Geschiedenis van het zangkoor “Jubilemus Domino”

damesenherenkoor

 

Zingen in de Hofkerk

Geschiedenis

Agenda

Leden

 

 


 

 

Één van de oudste instellingen in iedere parochie is het zangkoor. Hoe het ook zei, het koor dateert in elk geval van na 1902, want de houten noodkerk aan de Linnaeusparkweg werd dat jaar gebouwd. Rond de stichting van de noodkerk ontstond ook de stichting van een schola cantorum.

Bij de komst van pastoor Zoetmulder in 1909, hij was een fervent aanhanger van de Gregoriaanse kerkmuziek en mocht er onder zijn pastoraat alleen Gregoriaans gezongen worden. Het zou ook moeilijk geweest zijn om met de eerste bezetting van zes tot tien man meerstemmige missen uit te voeren. Pastoor Zoetmulder hield niet van meerstemmige missen, vond een orgel overbodig en nam genoegen met een harmonium.

In 1942 kwam pastoor Nolet naar de Hof en bleef dit Martelarenspecialisme gehandhaafd, maar daarnaast was er ook meer ruimte voor meerstemmige missen. Pastoor Nolet betaalde uit eigen zak de aanschaf van een noodorgel.
In 1947 werd Evert Willebrands dirigent en de schola bloeide op tot een sterkte van bijna 30 man, die in toga en superplie komende uit de sacristie, ging in processie door het middenpad naar voren en staande op het priesterkoor de Hoogmis, Vespers en Completen op te luisterden met overwegend Gregoriaanse muziek.
De Gregoriaanse muziek werd in veel parochies gezongen, de moeilijkheidsfactor werd onderschat en werd erbarmelijk mee gehaspeld. Maar in de Martelarenparochie, waar de monastieke uitvoering en monastieke sfeer zeer dicht werd benaderd, professioneel uitgevoerd..

In de zestiger jaren kwamen er ander dirigenten; na Evert Willebrands komt voor korte tijd de heer Willems en na hem René Verhoef.

In 1962 kwam het dameskoor, voor trouw- en rouwdiensten, en ging met het herenkoor een gemengd koor vormen, missen van Mozart, Schubert, Haydn komen op het repertoire, de Gregoriaanse wisselende en vaste gezangen raken in onbruik, liederen in de volkstaal nemen een steeds grotere plaats in.

In 1972 komt Frans Bleekemolen als dirigent met versterking van leden van de Gerardus Majellaparochie en bestaat het koor uit 32 dames en 12 heren. Het koor kwam tot grote bloei.

In de klassieke muziek heeft het koor tiental missen op het repertoire staan, waaraan jaarlijks tenminste twee nieuwe worden toegevoegd.

Het koor kon putten uit eigen solisten.
Ook al kwamen er nieuwe stromingen in de kerkmuziek. Maar de motivatie van dit koor is er niet minder door geworden. Het doel van dit koor is: het in stand houden van de oude cultuur van de Kerk en voorkomen dat de Latijnse klassieke missen, motetten en offertoria in de vergetelheid raken.

In 1984 vertrok Frans Bleekemolen. Evert Willebrands kwam voor een halfjaar als a.i. dirigent. En in oktober 1984 nam Piet Vessies het van hem over tot januari 1992. Zijn opvolger was Luc Löwenthal. Hij was in dienst tot juli 1997. Om het dirigentenloos tijdperk te overbruggen heeft Godfried Jansen ons geholpen tot na Kerstmis. En sinds januari 1998 is Catharina Bonsel als dirigent bij ons in dienst. Gijs Raeven als organist.

DIRIGENT
1908 dhr. Meder 1914 dhr Speets
1945 dhr. Visser 1947 dhr. Willebrands
1963 dhr. Huysen 1963 dhr. Verhoeff
1972 dhr. Bleekemolen 1984 dhr. Vessies
1992 dhr. Löwenthal 1998 tot heden Catharina Bonsel