 12e of 13e sterft, heeft een dappere poging ondernomen op deze vraag een antwoord te geven. Hij nam daarbij als uitgangspunt het Bijbelboek Job, wat hij het mooiste, maar ook een van de moeilijkste Bijbelboeken vindt, en waar naar zijn idee dit probleem goed in wordt uitgewerkt.

Job is een goed en godvruchtig mens en wordt door God gezegend met gezondheid, welstand en kinderschaar. De duivel spreekt God hierop aan en zegt, dat Job God wel zal laten vallen, als het hem minder goed gaat. God gaat een weddenschap met de duivel aan en slaat Job met kwalen en ongeluk. Niettemin blijft Job trouw aan de Heer.

Vrienden komen hem troosten maar doen dat op een verkeerde manier, net als wij vaak, wanneer wij mensen bij wie het noodlot heeft toegeslagen proberen op te beuren.

We zeggen dan dingen als: Er zal wel een reden voor zijn, lijden maakt betere mensen van ons, of, als we erg religieus zijn, God wil ons op de proef stellen, in het leven hierna krijgen we compensatie. Vroeger zouden we zelfs gezegd hebben: je zult wel gezondigd hebben, dus eigenlijk: het is je eigen schuld dat je nu lijdt.

Allemaal goed bedoelde dingen, maar degene die lijdt heeft daar niets aan, wordt er niet vrolijker van. Net zo min als Job. Drie vrienden proberen hem met deze argumenten op te beuren, maar als Job zegt: ik heb niets verkeerd gedaan, ik heb me jegens God altijd goed gedragen, dus waarom doet God me deze ellende aan, beschuldigen zijn vrienden hem van hoogmoed.

Toch houdt Job voet bij stuk en hij klaagt God aan. En God geeft hem antwoord: God verdedigt zich echter niet maar zegt tot  Job in een monoloog die niet minder dan een tirade is: “Heb jij er enig idee van hoe het is de wereld te besturen?” Als God uitgesproken is antwoordt Job “Ik leg mijn hand op mijn mond, ik zal niet meer spreken”. Maar op dat moment, zo lazen we zojuist in de tweede lezing, prijst God Job om zijn volharding.

 

De tekst is niet makkelijk, maar we moeten onze aandacht richten op drie uitgangspunten in het boek Job, die alle hoofdpersonen en de meeste lezers onderschrijven:

  1. God is almachtig en de oorzaak van alles wat in de wereld gebeurt;
  2. God is rechtvaardig en staat ervoor dat ieder krijgt wat hij verdient;
  3. Job is een goed mens.

Zolang Job gezond en welvarend is kunnen we deze drie uitspraken tegelijk geloven. Wanneer Job lijdt zitten we met een probleem; dan moeten we één van deze stellingen afwijzen.

Als A en B waar zijn, God is almachtig  en rechtvaardig, is C niet waar; Job is geen goed mens; Als echter C en A waar zijn, kan God niet rechtvaardig zijn. En als B en C correct zijn is God niet almachtig en dus niet degene geweest die Job zijn lijden heeft bezorgd.

 

De vrienden van Job, die in het verhaal optreden kiezen overduidelijk voor de eerste optie: Job is geen goed mens. Job zelf is er van overtuigd dat hij wel een goed mens is.

Volgens Kushner stelt de schrijver van het boek Job zich op het standpunt dat B en C toepasselijk zijn, God is rechtvaardig en Job is een goed mens, wat dus impliceert dat A niet waar is: God is niet almachtig. Volgens Kushner blijkt dat uit Job 40,9-14, waar God spreekt, de passage die we zojuist als tweede lezing lazen.

 

Volgens hem betekenen die verzen: Als jij denkt dat het zo makkelijk is om de wereld in het rechte spoor te houden, om te zorgen dat de mensen niets onrechtvaardigs overkomt, probeer jij het dan maar eens!

God is niet bij machte het kwaad te stoppen. Gevolg: De vraag: “God, waarom doe je me dit aan?” moet veranderd worden in: “God, kijk wat er met me gebeurd is. Help me”.

 

Als God geen oorzaak is van het kwaad, wat is dan wel de oorzaak? Misschien moeten we aanvaarden dat sommige dingen geen reden hebben en dat het toeval een rol speelt. Veronderstel dat de schepping, het veranderen van chaos in orde, nog steeds doorgaat. Er kunnen dan dingen gebeuren die niet tegen de natuurwetten ingaan, maar wel er buiten vallen. Er gebeuren dingen, die makkelijk anders hadden kunnen lopen. Deze gebeurtenissen weerspiegelen geen keuzes van God; ze gebeuren willekeurig en willekeur is een ander woord voor chaos, in de hoeken van het universum, waar de scheppende kracht van God nog niet is doorgedrongen.

Natuurwetten maken geen uitzondering voor aardige mensen. God buigt zich niet voorover om de werking van natuurwetten te onderbreken teneinde de rechtvaardigen tegen het kwaad te beschermen. Maar: wanneer bijvoorbeeld bij een aardbeving mensen proberen hun leven weer moedig op te bouwen, of wanneer anderen hen daarbij helpen, dan heeft God daar de hand in. De God in wie Kushner gelooft geeft kracht en moed aan hen die op onrechtvaardige wijze en niet door eigen schuld pijn lijden en bang zijn voor de dood.

We moeten uit zien te stijgen boven de vraag: waarom moet dat (mij) gebeuren en ons in plaats daarvan de vraag stellen: wat doe ik, nu het eenmaal gebeurd is.

 

Wat ik u hier zojuist verteld heb, is de mening van Harold Kushner, hoe we met het kwaad in de wereld moeten omgaan. Ik vind het zelf een goede, verstandige uiteenzetting, maar of het ook de allesomvattende waarheid is, dat weet ik niet. De komende twee weken zullen Ari van Buuren en Frank de Haas over dit onderwerp spreken, met als aangevers Dietrich Bonhoeffer, een Duits theoloog en verzetsstrijder, die in de tweede Wereldoorlog door de Duitsers is gevangen gezet en vermoord en Ettie Hillesum, de Joodse vrouw die in de oorlog vrijwillig haar steun betuigde aan de gevangenen in het doorgangskamp Westerbork en uiteindelijk zelf in Auschwitz de dood vond.

 

Ik kijk er naar uit om onze probleemstelling ook vanuit deze twee coryfeeën belicht te zien.

Amen

 

 

Vieringen

Zondag
10:30 uur: Liturgieviering. Dit kan afwisselend een eucharistie- of een woord en communieviering zijn. Zie hiervoor het liturgierooster,waar u ook nadere informatie vindt over de voorganger en het dienstdoende koor.

Contact

Parochie H.H. Martelaren van Gorcum
Linnaeushof 94
1098KT Amsterdam
Bereikbaar via voicemail op 020-6653830
E-mailadres:  secretariaat@hofkerk.amsterdam

 

U kunt ook het contactformulier gebruiken.