De martelaren van Gorcum zijn naar Gorcum vernoemd omdat daar de meeste martelaren vandaan kwamen. Ze werden door de Watergeuzen met een mestschuit naar Dordrecht vervoerd om tenslotte in een schuur in Te Rugge, een gehucht vlak buiten de stadsmuren van Den Briel te worden opgehangen op 9 juli 1572. Onze prins Willem van Oranje was razend dat de Geuzen deze laffe streek hadden geleverd. Lumey, de verantwoordelijke oppergeus werd in 1573 door Willem afgezet. Het was zeker geen daad van Protestanten, maar gewoon een oorlogsmisdrijf zoals we recentelijk meemaakten in Bosnië. Er zijn in die tijd veel meer mensen om hun geloof omgebracht. Bekend zijn de zes martelaren van Alkmaar, omgebracht door Diederiek Sonoy. Ook vielen er slachtoffers in Ransdorp, Delft en Enkhuizen, maar ook in het zuiden zoals in Roermond.
We weten veel van de martelaren van Gorcum, omdat een zekere Rutger van Est samen met zijn oom Nicolaas Pieck, een van de martelaren, enige tijd in de gevangenis heeft gezeten. Zijn broer, Willem van Est, hoogleraar theologie in de (zuidelijke) Spaanse Nederlanden zette het verhaal op papier. In 1603 verscheen van zijn hand de eerste heiligenbeschrijving. Tijdens het Twaalfjarige bestand (1609-1621) zochten mensen uit de Zuidelijke Nederlanden naar de resten van de martelaren op het Martelveld. De belangrijkste relikwieën liggen dan ook in de Zuidelijke Nederlanden, vooral in Brussel. De martelaren zijn in 1675 zalig verklaard. In onze streken raakten ze redelijk snel uit het zicht. In 1581 was na het afkondigen van het “Plakkaat van Verlatinge”, onze onafhankelijkheidsverklaring, de uiting van de Rooms Katholieke godsdienst verboden. Op zich zelf was er wel enige vrijheid van godsdienst. Een katholieke kerk was wel toegestaan als aan de buitenkant maar niet te zien was dat het om een kerk ging. Zo ontstaan de schuilkerken, zoals “Ons’Lieve Heer op Solder”. Pas als de “Paepsche stoutigheden” te opvallend naar buiten traden, kwamen de schout en zijn rakkers ten tonele. Pas in 1795 bij de Bataafse Omwenteling kwam er in onze streken de vrijheid van godsdienst. In Zuid-Nederland ontstonden op vele plaatsen weer processies. In plaats van geen aanstoot geven, provoceerden de katholieken. Er ontstonden schermutselingen. De overheid stelde scherpere regels op om onlusten te voorkomen.
De Grondwet van 1848 verbood in het vervolg processies die niet aantoonbaar al langere tijd bestonden. In Laren kon aangetoond worden dat de
St. Jansprocessie daar zonder onderbreking al eeuwen lang was gehouden. Daarmee was het de enige plaats boven de Moerdijk waar nog een processie plaatsvond na die tijd.
Dit gold tot 1989; toen werd de grondwetswijziging uit 1983 van kracht die processies weer toeliet.
In 1867 verklaarde Pius IX tegen de uitdrukkelijke wens van de Nederlandse bisschoppen in de martelaren heilig. De bisschoppen wilden rust aan het front, een provocatie kwam hen niet uit.
In Den Briel ontstonden graaf-activiteiten rond 1873. Het bisdom Haarlem, waaronder Den Briel toen nog viel, liet opgravingen uitvoeren op het Martelveld. Op 9 juli 1880 werd een bedevaartskapel ingewijd op het Martelveld. De interesse voor de martelaren werd steeds sterker. Nederland had maar weinig nationale heiligen. Naast Willibrordus, Bonifatius, waarvan je je kunt afvragen of dat echte Nederlandse heiligen waren, alleen St Lidwina uit Schiedam. Er ontstonden Broederschappen, instanties die de bedevaarten gingen organiseren. In 1901 bestonden er al 34 broederschappen voor onze martelaren. In die tijd kwam de benoeming los van onze eerste pastoor, Johannes Busch. De martelaren stonden op het hoogtepunt van verering. In het begin van de dertiger jaren wijdde de bisschop van Haarlem , mgr. J.D.J. Aengenent de bakstenen kerk in die was gebouwd vlak voor het Martelveld te Den Briel. De kerk is van de Rotterdamse architect H.J. de Vries.
In 1972, 400 jaar na de val van Den Briel, werd deze val en de moord op de martelaren officieel herdacht. Naast kardinaal Alfrink en de katholieke minister Marga Klompé was ook koningin Juliana aanwezig. Zij maakte goed wat haar grootvader, de papenhater koning Willem III tijdens het 300 jarig bestaan had nagelaten, een gebaar van verzoening geven. De belangstelling liep in die tijd al flink terug.
Het is thans niet zo druk meer in Den Briel, maar het is zeker de moeite waard toch eenmaal daarheen ter bedevaart te gaan.
DE 19 MARTELAREN VAN GORCUM
(opgehangen op 9 juli 1572 in een turfschuur nabij Den Briel.)
11 Franciscanen of minderbroeders
1 Dominicaan of predikheer
2 Norbertijnen of witheren
5 wereldheren