Overweging 3 mei – Frans Woortmeijer

4de week na Pasen
Joh. 10,1-10   – Psalm 23

Zowel de zondagslezing als psalm 23 schetsen een idyllisch beeld van een herder met zijn kudde. Er spreekt geborgenheid uit en veiligheid. De schapen hoeven niet te vrezen. Hun herder zorgt voor hen en bewaakt hen.
Het thema van het idyllische beeld van een herder en schapen in een Arcadisch landschap komt ook voor in de klassieke Griekse poëzie. Hesiodus beschreef in De werken en dagen een gouden oertijd waarin de mens in eenvoud en in harmonie met de natuur leefde. De Griekse landstreek Arcadië kreeg in de literatuur de reputatie van zo’n idyllisch geluksland, waar herders in de eenvoud van ideale landelijke omstandigheden een natuurlijk, niet door de beschaving bedorven leven zouden leiden.

Het is dus niet zo vreemd dat Jezus dit thema gebruikt in één van zijn parabels, zoals we zien in de lezing van deze zondag. Maar in de evangeliën gaat het altijd om iets meer. Natuurlijk is Christus de herder, op wie wij kunnen vertrouwen en die ons beschermt. Maar onder de oppervlakte ligt ook een uitnodiging, een uitdaging zelfs, verscholen. Het is fijn om schaap te mogen zijn in een beschermde omgeving, maar je kunt ook zelf herder zijn. Je kunt zelf die veiligheid en warmte uitstralen naar anderen toe. En het is van levensbelang dat je dat doet in deze tijd. Juist in deze tijd.
Deze tijd nodigt uit tot een samenspel. Een spel waarin je de ene keer schaap bent en luistert naar de stem van de herder (Wees niet eigenwijs, volg die aanwijzingen op van overheid en RIVM en denk niet dat je het zelf beter weet), en anderzijds ben je zelf de herder (Kijk eens om naar die buren op leeftijd, die de straat niet op durven, bel eens met een oude kennis in een verzorgingshuis, die al weken van de buitenwereld is afgesloten).
Juist in dat samenspel tussen schaap zijn en herder ligt de uitdaging van deze tijd!
Frans Woortmeijer