16/6 Toespraak zuster Beatrijs
Zondag 16 juni in de Martelaren van Gorkumkerk in A’dam
In het teken van Clara
Lezingen:
Eerste lezing: Spreuken 8,22-31
Evangelielezing: Johannes 16,12-15
Beste mensen,
liefde is het sleutelwoord in ons geloof. Het is de liefde van zijn Vader die Jezus deelt met zijn leerlingen. Het is de liefde voor Christus die ons drijft om zijn Boodschap te beleven en uit te dragen. Het is uit liefde voor ons dat de Heer ons zijn Geest zendt.
Dat kan misschien allemaal nog wat ver weg klinken. Wellicht dat de heilige Clara van Assisi ons kan helpen dat wat dichter bij ons leven te plaatsen. Alhoewel, zo vanzelfsprekend is dat misschien ook nog niet.
Straks is het 35 jaar geleden dat ik ben ingetreden in een klooster om als volgeling van Clara van Assisi te kunnen leven. Clara heeft heel lang op dezelfde plek gewoond en verliet nog zelden haar klooster. Je kunt je terecht de vraag stellen: wat is er interessant aan iemand die 42 jaar lang in een klooster gezeten heeft? Hoe kun je warmlopen voor een vrouw die haar leven niet heeft volgepland met belangrijke afspraken, maar steeds de stilte heeft gezocht en het gebed? Is dat niet een beetje uit de tijd?
Ja, Clara heet ze, de lichtende, de heldere. Welk licht straalt zij uit voor mij, welke richting wijst zij mij? Heeft zij haar licht niet onder de korenmaat gezet? Misschien is het goed om deze lichtende heilige nog een beetje bij jullie te introduceren. Clara is een van de weinige vrouwen in de dertiende eeuw die door bisschoppen, kardinalen en pausen uiterst serieus werd genomen. Zij werd in 1193 in Assisi geboren als dochter van adellijke ouders. Franciscus, haar stadsgenoot en meer bekend dan Clara, was toen een jaar of twaalf. Ze kreeg een goede opvoeding. Uit haar brieven blijkt dat zij het Latijn, de schrijftaal van die tijd, beter machtig was dan Franciscus. Toen zij een jaar of vier was, vluchtte de familie naar Perugia. In Assisi waren de burgers in opstand gekomen tegen de adel. Clara bleef met haar familie een jaar of zeven in Perugia.
Ondertussen was Franciscus aan zijn grote en radicale avontuur begonnen: alles achterlaten om de arme Christus te volgen. Al bedelend en zingend trok hij rond, terwijl hij kerkjes herstelde die in verval waren geraakt. Later ontdekt hij dat de kerk zelf in verval raakte en dat daar zijn echte roeping lag: de kerk helpen herstellen door bedelend, biddend, zingend en predikend rond te trekken.
Clara hoorde hiervan en ging zo vaak ze kon naar hem luisteren. En toen ze achttien jaar was geworden, besloot zij om te gaan leven in het voetspoor van Franciscus. Op een nacht ontvluchtte ze haar ouderlijk huis, voegde zich bij de broeders. Die verbleven in een klein kerkje in buurt van Assisi, Portiuncula genaamd. Nadat ze kort in 2 andere kloosters had vertoefd, trok Clara, samen met haar zus Agnes die haar gevolgd was, naar San Damiano, een kerkje met klooster dat Franciscus voor hen gerestaureerd had. En daar bleef Clara 42 jaar lang wonen. Ze kreeg al snel heel wat volgelingen, o.a. haar moeder, haar jongste zus, vriendinnen maar ook veel vrouwen die over haar levenswijze gehoord hadden en zo ook wilden leven.
Telkens wanneer anderen haar – zij het ook uit bezorgdheid en betrokkenheid – wilden afhalen van haar basisintuïtie, bleef zij trouw aan wat zij van Franciscus geleerd had. Die basisintuïtie was: God schenkt ons dagelijks grote gaven, maak je daarom geen zorgen om de dag van morgen. Vriendelijk maar vastberaden ging Clara haar weg, in het voetspoor van Jezus. Zo had Franciscus het ook gedaan, rondtrekkend over Italiës wegen en zij, Clara, in de krappe ruimte van een klein klooster. In haar eigen woorden klinkt het zo: De Zoon van God is voor ons de weg geworden,
de weg die onze zeer zalige vader Franciscus,
zijn ware minnaar en navolger,
ons door woord en voorbeeld heeft getoond en geleerd.
Jarenlang ontwikkelde zij deze levensweg. De oorspronkelijke intuïtie groeide uit en kreeg vorm. Zij leerde van de ervaringen van haar medezusters en van haarzelf. Soms was zij soepel, soms onverzettelijk. Aan het einde van haar leven zette zij haar weg op schrift. Het was geen gemakkelijke weg maar ik denk dat Clara die weg is kunnen gaan omdat zij zich ieder moment van haar leven geroepen wist door God. Ze heeft geleefd vanuit de zekerheid dat zij, en iedereen, een geliefd kind is van God, die Liefde is, en dat zij in haar leven, kwetsbaar en raakbaar, een weg mocht gaan van liefde en gerechtigheid. God riep haar bij haar naam zoals ook ik en wij allemaal geroepen zijn bij onze naam, om de wereld die ons in handen is gegeven een aanschijn te geven van zorgzaamheid en compassie, van menselijkheid en vrede. Met onze wereld, met ons leven is God zeer begaan. Hij is ons bovenmate toegenegen, zozeer dat Hij ons het liefste dat Hem eigen is, toevertrouwt. Dat liefste van God mogen we herkennen in Jezus, Zoon van mensen, Zoon van God. Met dat liefste voor ogen heeft Clara geleefd, mag ik, mogen wij leven.
Om werkelijk de liefde te leren kennen, je daar aan toe te vertrouwen, vraagt tijd en geduld, een groeiend vertrouwen. Om ingevoerd te worden in de liefdesband tussen Vader en Zoon en Geest, wat ons is beloofd. De Geest van waarheid zal ons leiden, zal ons de waarheid brengen, de volle waarheid van Gods liefde, van de liefde van Vader, Zoon en Geest waar wij deel aan mogen hebben, waarin wij opgenomen zijn. Opgenomen zijn van altijd al. Want wij zijn geschapen uit liefde en in liefde, door God die liefde is. Maar juist dàt kunnen wij niet zo maar verdragen. De volle liefde is niet zomaar te verdragen, te verwerken. Misschien is niets wel zo moeilijk te verdragen als liefde om niet. Liefde waar wij geen greep op hebben, liefde die wij niet naar onze hand kunnen zetten. Liefde die er altijd al was, is en zal zijn. Vanuit die intuïtie heeft Clara geleefd en dat is wat mij zo inspireert aan haar leven. Moge het zo zijn, voor ons allen. Amen.