Overweging Coen van Loon – 22 april

De Goede Herder. Eerste zondag over oosterse Orthodoxie

Het sterkste beeld voor lange tijden is voor het christendom het crucifix, het kruis met daaraan de dode Jezus. Niet meteen vanaf het begin heeft men op deze manier naar de dode Jezus gekeken. Wanneer men naar de aller-oudste tijden teruggaat, dan vindt men het allermeest verbreid het beeld van Christus als een jonge man met een lam op de schouders, als herder. En men noemde dat de Goede Herder. In de drie eeuwen was dat beeld het meest verbreid. En eigenlijk pas vanaf de 6e eeuw krijgen we de afbeeldingen met Christus hangend aan het kruis.

Het beeld van de herder kom je veel tegen in het Oude Testament.

Abel, de eerste herder, kreeg de bewondering van de Heer die zijn offer graag ontving.

De Schrift prijst ook Jacob, herder van de kudde van Laban, voor de moeite die hij deed voor zijn schapen.

Herder Mozes werd dit ook op de bergen van Midjan, de brandende braamstruik, de stok en de staf waarmee hij zijn volk leidde door de woestijn.

David was herder maar zijn herdersstaf werd in een koningsscepter veranderd.

Zoals iemand eens zei:

“De Heer zelf schaamt zich niet in Ps 23 en Ps 80 om ‘herder’ genoemd te worden ().

God schaamt zich niet om de mensen te weiden, en ook niet omdat Hij ze geschapen heeft.”

 

Door zichzelf de Goede herder te noemen, plaatst Christus zich in deze traditie.

Als de leider van zijn volgelingen die hen leidt en beschermt zoals een herder zijn schapen.

Daarnaast horen wij hier één van de zeven ‘Ik ben’- woorden die in het Evangelie van Johannes te vinden zijn:

Ik ben woorden:

‘Ik ben het brood des levens’                          (  6:35)

‘Ik ben het licht van de wereld’                       (  8:12)

‘Ik ben de deur der schapen’                          (10:  7)

‘Ik ben de goede herder’                                (10:11)

‘Ik ben de opstanding en het leven’                 (11:25)

‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’      (14:  6)

‘Ik ben de ware wijnstok’                               (15:  1)

 

Het rechtstreekse ‘Ik ben’ verwijst ook naar Mozes die bij de brandende braamstruik de naam van God te horen kreeg: ‘Ik ben die er altijd is’.

Schapen hebben bescherming nodig tegen de wolven en andere gevaren die hen bedreigen. Het is aan de herder te zorgen dat zij gezond en gelukkig zijn.

Paulus spreekt in één van zijn brieven over de wapenrusting van God:

“Want, zegt hij, onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed maar tegen de heerschappijen, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelen.”

Het beeld van de goede herder verliest zo haar lieflijke en romantische kant. De herder is er om zijn kudde tegen dit kwaad te beschermen.

De orthodoxe kerk; iconen.

Christus, de goede herder. Op deze dag, waarop wij aandacht geven aan de orthodoxe kerk, is het opvallend dat de goede herder niet al te vaak voorkomt in de iconen.

Dit heeft te maken met een concilie in de achtste eeuw, dat bepaalde geboden uitvaardigde wat wel en niet zichtbaar gemaakt mocht worden.

Iconen behoren tot de oosters-orthodoxe, de oriëntaals-orthodoxe en oosters-katholieke kerken en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van deze kerken en hun gelovigen.

Die strijd tegen de wereldbeheersers van de duisternis is al zichtbaar in de geboorte icoon.

Alle aandacht ligt bij de moeder en het kind.

Joseph ziet men op een andere plek, waar hij door twijfels wordt overmand. Hij worstelt met het duivelse dilemma: als dit pas geboren kind Jezus echt goddelijk is, dan zou het niet via de menselijke weg geboren zijn. Volgens de legende is de man die bij hem staat de duivel, die hem de twijfels influistert.

(Vandaar dat in deze versie van de icoon de moeder Gods zich afwendt van haar kind en bezorgd naar haar man Joseph kijkt!).

In deze traditie wordt Jezus in een grot geboren; je ziet de scherpe, onherbergzame punten van de rots. Ook die staan voor alles wat dit kind en zijn moeder aan ontberingen in de wereld zal tegenkomen.

En standaard ligt Jezus op deze icoon in een grafsteen:

Jezus kwam op aarde om voor ons te sterven. De windsel die om Zijn lichaam gewikkeld worden wanneer Hij in het graf gelegd wordt, heeft Hij hier reeds om!

Johannes, getuigt dat iedereen die de Zoon van God ziet, eeuwig leven zal hebben, en dat Jezus verwijst naar God die waarheid is, zoals Johannes de doper naar Jezus wees en Hem het Lam van God noemde. (Johannes 1,29)

Al eerder in hoofdstuk 10 zei Jezus: ‘Ik ben de deur van de schapen’. En: ‘Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden’. Vandaag zegt Hij tweemaal: ‘Ik ben de goede herder’. Jezus is de goede herder die naar Zichzelf wijst als een deur naar een leven met God, een eeuwig leven; een leven van vrede en gerechtigheid. Maar die onze ogen niet sluit voor het kwaad dat er is in deze wereld; het gevecht dat er geleverd moet worden.

 

De orthodoxe kerken zijn vol van schilderingen van Bijbelse taferelen die de gelovigen verwijzen naar Jezus als Zoon van God. De liturgie is mystieker, hemelser haast, dan onze westerse liturgie.

Zij noemen het ook de goddelijke liturgie. Het gebed staat centraal. ‘Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte’.(Ef. 5,19). Het doel van de zang in de liturgie is om de heerlijkheid van God te prijzen. Die heerlijkheid komt tot ons in Christus die zich voor ons vernederd tot in de dood; tot op het kruis.

Toen keizers in oude tijden thuiskwamen uit een oorlog met een overwinning, kwamen zij in een grote optocht de stad weer binnen. Zo ontstond de processie. Om het goede nieuws van de bijbel te vertellen moet er een processie zijn! Christus de goede herder, onze Koning, heeft de dood overwonnen!! Een processie hoort thuis in de orthodoxe liturgie!

 

Orthodoxie

Straks zal Frans Woortmeijer ons vertellen over het schisma van 1054;

het schisma tussen de Rooms katholieke kerk en de orthodoxe kerken.

Het verschil van inzicht was groot. De Oost-Romeinen beschouwden de Latijnen als barbaren die met grof geweld hun macht toonden. De westerlingen beschouwden op hun beurt de oosterse christenen als ketters. Na 1204 kwam het niet meer goed tussen de Latijnen en de Grieken.

Toen plunderden de kruisvaarders Constantinopel. Vele Byzantijnse kostbaarheden werden geroofd, vrouwen verkracht en kerken ontheiligd.

Pas in 1965 werd het schisma door paus Paulus VI en patriarch Athenagoras I van Constantinopel opgeheven. Maar van eenheid is nog geen sprake. Vooral bij de Oost-Europese orthodoxe patriarchaten is er nog steeds groot wantrouwen jegens de Katholieke Kerk.

 

De positie van de paus blijkt, net als in de 11de eeuw, nog altijd het grootste struikelblok te zijn. Echter is de vervolging van christenen in het Midden Oosten de aanleiding geweest dat op 12 februari 2016 een paus (Franciscus) en een Russisch-orthodoxe patriarch (Kirill) elkaar voor het eerst in duizend jaar ontmoetten. ‘Eindelijk!’, riep de paus uit toen hij de patriarch begroette,  ‘Wij zijn broers’.

 

En op 15 april van dit jaar, na de bombardementen van Amerika, Engeland en Frankrijk op Syrië,

belde patriarch Kirll met paus Franciscus. Zij hadden een lang gesprek waarbij vier andere patriarchen Bartholomeus van Constantinopel, Theophilus van Jerusalem, Theodorus van Alexandria en John van Antiochië, meeluisterden. Samen willen zij alles doen wat mogelijk is om de oorlog in Syrië te stoppen.

 

Zo groeit er meer begrip over en weer en blijft men zoeken naar toenadering tussen de westerse en de orthodoxe kerken.

 

Graag wil ik deze overweging eindigen met regels uit het Rusland van de 16de eeuw die opgesteld werden voor de iconenschilders. Op hen zijn zij toepasbaar. Maar tevens zouden wij ieder werk ermee kunnen aanvangen. En zij laten een diepe godvruchtige spiritualiteit zien.

 

“Beste iconenschilders, alvorens met je werk te beginnen,

maak het kruisteken, bid in stilte en vergeef je vijanden.

Vervolgens:

  • Leg je met liefde toe op ieder detail van de icoon

alsof je in aanwezigheid van de Heer zelf werkt.

–      Bid gedurende het werk om je innerlijk te versterken.

– Vermijd vooral de ijdele woorden en bewaar het stilzwijgen.

– Bid in het bijzonder in vereniging met de heilige van wie je het gelaat schildert.

– Behoed je geest voor de afleiding en de heilige zal bij je zijn.

– Als je een kleur kiest, strek dan je geestelijke handen uit naar de Heer

en vraag hem om raad.

– Wees niet jaloers op het werk van je naaste: zijn succes is ook jouw succes.

– Wanneer je icoon klaar is, dank dan de Heer, dat zijn barmhartigheid je de genade heeft verleend om die icoon te schilderen.

– Laat je icoon gezegend worden door het op het altaar te plaatsen.

–             Wees de eerste om ervoor te bidden, voordat je het aan anderen geeft.

– Vergeet nooit: de vreugde om de iconen in de wereld te verbreiden;

de vreugde van het werk zelf van de iconenschilder;

de vreugde om de heilige de mogelijkheid te geven om door zijn icoon te stralen;

de vreugde om in gemeenschap te zijn met de Heilige van wie je het gelaat schildert.

 

Coen van Loon, diaken