07/04 Toespraak Zuster Elvira

Preek 7 april 2019 Amsterdam.     Ga en herstel mijn huis.

 

Beste mede-gelovigen, goed dat we bij elkaar zijn.

Ik dank u allen dat ik hier mag zijn, om  iets  te vertellen over mijn ervaringen en over het thema: “Ga en herstel mijn huis”.

Ik ben zuster Elvira, en kom uit Indonesië ( West Timor Atambua).

Nu ben ik bijna 13 jaar in Den Haag.

Ik wil graag eerst vertellen waar ik tegenwoordig mee bezig ben.

Pastorale zorg voor de kinderen.

De eerste communie,  vormsel en doop voorbereidingen, en ook woorddienst met de ouderen.

Ik ben lid van de Internationale commissie katholieke vrouwen op het gebied de Europese unie.  Wij zijn geroepen om andere vrouwen te helpen totdat ze zelfstandig kunnen zijn en voor hun rechten op kunnen komen. Dat zij een veilige plek hebben om te leven,  een echt thuis.

Thuis

Op een bord stond geschreven: ‘Home is where happiness lives’ (Thuis is waar geluk woont). Toen ik dit las, dacht ik:  waar is ‘thuis’ nu?

Wat maakt een huis eigenlijk tot een thuis? Liefde, Heimwee, verlangen en geloven?

Thuis kent men je naam, kun je jezelf zijn en tot rust komen. Thuiskomen bij jezelf en thuiskomen bij God. In dit leven zijn wij geroepen om een besef van het ‘hemelse’ in te brengen in de eigen situatie. We gaan proberen om van ons huis een ‘thuis’ te maken. Dit geldt in de breedste zin voor de aarde zelf. In de encycliek Laudato Sí  pleit Paus Franciscus voor goede zorg voor ons “gemeenschappelijke huis,” de aarde.

We moeten onder meer oog hebben voor het milieu en voor elkaar. Dat betekent dat onze kerk een huis is voor velen: waar mensen welkom, vrij en veilig mogen zijn, met kansen voor zelfontplooiing.

Het betekent dat onze kerk, een  ‘veilige plek’ is, een plek waar je de liefde kan voelen. Waar de liefde heerst, proef je dat meteen. Je voelt je direct thuis. Dat wil zeggen dat we voor elkaar een thuis kunnen zijn, door zo met mensen om te gaan dat ze zich veilig weten en gerespecteerd. Ik  vind  troost in het besef dat God zelf de Liefde is, en dat Hij onder ons is komen wonen (Johannes 1,14). Zijn Geest is de Helper die liefde schenkt en ons de weg wijst (Romeinen 5,5; 8,26). Die maakt het mogelijk om vol te houden in de liefde. Met God moet het dus wel lukken – om zelfs in deze ballingschap – van ons huis een warm en gastvrij thuis te maken.

Vorige week hebben we gehoord over de verloren zoon. Daar hadden we gehoord hoe God als een barmhartige Vader is. Wat je ook gedaan hebt, hoe los – van- God je ook hebt geleefd, de Vader staat al je te wachten. Zijn hart trilt van vreugde als hij merkt dat je aan het terugkomen bent. Dan  ontdek je hoe Hij is, hoe Hij reageert, hoe bewogen en vol ontferming Hij spreekt en handelt.

En het evangelie van vandaag  gaat over een overspelige vrouw. Eigenlijk  kunnen wij het veel ruimer zien:  wij zijn allemaal ergens zondaar. Niet alleen door overspel, maar ook op veel andere manieren. Geen doorgewinterde grote zondaar, maar wel soms hinderlijk kleinburgerlijk in ons denken en doen. Eerlijke zelfkennis waarin we botsen op ons tekort aan werkelijke liefde. Als medemens hebben wij soms last van hebzucht, geldingdrang, waardoor een ander gemakkelijk geïrriteerd raakt. Ik noem maar wat. Er lijkt in ons innerlijk zoiets als een instantie te zijn, als die beschuldigende mannen in het evangelie.

Ik denk dat het een verhaal is met een open einde, een lege plek die ieder zelf in kan vullen. Er is overigens niet veel fantasie voor nodig om te vermoeden welk een wellicht dramatisch complex hierachter schuilt, als je alleen al denkt aan de bedrogen echtgenoot en hoe die zich moet voelen.

In dat hele complexe gebeuren wijst Jezus een weg: niet werken met de botte bijl, niet met stenen gooien, maar vanuit de grondhouding van barmhartigheid. Dat betekent eigenlijk dat je je door Jezus” bevrijdende liefde laat aanraken, diep in je hart. Proberen de weg te gaan van vergeving en verzoening. Zoals de eerste lezing aangeeft: “Sta niet stil bij het verleden. Ik ga iets nieuws beginnen”. Zoiets kunnen wij ook zeggen: Ook ik veroordeel jou niet.

Beste medegelovigen,

Wij zijn hier in de parochie Franciscus en Clara.  Zoals we weten kwam Franciscus uit een rijke familie. Maar hij heeft alles achtergelaten.  Franciscus bekeerde zich.  Hij gaf niet alleen zijn leven aan God en gebed, maar hij koos ook voor armoede en dienstbaarheid aan de armen. Hij kreeg  een visioen waarin hij werd aangesproken door Christus aan het kruis, die hem liefdevol aansprak: “Ga en herstel mijn huis.” Eerst dacht hij dat hij het kerkje San Damiano moest herstellen, maar later begreep hij dat het om de Kerk van Christus gaat. Daar heeft hij vernieuwing, saamhorigheid en liefdevolle barmhartigheid gebracht.

Door Franciscus koos St. Clara  voor het leven voor God en de arme mensen vooral voor vrouwen. Zij was een nederige vrouw maar  vol van vuur. Ook een krachtige vrouw die andere vrouwen wilde inspireren. Haar motto was: “Niemand kan mij afbrengen van de dienst aan de almachtige God”.

St. Franciscus en St. Clara zijn beiden ons voorbeeld  om de kerk, het Huis van God, te helpen herstellen, zoals hij het Damianhuis opknapte. Ik ben zelf daar geweest en ik heb alle mooie dingen van Assisi ervaren.  Ik ben erg  geïnspireerd door St. Clara. Zij heeft  heel veel betekenis voor de vrouwen en armen.  Franciscus en Clara waren heel goed in het samenwerken. Dat betekent dat wij allemaal een kleine Franciscus en Clara van vandaag kunnen  zijn, in het herstellen van onze kerk. Dat onze kerk weer een thuis is voor iedereen. Wij streven naar eenheid en samenwerking.  Juist hier, in de parochie Franciscus en Clara, kunnen we de wereld laten zien dat wij door onderling begrip en solidariteit kunnen werken aan een betere wereld, een thuis voor iedereen.

Beste mensen,

Samen gaan we nu elke dag voelbaar naar het PAASFEEST toe. Feest van nieuw leven, van nieuw zijn, van plaats voor iedereen, van een nieuwe toekomst. Ik ga opnieuw beginnen: zegt God. Wij krijgen een nieuwe kans.  Dat betekent dat wij opnieuw door God geroepen zijn om ons eigen hart te herstellen. Is mijn hart schoon genoeg om de Verrezen Heer te verwelkomen?  Zijn wij bereid om samen te werken voor die eenheid? Vandaaruit vormen wij samen het Lichaam van Christus.

Beste mensen, ik eindig deze preek met dit lied.

Zegen ons waar we in geloof voor leven.
Zegen ons waar we hoop en liefde geven.
Zegen om de ander tot zegen te zijn.
O God, zegen ons tot in eeuwigheid!

Vader, maak ons tot een zegen, hier in de woestijn.
Wachtend op uw milde regen, om zelf een bron te zijn.
Met een hart vol vrede, zijn wij zegenend nabij.
Van uw liefde delend, waarin wij zelf tot bron van zegen zijn. Amen.