Teksten gedachtenisviering Nico Essen

U vindt  hier onder teksten en toespraken uit de gedachtenisviering van Pastor Nico Essen op maandag 22 juli 2019.

Woord van welkom

Wij zijn hier samengekomen
‘In de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen’.
‘Moge God die ons mensen kracht en troost schenkt
bij ons zijn op deze dag dat wij Nico gaan begraven,
in dit uur dat wij Nico Essen voor het laatst hier in ons midden mogen weten.’

Welkom allemaal,
welkom in het bijzonder:
Ina en Aafke, zijn vijf broers en zijn zus,
zijn schoonzussen en zwagers, neven en nichten;
welkom ook zijn vrienden, zijn collega’s, zijn parochianen van de Martelaren.
Welkom u allen die zich persoonlijk  met Nico verbonden voelt.
Goed dat u met zovelen gekomen bent.

Ina en Aafke,
jullie worden van ons allen  wel het meest getroffen door de dood van Nico.
Hoe gelukkig was hij niet met jullie alle twee, en jullie met hem.
Vele mooie verhalen kunnen jullie daarover vertellen.
Maar daar hoort ook bij het verhaal van verdriet.
Dat begint op 30 november 2017, toen Nico de diagnose ‘kanker’ kreeg.
De weg daarna van hopen en wanhopen zijn jullie samen met hem gegaan.
Het werd ook jullie weg van verdriet, zeker toen meer en meer duidelijk werd,
dat het gevecht tegen de kanker geen zin meer had.
In liefde en met overgave hebben jullie afscheid van Nico genomen.
Daarmee is niet het verdriet weg.
Zeker op een dag als vandaag vecht je tegen je tranen.
Maar weet, al deze mensen hier staan als een steun om jullie heen,
om jullie te sterken.
Allen zijn we verdrietig, en samen met jullie willen we het verdriet delen.

Bij het zien van zo overvolle kerk
moet ik denken aan zondagmiddag 17 juni van het vorig jaar:
de ‘Meet&Pray’ -samenkomst rondom Nico.
Velen van wie hier vanmorgen zijn, zullen er toen ook geweest zijn.
Het ging toen al niet goed met hem, zijn stem dreigde het te begeven.
Maar gelukkig Nico kon zijn verhaal houden, en hij straalde.
Vrienden die veel op Nico’s levenspad betekend hadden spraken hem toe.
Er werd voor hem gebeden. Er werd gezongen: het waren veelal liedjes
die hij zelf ooit gemaakt had.
De ‘Meet&Pray’ van vandaag zal anders zijn.
Het spreken zal nog moeilijker zijn; de liederen zullen gedempter klinken.
Maar het verhaal van Nico, van Nico’s leven,
zal ook in deze Gedachtenisviering centraal staan.

De maand juli is een vakantiemaand.
Een aantal familieleden, mensen uit de parochie, goede vrienden van Nico
zijn op vakantie. Sommigen keerden terug, anderen bevonden zich al ver weg en kunnen er vandaag niet bij zijn.
Maar zij hebben Ina en Aafke laten weten dat zij vanochtend
in gedachten bij hen, bij ons zijn.
En ook de mensen uit Malawi, met wie Nico contact had,
en die bericht van zijn overlijden hebben ontvangen,
zijn met het verdriet van de Martelaren verbonden en zullen voor Nico bidden.

Nico staat hier voor de laatste keer  in zijn kerk – de Martelaren –
waar hij 27 jaar pastor is geweest.
Het was een parochie naar zijn hart: een plek waar hij met zijn geloof en zijn talenten
zichzelf kon zijn; en kon uitgroeien tot de pastor die hij geworden is.
Een plek ook waar hij kon werken aan zijn droom van de kerk:
een kerk als een plaats van ontmoeting, als een akker waar honderd bloemen mogen bloeien.
Passend bij Nico zijn nu al die verschillende bloemen rondom hem.
In de kerk wilde hij vele kleuren laten zien.
En voor zulk een pracht, zo’n veelkleurigheid van leven schiep hij alle kansen.
Vanaf deze plaats heeft hij met verve gepreekt,
hierin liet hij zijn parochianen de rijkdom van het evangelie zien
door te vertellen van de verrassingen in de tekst die hij gevonden had.
En bij vele uitvaarten van parochianen stond Nico vaak daar,
waar hij bad en woorden van troost sprak.

Laten wij dat nu doen.
‘Soms breekt uw licht in mensen door, onstuitbaar’, staat er op de rouwkaart
Dát licht heeft Nico in zijn liefde en zorg, in zijn vriendschap en aandacht,
thuis bij Ina en Aafke, in zijn familie- en vriendenkring,
in zijn pastoraat, of zomaar in een ontmoeting ons telkens getoond.
Nu zijn eigen levenslicht gedoofd is, en hijzelf niet meer Gods licht kan doorgeven,
willen wij Nico in het licht plaatsen, opdat het licht dat hij gebracht heeft,
niet zal doven.
We doen dat door de kaarsen rondom de baar met zijn gestorven lichaam aan te steken met het vuur van de paaskaars.
Dat vuur is een teken van hoop in onze geloofsgemeenschap,
omdat de paaskaars het symbool is van de verrezen Christus.
Het aansteken zal gedaan worden door Ina, door Aafke,
door Marit, Nico’s petekind, namens de familie,
door Mary, namens de parochie De Martelaren,
door Loek namens de vriendengroep uit Hoorn,
en door Piet namens de cabaretgroep Axioma.

Mag ik jullie vragen elk bij een kaars te gaan staan.
En terwijl de kaarsen rondom Nico aangestoken worden, zingt het koor:
‘Wohin soll ich mich wenden’.

 

Preek uitvaart Nico

Lieve Ina en Aafke,
broers, zus Afra, schoonzussen, zwagers en
overige van de familie van Nico en Ina,
beste vrienden en vriendinnen van Nico,
van wie er velen parochiaan van de Martelaren zijn,
beste allemaal.

Toen Nico besefte dat zijn dood heel dichtbij kwam – een aantal weken geleden –
vroeg hij mij of ik in zijn uitvaart wilde voorgaan.

Nico en ik kenden elkaar al vanaf de jaren zestig.
van het klein seminarie Hageveld , van onze  theologiestudie in Amsterdam.
In het studentenhuis waar we woonden, lagen onze kamers tegenover elkaar;
koffie drinken ’s middags en ’s avonds deden we vaak samen;
dan praatten we elkaar bij over die dag
en hadden ook lange gesprekken over onze toekomst.
We zijn vele jaren met elkaar op vakantie geweest, samen met Jan van Mastwijk;
En we gingen vaak samen naar het toneel, tot vorig seizoen nog.
Samen met Nico ben ik een jaar naar Israël geweest.
Ik mocht getuige zijn bij zijn huwelijk met Ina,
en ik doopte Aafke, hier in de kerk.

Nico vroeg mij half juni de gedachtenisviering van vandaag te leiden.
Het boekje voor deze viering had hij nagenoeg al klaar.
Ik hoefde slechts aan te nemen, wat hij bedacht had.
Aafke zei nog: ‘Als je wilt, zorgt Nico ook nog voor de preek.’
‘Die maakt hij het liefst ook zelf.’

Ja, dat was Nico ten voeten uit.
Het liefst hield hij zoveel als het kon de regie in eigen hand.
Zoals hij het in zijn hoofd had, moest het eigenlijk gebeuren.
Dat was in onze vriendschap niet altijd gemakkelijk.
Maar als goede vrienden kwamen we er wel uit.
En dikwijls had hij gelijk.

Nico had een scherpe kijk op wat er speelde,
en lokte daarmee de ander uit.
Zo wilde hij ook preken.
De preek moest geen doorsnee verhaal worden,
maar de tekst moest verrassingen in zich bergen.
Lezen uit de Schriften was voor Nico: van verrassing naar verrassing gaan.
En dan weet je wat er gezegd moet worden.
Dat had hij van zijn leermeester Frans Breukelman overgenomen.
de bijbel zelf laten spreken,
maar Nico verstond de kunst daarin altijd concrete personen,
en concrete situaties in laten meespreken.
Vaak vroeg hij dan: ‘dat kan ik toch zo wel zeggen?’
Niet omdat hij twijfelde aan zijn woorden, maar om te zien,
hoe ik erop zou reageren.
Met Kerstmis en met Pasen wisselden we na de feestdagen dikwijls onze preken uit.

Preken deed Nico graag.
Daarom stak het hem ook zo,
toen na de beëindiging van zijn werk als pastor van de Martelaren
het hem verboden werd om nog voor te gaan hier in zijn kerk, zijn thuiskerk.
Na lang bestuurlijk heen en weer gepraat kon er voor de viering van zijn 70ste verjaardag – op 17 maart van dit jaar – een uitzondering op dit verbod worden gemaakt.
Het deed veel pijn vooraf, maar het mocht doorgaan.
Samen zijn we die dag voorgegaan, samen ook met pater Marianus.
En deze laatste verjaardag – hier in de kerk gevierd – werd een groot feest.
Mede door zijn preek werd deze dag hier een feestelijk gebeuren.

Preken maken, teksten schrijven kon Nico goed.
Juweeltjes aan teksten heeft hij afgeleverd.
Verschillende van zijn liedjes werden er op de ‘Meet&Pray’-middag gezongen.
Maar meer nog dan op schrift
kon Nico anderen raken in zijn persoonlijke gesprekken.
Met aandacht voor de persoon, en ook met de nodige humor
wist hij bij anderen iets los te krijgen.
Hij had een grote vriendenkring en een nog grotere kennissenkring.
In zijn pastorale praktijk heeft Nico talrijke gesprekken gevoerd,
juist met hen die weinig van huis kwamen en weinig bezoek kenden:
mensen die hij met een kort bezoek blij wist te maken.

Voor deze gedachtenisviering heeft Nico – dat zult u begrijpen – zelf ons
het evangelie van de vijf broden en de twee vissen aangereikt.
Bij de uitvaarten hier in de kerk gebruikte hij veelal deze tekst.
Zijn laatste preek hield Nico op 25 mei in het Sarphatihuis;
ook in die viering was dit verhaal het vertrekpunt voor zijn preek.

‘Persoonlijk vind ik dit de mooiste evangelietekst’, zei hij.
‘Want het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging
is de kern van het evangelie: God is genadig. De Heer is mijn herder.
Het zal mij aan niets ontbreken. Hij geeft brood en vis genoeg.’
Hiermee sprak Nico ook zijn persoonlijk geloof uit.
Ook al wilde hij graag de regie in eigen hand hebben,
Nico wist heel goed dat hij niet meer dan vijf broden en twee vissen had.
Maar dat wil niet zeggen dat hij niet van meer droomde.
In zijn dromen, of mag ik zeggen in zijn geloof,
werd het beperkte aantal dat hij in handen had, ruimschoots overstegen.
Nico droomde van een overvloed voor iedereen, van de uitdeling die genade heet.

De kerk van Jezus – de kerk waarin Nico wilde werken – moest niet gekenmerkt worden door beknotting en beperking.
Het zijn niet de aantallen vijf en twee , die leven geven in de kerk;
zoals het niet de regels voor dit en voor dat niet de kerk maken;
het zijn niet de beperkingen van wel of geen ambt, die God
dichter bij de mensen  brengen. Dat doet God wel.
De kerk heeft ruimte en vrijheid nodig.
‘Honderd bloemen zullen bloeien’. Het is een lied dat hier vaak gezongen is.
Niet voor niets was dit lied Nico zeer geliefd.

Dromen van een kerk waar ruimte en vrijheid is voor velen,
waar verschillende kleuren naast elkaar kunnen bestaan.
Als je dat kunt zien,
dan zul je ook kunnen dromen dat vijf broden en twee vissen genoeg zijn
om de velen die gekomen zijn, te voeden.

Mensen komen naar Jezus, vertelt het verhaal.. Zij hebben Hem nodig.
En als het laat wordt, komt er voor hen er alleen maar een probleem bij.
‘Stuur ze toch weg’, zeggen wij al gauw.
Maar Jezus zegt: ‘Het gaat niet om het tekort dat je hebt.
Wie je ook bent en waar je ook mee aankomt, waar jouw tekort ook ligt,
en hoe onvolmaakt de situatie ook is: weet je bent kostbaar.
Je zult gevoed worden. Allen zullen gevoed worden.
Weet: Er is er één die voor je zorgt; die voor allen zorgt.
Brood en vis is er voor iedereen.
Het is de uitdeling van de genade: jij mag bestaan, jij hoort erbij.
Voor iemand als Nico, iemand die gelooft  in deze vrijgevige hand van God,
voor zo’n iemand is het geen ramp dat je maar vijf broden en die twee vissen hebt.
Ga niet denken:  ‘Vijf en twee, het stelt niets voor’.
Breng ze bij Jezus. Geef wat je hebt aan Hem. Hij kan er wonderen mee doen.

In dit vertrouwen is Nico gestorven.
Zijn levensdagen waren eigenlijk bij lange na niet voldoende.
Vijf en twee: zeven – zeventig levensjaren.
Dat is toch niet het toereikende aantal jaren om tot vervulling van je leven te komen?  Bij zeventig jaar zijn er nog zoveel verwachtingen, nog zoveel plannen.
‘Heeft hij niet tekort van zijn Heer gekregen?’
Nico zelf deed niet verkrampt over.
In een e-mail van 9 juni aan zijn familie, aan zijn vrienden,
schreef hij onder het kopje ‘slecht nieuws’
over het bezoek aan de longarts van die dag.
Deze had hem en Ina verteld dat de kankercellen toegenomen waren
en dat er geen verdere behandeling meer mogelijk was.
Nico schrijft dan verder in dat bericht:
‘Hoeveel keren heb ik in de kerk niet gelezen uit het boek Prediker:
‘Er is een tijd voor alles. Er is een tijd van leven. Er is een tijd van sterven.
Nu treft het mij.
Ik heb een prachtig leven gehad. Die tijd om te sterven is aangebroken.
Met de verwijzing naar die ene zin van Paulus: ‘Geloof, hoop en liefde zullen blijven,
alle drie, en de grootste is de Liefde’ kon Nico het woord van Prediker aan.
‘Er is een tijd van leven. Er is een tijd van sterven. De tijd om te sterven is voor mij aangebroken. De Liefde blijft.
Opnieuw een verwijzing van Nico’s geloof in de vrijgevende hand van God,
die niet beknot, aftikt en afbreekt, maar die ruimte en vrijheid schenkt.
Niet vijf en twee : het leven stelt niets voor;
maar geef wat je hebt aan Jezus en de Liefde zal zegenrijk jouw deel zijn.

Na dit doktersbezoek ging  Nico, zoals hij altijd alles graag zelf in handen hield,  aan de slag om deze gedachtenisviering te regelen. Hij belde mij; ik ging bij hem langs; en passend bij Nico had hij het boekje voor deze gedachtenisviering al klaar.
Maar goed ook, want het afscheid kwam sneller dan gedacht.

Nu het einde gekomen is, mogen we de brokken van de tafel ophalen.
En zie, Nico laat ons twaalf volle korven achter.
Want niet de levenslengte telt, maar het levensverhaal
niet hoe lang je leefde, maar wie je werd:
je liefde, je vriendschap, je humor, je teksten,
de aandacht, de zorg die je had,
dat alles wat je had.
Nee, dat alles wat je hebt toegevoegd.
Het was niet slechts vijf en twee; ook jij, Nico,  gaf meer,
genoeg voor iedereen.

Voorbeden

Deze voorbeden zijn door Nico en Ina gemaakt. Ze komen voor een deel uit de Meet & Pray en uit de uitvaartdiensten die Nico altijd met liefde heeft gedaan.

 

Laat ons bidden:

 

Goede God,  Wij danken u voor Nico, die ons zo lief was.

Soms breekt uw licht in mensen door, onstuitbaar. Bij deze tekst van Huub Oosterhuis denken we aan  Nico. Hoeveel heeft hij in zijn pastoraat kunnen betekenen voor mensen, hoe heeft hij meegeleefd in vreugde en verdriet en hoe heeft hij iets van Gods licht kunnen uitdragen als mensen het moeilijk hadden.

Wij danken u voor alle vriendschap en liefde die van hem zijn uitgegaan, en voor de vrede, die hij heeft gebracht.

 

Heer, wij bidden U, dat er niets van dit mensenleven verloren zal gaan,

dat wat hij geleefd en gedaan heeft ten goede zal komen aan deze wereld:

en dat al wat hem heilig was geëerbiedigd mag worden door de mensen die na hem komen.

Wij bidden U dat hij voort mag leven in hen, die hem dierbaar waren,

in hun geloof, in hun hoop, en in hun liefde.

 

We bidden voor elkaar,

en voor allen die van Nico gehouden hebben.

Wij gedenken zijn dierbaren, die gestorven zijn,

Met name noemen wij vader Dirk en moeder Gitta, Chris Essen, peter en meter ome Klaas en tante Toos, ome Jaap en tante Afra, vader Fred Steman en de andere overleden ooms en tantes van de familie Essen – de Wit en de familie Steman – de Boer.

Ook wil ik noemen Nico’s goede vrienden Jan van Mastwijk en Gerrit Reus, en uit de Axioma groep Margreet Andriol,  Jos Deen en Meinard Botman.

 

Wij gedenken ook zijn lotgenoten gestorven aan asbest: Paul Visser, Peter Appelboom, Wiet Top, en Jaap Morel.

En ieder gedenkt  zijn eigen dierbaren…

Dat zij mogen leven in het licht van God en in ons hart.

 

Nico hield van een kerk waar honderd bloemen mogen bloeien, waar een tafel klaar staat voor iedereen. Wij bidden voor geloofsgemeenschappen waar iedereen zich gehoord en gezien voelt en geraakt wordt door bevlogen en betrokken voorgangers.

 

Wij bidden voor de leerkrachten en leerlingen van de middelbare school in Malawi. Dat de jongeren worden opgeleid tot zelfstandige, weerbare en kundige mensen. Dat zij door dit onderwijs een betere toekomst tegemoet gaan en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun land.

 

Wij bidden voor de wereld, waarin wij leven,

dat wij toegroeien naar een rechtvaardige en menselijke wereld,

waarin aandacht en zorg is voor elkaar.

Wij bidden voor de kinderen: om een onbezorgde jeugd,

en voor de jongeren om toekomst en geluk in hun leven.

Wij bidden voor de zieken om hoop en vertrouwen en lieve mensen om hen heen.

Wij bidden voor de ouderen dat zij eerbied mogen ontmoeten en genegenheid.

En wij bidden voor allen die leven moeten met een lege plaats aan hun zijde,

om troost, om kracht, om liefde.

Geef ons uw adem en uw kracht

dat wij vol hoop en vastberaden verder gaan op de weg van het leven

en elkaar vasthouden en waken dat geen van uw mensenkinderen verloren loopt.

Amen.

 

Lied: Niemand leeft voor zichzelf.

 

Toespraak Pieter Essen, broer van Nico

 

Lieve Ina en Aafke en alle anderen,

 

 

Toen ik Nico vroeg of hij boos was op wat hem 45 jaar geleden was overkomen is, zei hij,

Nee ik ben niet boos, nee ik heb gewoon pech gehad.

Pech gehad, daar mee eindigt het verhaal.

 

 

Het  verhaal begint bij de geboorte in Grootebroek, toen nog een katholiek lintdorp ergens tussen Hoorn en Enkhuizen. Het had erger gekund. Nico was de tweede zoon van Dirk Essen en Gitta de Wit. Vader was een bouwer en zorgde voor kinderen.. Moeder zorgde voor de kinderen.

6 jongens en een meisje. Zo ging dat.

Vader was ook blij met zijn jongens. Als je groot genoeg was mocht je met hem mee de polder in. Met de schuit. Dat wilden we graag. Tulpen koppen, bollen rapen, bloemkool planten. En nooit kalm an.

Wij maakten van elke klus een wedstrijd. We waren geen knechten. We waren kopmannen. ‘s Avonds gingen we gerust nog even door, waarna we nog een touretappe nabootsten met venijnige klimmetjes op weg naar het strand van Broekerhaven.

We waren Merkx, Ocana en Zoetemelk.

Theo en Nico zwommen daarna nog even naar de boei het stof uit hun longen en de prut onder hun nagels  vandaan.

Maar met grote broer Kees en later ook Sjaak, was er voor Nico, op het land weinig eer te behalen..

Gelukkig was er Tante Dora, die zorgde dat er een piano in huis kwam. Dat bracht gezelligheid in huis. Bij al mijn broers en zus staat een piano in huis. Voor als Nico kwam.

 

Maar Nico wilde heel graag priester worden.

Volgens onze opa moest  een goede priester over drie kwaliteiten beschikken.

  1. Een goede stem.
  2. Goed kunnen zingen
  3. Goed kunnen preken.

Zo simpel was het echter niet.

Op 12 jarige leeftijd vertrok Nico naar seminarie Hageveld.

Zes jaar sliep hij in een chambrette van twee bij anderhalve meter achter een gordijntje. Hij leefde ver van ons,  In een compleet andere wereld tussen priesters en nonnen.

Alleen in de vakanties zagen we hem.

Na het behalen van zijn diploma, dook Nico zoals van hem verwacht, verder de Theologie in. De Katholieke Theologische Hogeschool in het Amsterdam aan het eind van de jaren zestig!

Wat een cultuurschok.  De tijd van flower power, baas in eigen buik!

Maar Nico wilde priester worden.

 

Toch sloeg De Twijfel snel toe.  Na twee jaar wist hij het niet meer.

Een goede stem, en  goed kunnen zingen. Was geen probleem. Maar preken op basis van  die soms bizarre Bijbelverhalen ? Dat viel hem zwaar. Dankzij dominee Frans Breukelmans, zag hij toch nog het licht. Na 10 jaar hard studeren behaalde hij zijn bul.  Maar was hij nu klaar voor het priesterschap? Wij dachten nog van wel!

 

 

Door de week had hij wat baantjes in de hoofdstad, maar in de weekends kwam Nico steeds vaker Thuis.  En dat was Fijn. Eindelijk zagen we hem. En vond hij zijn  plaats terug in ons gezin.

Hier kwam zijn talent als pianist, goed van pas.

Het werd de tijd van de beatmis.

Hij bemoeide zich met de liturgie en bouwde een gezellige vriendenploeg op met elke week wel ergens een feestje. Niet veel later werd hij gevraagd pianist te worden bij Axioma, de  Lutjebroekse cabaretgroep, die in de wijde omgeving veel publiek trok.

Nico schreef het ene liedje na het andere liedje met als hoogtepunt natuurlijk, “de klanken van Amadeus “.

Dat liedje over een jongen en een meisje die samen met wat hulp van een onbekende man, en de  muziek van Amadeus, hun eigen  paradijsje op aarde trachten te scheppen.

 

Op feesten begeleidde hij moeder bij het Vilja lied, Ave Maria.

Wij maakten prachtige revues en Nico zorgde dat het goed werd. Wij heffen de glazen, oom tante daar ga je. Het klonk uit 1000 kelen. Wat hadden we een plezier samen.

 

En dat priesterschap bleek achteraf nooit een issue geweest te zijn. Moeder had dat altijd al gezien. De meisjes lieten hem nooit koud. En dat was wederzijds. Mijn broer kon goed luisteren. Dit bleek een garantie voor succes.

Moeder was ontzettend blij dat haar zoon ook als pastor, ongewijd, in een parochie aan de slag kon. Hoorn was zijn eerste plek.  Lekker dichtbij.

Maar na 10 jaar studentenleven en het leven van een normale vrijgezel, wist hij niet wat hem overkwam.

7 dagen per week aan de slag! En elke dag onvoorwaardelijk bij vreemden in de watten worden gelegd met koffie en taart!  Hij kwam kilo’s aan. Maar Pai Nosso maakte veel goed.

 

Na 9 jaar vertrok Nico met zijn vriend Ruud voor een sabbatjaar naar Israël, op zoek naar de bronnen van de religies,  maar ook om zich op zijn toekomst te bezinnen. Daar ontdekte  hij dat hij zijn weg had gevonden.

Hij vond een plek in Amsterdam, de Martelaren van Gorkum. Hier stond hij meer dan 25 jaar.  Het was  een prachtige tijd. Voor heel veel mensen in de Watergraafsmeer heeft hij veel kunnen betekenen. Hij deelde in de vreugde  bij de doop van een pasgeboren kind, of de zegening van een huwelijk, zeg maar de piekmomenten uit het leven van gewone mensen.

Maar hij was ook deelgenoot van het verdriet op dagen zoals deze. Zo gaat dat.

 

Wij hebben zelf ook die blijdschap met Nico mogen delen bij veel doopjes en huwelijken in onze familie.

Bij de uitvaart van onze ouders, Chris, onze ooms en tantes, voelden we het verdriet, en hielp hij ons op bewonderenswaardige wijze dit verdriet te dragen en een plaats te geven.

 

 

En Toen…. En toen

Zag Nico Ina,  :   De klanken van Amadeus klonken!

Vlak voor de kerstavond werd Aafke geboren.

Nico met Ina beleefde zijn eigen piekmomenten

Wat een geluk!

 

Annette, Sanne, Minke Floor en ik, zeg maar de ongelovige tak van de familie Essen, zijn ontzettend blij en dankbaar dat wij met grote regelmaat daar getuige van mochten zijn. Een paar weken nadat Sinterklaas bij ons zijn spannendste bezoek ooit achter de rug had, zagen  we in de Watergraafsmeer een soort van “familiebedrijf” opbloeien waarin Aafke in een stampvolle  kerk zich ontwikkelde  van ster tot mega-ster ,

We zagen Ina het kerstspel regisseren,

we hoorden de prachtigste liederen

En Pastor Nico preekte vanaf deze plek:

Soms breekt uw licht in mensen door, onstuitbaar.

 

Aan het eind in de koffiebeuk, mengden wij ons tussen al die aardige mensen uit de Watergraafsmeer. Limonade, koffie en kerstbrood. We zongen thuis nog de hele week al die kerstliedjes, Op eerste kerstdag, gaan alle deuren open, Kon het maar altijd kerstmis zijn. Onlosmakelijk blijven wij met Kerst aan Nico verbonden .

 

Maar zijn leven eindigde dus met de pech, die hem 40 -50 jaar geleden is overkomen. Bizar.

Pech voor Nico,

Pech voor ons.

Pech voor ons Allemaal.

 

Ik nodig Theo uit.

 

Toespraak Wim Nypels

 

Nico heeft 27 jaar onze parochie als pastor gediend. Zijn 25-jarig jubileum als pastor was ongekend. Hoe kan dat ook anders voor iemand met zo veel talenten. Nico was een perfecte regisseur, zonder zelf op de voorgrond te treden. Hij gaf alle eer aan anderen. Alle talenten hier aan de orde laten komen lukt mij gewoonweg niet, vanwege de tijd van spreken.

Toen Nico aan het begin als pastoraal werker werd aangesteld was dat in een parochie waar tot dan toe alleen maar gewijde priesters voorgingen. Dat was niet eenvoudig. De eerst verantwoordelijke van de parochie, in die tijd deservitor genoemd, was Thijs Buter, de pastoor van de Christus Koningparochie. Thijs gaf extra aandacht aan Nico en samen met zuster Everharda organiseerden zij, het NET-werk. Die letters N E T sloegen op Nico, Everharda en Thijs. Everharda was één van de zusters van het klooster aan de Linnaeushof, die veel pastoraal werk verrichtte. Voor Nico was dit NET werk essentieel om in de begintijd de parochie te leren kennen.

Al spoedig bemerkten de parochianen dat Nico een groot hart voor de parochie toonde, een luisterende herder, die goed kon organiseren en regisseren.

Tijdens het 100 jarig bestaan van de parochie in 2002 moest het kerkgebouw grondig gerestaureerd worden.

Nico vond in eerste instantie zo’n uitgebreide restauratie van een paar miljoen wel erg ver gaan. Er gingen weken voorbij waarbij er ogenschijnlijk weinig gebeurde. De steunberen van dit kerkgebouw werden nauwkeurig onderzocht. Voor een leek ontbrak enige vooruitgang. Maar Nico was te overtuigen en hij ging er helemaal achter staan. De Stichting Restauratie kanjermonument Hofkerk werd opgericht en Nico zocht en vond vele donateurs. De restauratie is met succes afgerond.

Ook volgde de uitbreiding en restauratie van het kerkorgel.

Nico vond de restauratie en uitbreiding van het orgel te duur. Je moet zorgvuldig omgaan met het geld van de parochie. Valt daar een uitgebreide restauratie onder. Er moest veel water door de Amstel stromen om Nico enthousiast te krijgen. Toen hij om was kwam hij enkele dagen later met een succes. Hij had een parochiane gevonden die een groot gedeelte van de restauratie wilde betalen. Als je Nico achter je hebt staan lukken de opdrachten.

Nico keek ook over de grens en hij zette zich in voor het ontwikkelingswerk.

Zo ontstond het project Malawi, een arm Afrikaans land rond de evenaar. De Broeders van Maastricht leidden er een school. Om meer kinderen onderwijs te kunnen aanbieden was een brug nodig over een rivier. Anders was de tocht voor de scholieren te lang en te gevaarlijk. Er ontstond een project van de broers Thomas en Cas Lechner, met ondersteuning van Nico. De brug kwam er dankzij allerlei acties waarbij Nico een drijvende kracht was. Zo kwamen er jaarlijkse sponsortochten. Ina deed volop mee aan de organisatie. Veel kinderen van de Sint Lidwinaschool liepen hun rondjes voor Afrika. Na de brug zette de parochie zich in voor een aantal gebouwen rond de school. Nico was zo enthousiast dat hij in 2013 zelf naar Malawi toe is gereisd. De laatste berichten uit Malawi zijn nog steeds hoopvol, ondanks de natuurrampen die over Malawi gingen, staat de school er nog.

De liturgie vond Nico erg belangrijk. De jeugd wist hij bij het kerkgebeuren te betrekken door samen met Ina en later ook Aafke het kinderkoor te leiden. Het gebeurde zelfs dat een groot gedeelte van de klas van Aafke op het kinderkoor ging zingen. Het koor klonk als een klok. Vanuit het kinderkoor ontstonden andere activiteiten, zoals het kerstspel tijdens de kerstviering en het kindje wiegen, waarbij de kinderen konden zingen en musiceren. Een groot succes met veel kinderen met hun ouders en grootouders. Zo ook het eieren zoeken op paaszaterdag.

Als man van de communicatie besteedde Nico veel aandacht aan het parochieblad Hofnieuws. In zijn rubriek in memoriam schonk hij jarenlang veel aandacht aan de overledene. Hij typeerde hen op gevoelige wijze met inachtneming van de privacy, alles tot steun van de nabestaanden. Het laatste in memoriam schreef Nico nog in het jongste nummer van Hofnieuws.

Vele parochianen wensten dat Nico voor ging in vieringen rond doop, huwelijk en uitvaart. Veel zorg besteedde hij aan deze bijzondere vieringen, met een levensverhaal van de dopeling, dat was meestal maar kort, het levensverhaal van de bruid en bruidegom en dat van de overledene. De zorg van Nico ging verder. Als het even kon ging hij na de uitvaart op huisbezoek. Nico deed trouwens veel huisbezoeken. Hij zorgde voor een jaarmis, waarbij hij de familie uitnodigde en met Allerzielen kwamen de familieleden opnieuw bij elkaar.

Naast de communicatie via Hofnieuws besteedde Nico veel aandacht aan de bijeenkomsten na de zondagse viering in de koffiebeuk. Als er iets te vieren viel, speelde Nico op de piano en componeerde hij liedjes. Voor het begin van het kerkelijk seizoen bedacht Nico het Martelarenfeest. Op die manier wilde Nico speciale aandacht geven aan parochianen die veel werk verzetten, maar redelijk onbekend waren. Even uit de anonimiteit in het voetlicht zetten. Even bedanken voor de grote inzet voor de parochie.

Nico was een warm voorstander van de oecumene. Hij had prima contacten met de dominees in de Watergraafsmeer. Ook zorgde Nico, samen met de dominees, voor de oecumenische vieringen.

Nico was jarenlang bestuurslid van het Jeugdcomité en van de parochiële caritas, de PCI. Zo kon de Hofkelder open blijven. Nog steeds wordt deze kelder gebruikt door de jeugd.

Voor de caritas was hij de oren en ogen van de parochie. Zo kon hij adviseren over de noden van mensen in de buurt en zo kon de caritas mee helpen noden te lenigen.

Weg gevoerd en niet terug gekeerd. Veel aandacht had Nico voor de parochianen die tijdens tweede wereldoorlog en de Indonesische bevrijdingsoorlog niet zijn terug gekeerd. Heel speciaal de viering rond de 50 jarige herdenking van het einde van de Tweede wereldoorlog. Nico zocht en vond vele bijzonderheden van deze parochianen die wij herdenken met twee bijzondere tableaus in onze kerk. Heel bijzonder was de teruggave van de portefeuille van een parochiaan die was omgekomen in kamp Neuengamme.

Ook verzorgde Nico een speciale herdenking voor onze Joodse parochiane Elisabeth de Bruin. Deze parochiane is vermoord in Auschwitz. Zij liet een groot bedrag na om ons orgel te bouwen. Nico zorgde ervoor dat de familie van Elisabeth aanwezig wilde zijn tijdens een speciale viering, naar aanleiding van de oplevering van ons orgel. Samen met onze organist Godfried werd er tijdens deze viering voor Elisabeth een kaddisj uitgesproken. Een kaddisj is één van de belangrijkste Joodse gebeden, een lofprijzing voor God, en een bede om een spoedige komst van het Koninkrijk Gods. Ook uitgesproken na een overlijden. Voor Elisabeth was deze kaddisj nooit eerder uitgesproken. Nico zorgde er voor, samen met anderen.

De kaddisj voor Elisabeth en het in paradisum voor Nico, maar dan met de klanken van Amadeus, een door Nico uitgezochte en geschreven variant op het in paradisum.

Nico wist zich altijd bij het vele werk voor de parochie sterk en liefdevol ondersteund door Ina en Aafke. Wij parochianen zijn daar hen erg dankbaar voor.

We zullen Nico erg missen.

 

****

Laatste preek van pastor Nico Essen

 

uitgesproken op 25 mei 2019 in het Sarphatihuis

 

Het verhaal van de vijf broden en de twee vissen kennen we. Het is misschien wel een van de bekendste evangelieverhalen. Persoonlijk vind ik het het mooiste.

Want het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging is de kern van het evangelie:

God is genadig. De Heer is mijn herder. Het zal mij aan niets ontbreken.

 

Brood, ik las het deze week nog in de krant, heeft een diepe betekenis. Wist u dat we de geur van versgebakken brood beschouwen als de meest aangename geur. Nog boven die van vers gezette koffie en pas gemaaid gras. Ook dat zijn heerlijke geuren. Maar op één staat de geur van versgebakken brood. Brood is leven. Brood betekent: leven. Brood moet er zijn voor iedereen.

 

We hoorden het evangelie van de wonderbare broodvermenigvuldiging.

Een grote menigte volgt Jezus.

Hij vertelt:…

van een vader, die zijn kinderen groot maakt,

van een herder, die geen van zijn schapen verloren laat,

van een dokter, die zieken beter maakt,

van een God, die hongerenden te eten geeft, die bedelaars niet afwijst en kinderen de handen oplegt.

 

Een wereld gaat voor je open. Je bent erbij. Je vergeet de tijd. Je droomt.

Ik droomde van een tafel heel de wereld rond,

dring maar niet, voor iedereen is plaats.

Of je nu geel, bruin, blank of roze bent,

wees niet bang, niet een is hier melaats.

 

Wie niet in tel is, hoor, hij roept je hogerop.

De kleintjes horen eindelijk hun naam.

De groten hebben al genoeg gehad,

wie zich verheft, die schuift maar achteraan.

 

Hier is het licht, hier staat een tafel.

Neem van het brood, neem van de wijn.

ik geef je leven, ik wil bij je zijn.

Hij spreekt. Hij vertelt. Het raakt je.

Je hoort: Onze Vader, die in de hemel is. Zijn rijk kome.

Je hoort: geef ons heden ons dagelijks brood.

En je weet niet wat je ziet. De schalen gaan rond. Brood wordt gebroken en uitgedeeld.

De handen gaan grijpgraag de lucht in, als kinderen naar hun snoepje. Je komt overeind, want er valt wat te halen. Het kost niets. Het is allemaal gratis. De sterken dringen zich naar voren. ‘Hier, hier, Ik sta vooraan’. Maar de apostelen roepen: blijf maar rustig zitten. ‘Er is genoeg voor iedereen! Meer dan genoeg!’ Voor die man, voor die vrouw, voor dat kind. Voor die vluchteling, die asielzoeker, die illegaal. Of je nu geel, bruin, blank of roze bent,….

 

Het is de uitdeling van de genade.

Voedsel. Leven. Het wordt je gegeven. Jij mag bestaan. Jij hoort erbij. Jij wordt niet weggedrukt. Jij bent kostbaar.

Zomaar, om niet, krijg je een handvol brood en wat vis in de hand. En je wordt gesterkt. Je komt overeind en je dankt God, dat je leven mag, dat je er een bent van al zijn kinderen.

 

Het is de kern van het evangelie: God is genadig. De Heer is mijn herder. Hij wijst mij naar grazige weiden. Het zal mij aan niets ontbreken.

 

Het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging.

Het is de verrassende ervaring, dat je leven mag, dat er voor jou gezorgd wordt, zomaar! om niet! genade! Iemand wilt dat je leeft.  Zomaar is daar een handvol brood en wat vis, genoeg voor iedereen. Zomaar krijgen we een groet uit de hemel.

Jezus, hij ziet de menigte en Hij is vol ontferming over hen bewogen.

Het gaat in het evangelie om Hem. Waar Jezus is, daar is brood.

Hij deelt uit. Hij schenkt leven. Hij is er voor ons.

 

En wij?  Wat hebben wij te bieden?

‘Wij hebben hier niet meer dan vijf broden en twee visjes’, zeggen Jezus ’leerlingen.

Wat stelt dat voor? Maar het is niet niets.

Vijf broden en twee visjes. Veel is het niet.

Breng ze bij Jezus. Geef wat je hebt aan Hem. Hij kan er wonderen mee doen.

 

Het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging.

Ik lees het ook graag als evangelie bij een uitvaart.

Want we zijn niet aan ons lot overgelaten.

Jezus ziet de menigte, hongerig en moe en voedde hen met het brood des levens.

Jezus, hij is de goede herder, die niet wil, dat iemand verloren gaat. ‘Ik wil dat jij leeft,’ zei hij.

Dat gebaar, die mentaliteit van Jezus, dat zorgen, oog hebben voor anderen,

dat herkennen we in mensen om ons heen, in onze ouders, in onze dierbaren, mensen met maar vijf broden en twee visjes, die altijd klaar stonden wanneer nodig, die nooit de moed verloren, die geloofden, dat alle kleine beetje helpen, mensen, eenvoudige mensen, die gaven wat zij hadden, die niet voor zichzelf alleen leefden. Zij konden er wonderen mee doen. Zij waren vol ontferming bewogen. Op hun manier waren zij een beeld van Jezus.

Hij schenkt ons brood en wie hiervan eet, die zal niet sterven.

 

Want als je gegeten hebt van het brood van de genade, als je Gods goedheid genoten hebt,

dan word je ook zelf brood, dat zich vermenigvuldigt.

Ben je zachtmoedig, daar kun je wonderen meedoen.

Ben je verdraagzaam, daar kun je wonderen mee doen,

Ben je vredelievend, daar kun je wonderen mee doen.

Heb je hoop op een betere wereld, daar kun je wonderen mee doen.

 

Zijn onze wonderen af?  Neen, ze zijn onaf, onvolledig en onvoltooid.

Maar hij voltooit ze, want zijn rijk zal komen.

Hij bouwde aan een tafel heel de wereld rond.

Alle mensen kom maar in de kring.

Want brood en wijn, zij zijn voor iedereen.

Ook voor u. Ook hier.

 

Hier staat een tafel.

Hier krijgen we zomaar wat brood in de hand.

Hier krijgen wij een groet uit de hemel.

Mogen we dankbaar zijn, dat dit ons hier wordt gegeven,

ja, en dat we er wonderen mee mogen doen.