Overwegingen 2016

NIEUWJAARSWENSEN Hofkerk Viering 3 januari 2016

 

Op deze eerste zondag in het Nieuwe Jaar mag ik een Nieuwjaarswens uitspreken.

  • We zijn een parochie in verandering!

Dat is lastig èn het is een avontuur. Het is ook een kans, een appèl!

Daar wil ik – mede namens de Pastoraatsgroep – even met u bij stilstaan.

Meenemen wil ik u op een korte reis door de komende 3 jaren: 2016, 2017, 2018.

De Driekoningen, de Wijzen uit het Oosten zeiden tegen elkaar: “We hebben een Licht, een Ster gezien. Laten we er beter, van dichtbij naar gaan kijken.”

Zo kunnen we zonder angst een visie ontwikkelen! Licht, visie, zien – dat betekent een zoeken naar in-zichten en uit-zichten. Het gaat om perspectieven.

Laten we zo omzien naar elkaar in kerk en buurt!

  • We zijn een geloofsgemeenschap in verandering!

Pastoraal werker Nico Essen was zo’n 25 jaren onze pastor. Diaken Coen van Loon is nu zo’n 15 maanden onze pastor. Nico had àlle tijd voor de Martelaren. Coen heeft helaas beperkte tijd voor de Martelaren. Dat komt ook door het krimpen van de kerken.

 

Maar de Kerk is niet de Pastor, Kerk zijn we sámen. We kunnen om te beginnen er meer in geloven dat wij sámen de Familie van God zijn, zoals we vierden in deze Kersttijd. We zijn Lichaam van Christus op aarde.

Laten we daarom nog meer ònderling pastoraat beoefenen.

Daarbij gaat het – zoals Frank de Haas als voorzitter van onze Pastoraatsgroep steeds zegt – om hartelijkheid en om een meer positieve grondhouding.

 

In de Voorbeden hebben we gebeden dat wij voor elkaar een zegen mogen zijn. Een zegen voor mensen in nood en ver weg. Een zegen als Parochiegemeenschap voor wie gaan trouwen en voor zieken. En voor kinderen en jongeren – blij zijn we vandaag met Hanneke de Haas en haar verhaal en straks actie in maart voor ‘Cycle4Girls’ in Vietnam!

Zo zijn we een Zegen voor elkaar. We zeggen het Jacob (in Genesis 32) na tegen God, tegen onze broers of zussen, tegen onze vijand ook: “Ik laat je niet gaan tenzij je mij zegent!”

De Driekoningen zochten een Ster. Sindsdien kunnen we zèlf een Ster zijn, die Gods Licht weerspiegelt.

  • We zijn een kerk in verandering!

Kort wil ik met u terugkijken naar enkele hoogtepunten in 2015.

Op 26 juli vond de bezichtiging van de verbouwde pastorie plaats: een geweldige en succesvolle verbouwing. Op 22 augustus was er het heel goed bezochte buurttuinfeest. Op 19 september was er voor het eerst een Kaderdag van onze parochie. Na de Martelaren-viering op 4 oktober, tegelijk startzondag plantten we een boompje. In de Kersttijd met o.a. de Faire Kerst Fair was er meer deelname uit de buurt dan ooit! De Kerststallen-expositie trok 2100 bezoekers: 500 bezoekers meer dan vorig jaar. Ook niet-gelovige of niet-katholieke mensen zijn gekomen.

 

In dit jaar 2016 is de volgende maand, februari de maand van de gastsprekers.

We besteden dan eindelijk nadere aandacht aan de pauselijke Encycliek ‘Laudato Si – Zorg om ons gemeenschappelijke huis’. Het thema is: ‘Meer eco, minder ego!’.

Naast Guy Dilweg, Matthijs Schouten, Marjolein Tiemens en Frans Mulders hebben we ook twee eigen sprekers: Tim Stok en Roos Kuipers.

We beleggen twee thema-avonden: 18 februari over Diakonie en 21 april over Liturgie. En dit alles loopt uit op een zogeheten Parochie Inspiratie Dag op 12 juni.

Wie hier zomaar van buiten zou binnenlopen zou denken: wat een actieve, bruisende parochie. Laten we er dat ook van maken!

 

Het jaar 2017 wordt ook bijzonder. In dat jaar is het 150 jaar geleden, dat de 19 Martelaren van Gorcum zijn heilig verklaard – in 1867. Deze martelaren omringen ons in onze kerk in de glas-in-loodramen. Op 9 juli, hun sterfdag, willen we dat herdenken. Daartoe heeft Coen van Loon een project in gang gezet. Dat project zal ook oecumenisch zijn, omdat 2017 tevens het herdenkingsjaar is van 500 jaar Reformatie.

 We zijn een parochie, geloofsgemeenschap en kerk in verandering!

Onze Hofkerk vormt het Hart van de Linnaeushof. Meer en meer wordt zij de kerk in de buurt. Modern gezegd kan onze kerk een spiritueel, cultureel en sociaal centrum zijn.

Het volgend jaar is sinds enkele dagen: 2017!

We dromen daarbij van de Hofkerk als een Centrum voor Verzoening, Vergeving & (interreligieuze) Dialoog. We dromen van een ruimte in de kerk waar vanaf 2017 b.v. exposities, lezingen, workshops, meditaties en labyrint-wandelingen kunnen plaats vinden.

Coen van Loon wil nog gezegd hebben dat hij in november 2018 met pensioen gaat.

Dat is ook de realiteit.

 

Vandaag zeggen we in enkele varianten: zalig, gezegend, gelukkig Nieuwjaar!

Mèt elkaar, met en zonder pastores kunnen we de veranderingen aan.

We kunnen ze ook zelf tot stand brengen. Dat doen we met behoud van het goede en in openheid voor een nieuwe toekomst.

We bewaren als Maria de Woorden van en over God in ons hart. We volgen het Licht van Christus. We worden een Lichtdrager en zelf een Ster….

 

Ari van Buuren

 

 

OVERWEGING GOEDE VRIJDAG

  • 1

Hebt u wel eens de Kruisweg gelopen op de Goede Vrijdagmiddag? Vanmiddag liepen we zo langs de Veertien Staties hier in de kerk.

Als pelgrims lopen we dan langs de afbeeldingen, de stadia van de weg die Jezus ging vanaf zijn doodvonnis tot zijn begrafenis.

Bij elke Statie verwijlen we even – ons bezinnend, biddend en zingend.

We zingen daarbij de 20 korte strofen van het bijna 8 eeuwen oude Stabat Mater. Dat begint zo: “Stabat Mater Dolorosa juxta Crucem Lacrimosa, dum pendebat Filius.”

Dichter Willem Wilmink vertaalt: Moeder stond door smart bevangen en met tranen langs haar wangen, waar haar zoon gekruisigd hing. *)

Jezus’ moeder Maria staat huilend naast het Kruis waaraan Jezus hangt. Zijn onschuld vermeerdert haar zielenpijn.

Talloze componisten schreven muziek bij dit lied, o.a.: Vivaldi, Haydn, Verdi, Dvorak en Poulenc. De bekendsteStabat Mater is uit 1736 van Pergolesi. Hij schreef zijn befaamde compositie aan het eind van zijn slechts 26 jaren durende leven.

  • 2

Maria heet in dit lied: Mater Dolorosa.

Wilmink vertaalt ‘dolorosa’ met: door smart bevangen. Maria is niet verdrietig. Het gaat veel dieper. Het is intens smartelijk, deze diepgang aan leed.

Het is zó treurig en vreselijk om je kind te verliezen. Er gaat een zwaard door je ziel.

Maria lijdt mee met haar Zoon. Ze hoort hem roepen: “Mijn God, waarom heb Je mij verlaten?…”

Het mooie tedere en bijna vertederende van het Stabat Mater is dat het Maria volgt in haar lijden òm het lijden van haar zoon. Al zingend zijn wij in gesprek met Jezus’ moeder. Dit lied bij het lopen van de Kruisweg is een monument van in mededogen samen met Maria pelgrims zijn.

Strofe 6 zingt: Wie zou tranen binnenhouden, als hij dat verdriet aanschouwde van de moeder bij haar kind. Door de tranen van Maria en onszelf heen gloeit het Stabat Mater van compassie – zowel compassie vàn Christus en Maria als compassie mèt Maria en Christus. Dit lied ontsteekt licht in het duister.

  • 3

De weg die Jezus ging naar zijn executie aan het kruis en die wij vanavond gedenken – zijn Kruisweg heet vanouds de Via Dolorosa.

Weer horen we dat woord “dolorosa”! De Kruisweg is een smartelijke lijdensweg. Vele pelgrims lopen deze weg in Jeruzalem. De Via Dolorosa loopt door de oude stad van Jeruzalem vanaf de Leeuwen-, of St. Stefanuspoort naar de Heilig Grafkerk.

Na zijn veroordeling door Pontius Pilatus werd Jezus ongeveer via deze Via Dolorosa naar Golgotha geleid. Langs deze weg zijn er negen Kruiswegstaties. De overige vijf staties bevinden zich in de Heilig Grafkerk. Vooral St. Franciscus en zijn volgelingen hebben het lopen van de Kruisweg gestimuleerd.

  • 4

Vanavond, op deze Goede Vrijdag in 2016 nemen we in onze wereld niet slechts één Via Dolorosa waar.

Er zijn vele Viae Dolorosae. Er is deze week wel heel veel lijden, zeer veel smart –toch is het kerkelijk en liturgisch gezien de Goede Week, uitlopend op Pasen.

De vraag is: hoe verbinden we dit met Maria, met Jezus, met onszelf?

 

Gisteren, Witte Donderdag, stierf de 68-jarige Johan Cruijff, de internationale voetbalheld uit ons Betondorp. Longkanker velde hem. We hadden hem veel liever een langer leven toegewenst.

Ook op Witte Donderdag werd de 70-jarige Karadžić door het Joegoslaviëtribunaal veroordeeld – eindelijk: na meer dan 20 jaren wachten door nabestaanden. Wegens oorlogsmisdaden en genocide kreeg hij 40 jaren gevangenisstraf. Vele ‘Moeders van Srebrenica’ hadden hem veel liever voorgoed een levenslange straf toegewenst.

  • 5

Misdaden tegen de menselijkheid, ze gaan maar door! Het zijn apocalyptische, barre Dolorosa-tijden die wij meemaken.

Afgelopen dinsdag in Brussel werd het internationale vliegveld Zaventem een Golgotha. Ditmaal zat er zogezegd een veelheid aan kruisspijkers in bommen van IS. En Metro-station Maalbeek was de hel: in de tv-reportage hoorde je een kind zó hartverscheurend huilen. Dit station ligt in de Europese wijk van Brussel, is het hart van de Europese Unie.

Een zwaard gaat door de ziel van ons Belgische buurvolk, de ziel van Europa, de ziel van onszelf.…

Nogmaals: hoe verbinden we dit alles met Maria, met Jezus, met onszelf?

Wat stellen we er tegenover?

  • 6

Misschien bent u gisteravond, Witte Donderdag, geraakt door de tv-uitzendingen van de Passion in Amersfoort of de Documentaire ‘Erbarme dich’.

Maar er is méér! Mag ik u enkele signalen noemen, aanbevelen?

Meteen op de dinsdag van de aanslagen schreven mensen met gekleurd krijt op het Beursplein in Brussel boodschappen, wensen en gebeden vol liefde, compassie, solidariteit en respect.

En opeens ontdekte ik woensdagochtend dat deze week ook een veelkleurige feestweek is! Deze week vieren hindoe-gelovigen het Holifeest. Deze week vieren joodse gelovigen het Purimfeest. Deze week gaan wij christenen Pasen vieren.

Hindoes, Joden en Christenen – wij vieren daarmee elk op eigen wijze de overwinning van het goede op het kwade, van het leven op de dood. Tòch! Ja, tòch!

  • 7

Christus inspireert òns bovendien met zijn eerste drie Kruiswoorden.

Zelfs in het uur van zijn dood kijkt hij om zich heen.

Hij kijkt naar benéden en bidt om vergeving voor zijn beulen, want zegt hij: “Ze weten niet wat ze doen…”

Jezus kijkt nààst zich. Vol compassie heet hij een misdadiger welkom in het Paradijs.

Vóór zich ziet Jezus zijn moeder en zijn boezemvriend Johannes. Hij neemt afscheid. “Jullie zijn nu moeder en kind voor elkaar”, zegt hij.

Maria, Mater Dolorosa en Johannes zetten aan hun tranen voorbij als eersten het Lichaam van Christus op aarde voort.

Deze Kruiswoorden van Jezus zie ik als woorden, met veelkleurig krijt geschreven.

Ze zijn lichtdragend.

Het zijn zaden in onze ziel, die ons door smarten heen brengen naar vergeving, ontferming en helende zorg voor elkaar.

“Je gaat het pas zien als je het door hebt”, zei Johan Cruijff eens.

Paulus zegt het heel mystiek: “Ik ben met Christus gekruisigd. Niet meer ik, mijn ego – maar Christus leeft in mij…”

Dit wens ik ons anno 2016 opnieuw toe! Het Goede en het Leven winnen!

 

 

Overweging door Ari van Buuren op 24 april 2016

Johannes 13,34: “Een nieuw gebod geef ik jullie: jullie moeten elkaar liefhebben. Zoals ik jullie heb liefgehad zo moeten ook jullie elkaar liefhebben. Daaruit kan iedereen opmaken dat jullie mijn leerlingen zijn.”

  • 1

Liefde: zij is zo oud als de wereld. Miljoenen vòòr ons hebben van elkaar gehouden. Miljoenen nà ons zullen van elkaar houden.

Liefde is oud, maar ook altijd weer nieuw. Liefde blijft een onontdekt land, dat elke nieuwe generatie weer gaat verkennen.

Valt liefde te leren? Zoals je taal of rekenen leert? Zoals je van alles leert in opleidingen en cursussen? Er is niet zoiets als een liefdes-diploma.

Ga je voor liefdeslessen pas naar een therapeut of een pastor, als het misgaat in de liefde? Dus als het bijna of voorgoed te laat is?…

  • 2

Maakt liefde blind? Zij kan je ook eindeloos verrijken. In de liefde kun je struikelen. Maar zij leidt òòk tot samenleven in tederheid, vreugde en vergeving. Wàt een geschenk om zoals Rita & Carl Boomgaard 50 jaar huwelijk te mogen vieren!

Ooit nam ik tijdelijk waar in een Verpleeghuis. Nooit vergeet ik Mevrouw Benjamins, een schat van een mens. Eens kwam ik haar in de gang tegen, en ik zei – het was eruit voordat ik het wist: “Dag schat!”.

Ze liep door en ik hoorde haar mompelen: “Dàt heb ik nou in jàren niet gehoord…”. Ontroerend!

Woorden van liefde hebben we nodig als brood.

  • 3

Volgens Johannes (13,34) zegt Jezus: “Een nieuw gebod geef ik jullie: jullie moeten elkaar liefhebben.”

Die Johannes heeft veel interesse in liefde. Hij is het die van Jezus vooral liefdes-woorden doorgeeft. Hij hoort Jezus aan het kruis (19,26-27) tegen Maria zeggen: ‘Johannes is nu je zoon’. En tegen hemzelf: ‘Maria is je moeder!’… Over mantelzorg gesproken!

Onder de eerste christenen heette Johannes: de Apostel van de Liefde. In zijn visioen hoort hij de Stem van de verrezen Christus spreken over een toekomst zònder dood, tranen en rouw (Apc.21,4).

Dat is pas liefde, nieuwe eeuwige liefde.

  • 4

Johannes was een teder mens. Dat zie je ook in zijn brieven achterin het Nieuwe Testament. De oude Johannes spreekt zijn geloofs–broeders en

–zusters aan als: kinderen.

Dat had hij geleerd van Jezus. In ons zondags-evangelie spreekt Jezus zijn leerlingen intiem als kinderen aan. Dit nadat hij bij het Laatste Avondmaal hen de voeten heeft gewassen. Dat doet hij nadat hij zelfs Judas de communie heeft aangereikt.

Jezus bereidt zijn makkers, zijn kinderen voor op zijn sterven. In die tedere, breekbare sfeer spreekt Jezus zijn laatste wil uit: “Een nieuw gebod geef ik jullie: hebt elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad zo moeten ook jullie elkaar liefhebben. Daaruit kan iedereen opmaken dat jullie mijn leerlingen zijn.”

  • 5

Zijn dit geen licht-gevende woorden?!

Ze gaan over de kwaliteit van ons christen-zijn en van ons kerk-zijn! Dat dient uitnodigende liefdes-kwaliteit te zijn. Paus Franciscus herhaalt dat – in dit Heilige Jaar van Barmhartigheid – telkens en telkens weer.

Wij als kerk mogen Gods tederheid en barmhartigheid weerspiegelen. Die barmhartigheid noemt Franciscus: de identiteitskaart van God!  (De naam van God is genade 30).

De liefde van Christus sluit niemand uit. Zijn liefde is anders dan veel menselijke, exclusieve liefde. Zij is méér dan sympathie of een verliefde stemming. Zij is een permanente keuze zonder voorwaarden te stellen. Zij verbindt mensen zoals ranken met een wijnstok verbonden zijn.

Na de Voetwassing spreekt Jezus volgens Johannes in een soort altaar-tafelrede wel vier hoofdstukken lang over liefde, vrede, waarheid en verbinding. Iedereen is welkom: hongerigen, dorstigen, vreemdelingen, vluchtelingen, naakten, zieken en gevangenen.

  • 6

Laten we in die voetsporen van Jezus treden.

Daarover schrijft de oud geworden Johannes (I Jh.2,7v): “Ik houd u geen nieuw liefdesgebod voor, maar een oud bekend gebod. Tòch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt. Wie zegt in het licht te zijn maar zijn broeder of zuster haat, bevindt zich nog altijd in de duisternis. Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val.”

 

Dit zijn licht-gevende woorden vol spirituele kwaliteit.

Zetten wij elkaar in zulk licht? Door gastvrijheid en tederheid, door vergeving en liefde? Door te durven vertellen aan elkaar over onze lichtzijden èn onze schaduwkanten, over ons verdriet en onze vreugden, over onze zonden en wonden? Dit delen werkt helend.

Dan oordelen we niet meer over elkaar, maar bemoedigen wij elkaar.

  • 7

Paus Franciscus zegt het origineel: “God vergeeft niet met een decreet, maar met een liefkozing. En met barmhartigheid: Jezus vergeeft door de wonden van onze zonden te liefkozen.” (a.w. 12,17,52) Dat is voorbij aan alle moralisme.

Het oude nieuwe gebod om elkaar lief te hebben zoals Jezus ons liefheeft vraagt telkens opnieuw om onze keuze. Die leidt tot echte diaconie en mantelzorg, tot echte liturgie en tot een eucharistische levensstijl.

Dàt was de uitkomst van de eerste avond over Liturgie die de Pastoraats-groep afgelopen donderdag in de pastorie belegde. Daarmee gaan we ook onze eerste parochie-inspiratie-zondag op 5 juni tegemoet.

 

De Kerk is toch anders dan welke ‘club’ ook?!…

Liefde gaat niet altijd vanzelf. Maar we zijn ingebed in de goddelijke liefde van Christus voor ons. Dat is onze spirituele identiteitskaart.

Geloof kan onze geestkracht zijn. Hoop kan onze spankracht zijn. Maar de liefde is de meeste (I Kor.13,13) – zij is de draagkracht van alles en iedereen.

Laat Christus’ liefde ons dragen en verbinden naar een nieuwe genezende en zegenende toekomst van onze parochie…

 

Lof zij U Christus in eeuwigheid. Amen

 

 

OVERWEGING 1 MEI 2016, FRANK DE HAAS

Handelingen 15, 1-2, 22-29 en Johannes 14, 21-29

 

 

Beste medeparochianen,

 

Onze aandacht wordt vandaag gevraagd voor het Woord. Het is het Woord dat hier, in deze kerk, in onze liturgie, centraal staat.

Het woord dat we beluisteren. Dat we “proeven” en overwegen. Dat we proberen te verstaan. Dat ons kan aanspreken. Dat ons kan inspireren. En dat laatste is ook vaak het geval. Het Woord als onze bron waaruit we putten voor ons leven.

 

Dat woord is belangrijk. Want het bevat een boodschap. Het bevat aanwijzingen voor ons leven van alledag. Onze houding en ons gedrag.

Dat woord bevat ook concrete regels. Zie maar wat er in de eerste lezing uit de Handelingen staat: “U moet zich onthouden van afgodenvlees, bloed, verstikt vlees en ontucht”.

 

Maar dat Woord behelst zoveel meer dan regels. Het gaat vooral om de mentaliteit die uit dat woord spreekt. Het gaat vooral om een goed overwogen levenshouding. En leven naar het Woord van de Heer levert ons iets op, iets groots, namelijk:  Zijn liefde.

 

Zie hoe het in de evangelielezing wordt uitgedrukt: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn Woord ter harte nemen; dan zal Mijn Vader hem liefhebben en zullen we bij hem ons verblijf gaan houden”. En iets hiervóór wordt in een ander vers gezegd: “Wie zich aan mijn opdracht gebonden weet en haar ter harte neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft zal ondervinden hoe de Vader hém liefheeft en ook Ik zal hem liefhebben en Mij aan hem openbaren”.

 

Hij zal ons, onder deze voorwaarden, liefhebben. De liefde. Hoeveel is er al niet gezegd, geschreven en gezongen over de liefde? Veel, heel veel. Liefde is toch het allergrootste goed.

 

In een eerdere overweging heb ik al eens de schitterende omschrijving van liefde geciteerd die Huub Oosterhuis gebruikte bij de opening van het gebouw De Nieuwe Liefde. Omdat die definitie van liefde zo fraai en indrukwekkend is, laat ik hem nog eens horen:

“Ik versta onder liefde: die duizenden nuances van vriendelijkheid en vriendschap, van hartstocht en hoofsheid, van tact en geduld, van bedachtzame eerbied en mededogen, van lange trouw en spontaniteit, waarmee mensen elkaar bejegenen.

Ik versta onder liefde ook: de denkkracht en de intuïtiekracht, de wijsheid en de wetenschap, en alle fantasie en volharding en optimisme waarmee de aarde wordt opgebouwd, steeds opnieuw, tegen alle afbraak in. Alles wat ten goede is, alles wat zingt en in vervoering brengt, alles wat troost en tot bezinning leidt, en alles wat bijdraagt aan iets meer recht en vrede voor zoveel mogelijk mensen, noem ik liefde.”

 

Een allesomvattende definitie, lijkt me zo. En prachtig.

 

We zitten in ons kerkelijk jaar in de laatste weken tussen Pasen en Pinksteren. Hemelvaart én Pinksteren komen eraan.

 

In die eerste jaren, zo kort na Jezus’ dood aan het kruis, was alles anders. Ik denk soms bij mezelf: ik zou wel eens met een tijdmachine naar dat moment in de wereldgeschiedenis getransporteerd willen worden. Alles is nog zo nieuw en pril. De opbouw van een christelijke gemeenschap is nog maar net begonnen. Er kon daar nog zoveel. Er was nog geen, althans nog geen langdurige, belastende geschiedenis. In grote verwondering, ook vertwijfeling, met heel veel vragen, nadrukkelijk zoekend kwam die eerste nog kleine gemeenschap bijeen. Niet zonder moeilijkheden overigens. Want er is een conflict. Petrus vindt dat de volgelingen van Jezus zich aan de Joodse wetten moeten houden, terwijl Paulus dat niet noodzakelijk acht. De jonge kerk van toen heeft nadrukkelijk besloten hierover met elkaar in gesprek te blijven. Met de bedoeling er samen uit te komen.

 

Jezus wil ons, vlak vóór zijn afscheid, een weg wijzen. Een weg naar vrede. Een echt afscheid is het niet. Hij wil bij ons blijven in Zijn Woord, in Zijn Geest en in Zijn vrede.

 

We zijn zo’n 2000 jaar verder. Onze tijd, onze situatie van nu is nauwelijks vergelijkbaar met de tijd en de situatie van toen. Toch is er wel een overeenkomst. Ook wij zijn als geloofsgemeenschap zoekende. Hoe gaan we de komende pakweg 10 jaar in?  Hoe bewaken we samen de vitaliteit? Hoe kunnen we elkaar blijvend inspireren, rond dat Woord dat onze bron is? Op verschillende manieren zijn we hier mee bezig. De pastoraatsgroep heeft hier een actieve rol in. Er was in september vorig jaar een eerste kaderdag voor vrijwilligers. Een paar maanden geleden een avond over diaconie. Zeer onlangs was er een eerste avond over liturgie, een tweede avond (19 mei) komt eraan. En op zondag 5 juni volgt er een parochie-inspiratiedag, met een veelheid aan bijzondere ontmoetingsmogelijkheden, voor iedereen die zich met deze gemeenschap verbonden voelt.

 

Op de eerste avond over liturgie hebben we ons gerealiseerd hoe breed dat begrip liturgie eigenlijk is. Wezenlijk is de samenkomst, de ontmoeting van mensen rond zaken “die ertoe doen”. Het kan een grote groep zijn. Maar net zo goed een paar mensen bij elkaar. Hier, in de kerk, in de pastorie. Maar het kan ook bij iemand thuis zijn. Een ontmoeting rond verhalen. Levensverhalen van mensen die oprecht naar elkaar willen luisteren. Het gaat nadrukkelijk ergens over! Die elkaar willen raken met hun verhalen, die erdoor geraakt, geïnspireerd, bemoedigd en getroost willen worden. Hoe willen we het leven vieren hier in liturgische bijeenkomsten? Met het Woord, met verkondiging, gebed, zang. Met rituelen en symbolen. In meerdere varianten. We praten daar op die tweede avond over liturgie verder over.  Van harte welkom!

 

En bij dat alles willen we, meer dan in het verleden, de deuren en ramen openzetten naar de wereld dicht om ons heen. Als een uitnodigende gemeenschap, waarin niet alleen intern de verbinding wordt gezocht, maar vanwaaruit ook krachtig de ontmoeting en de verbinding met onze buren worden gezocht.

 

Ooit waren de leerlingen in grote onzekerheid bij elkaar. Hoe zal de toekomst eruit zien? De Heer die er weldra niet meer zal zijn. Maar die zijn leerlingen niet in de steek laat. Hij zal ons via de Geest blijvend inspireren. Ze staan er niet alleen voor. Pinksteren komt dichterbij. Er is de belofte dat Zijn Geest ons blijvend zal beademen. Openheid en ruimte biedend, perspectief. Hoop en vertrouwen worden aangeblazen. Vrede! Hoezeer kunnen we daarnaar verlangen in deze ijzige wereld. Die ons soms de moed ontneemt, ons wanhopig maakt.

 

Bij dat vormgeven aan de toekomst hebben we elkaar hard nodig. Dat de dialoog wordt voorgezet. Dat we met elkaar in gesprek blijven. Dat er vitale ontmoetingen zijn. Hier en elders. Rond het Woord. Rond onze levensgeschiedenissen. Onze verhalen van vreugde maar ook van pijn. Dat we hier het brood blijven breken en delen. Elkaar troostend, elkaar sterkend in onze verlangens. Een wereld van vrede.

 

Omdat we letterlijk en figuurlijk dicht bij elkaar willen zijn, als we samen dat Woord van de Heer overdenken, zou het mooi zijn als we ook daadwerkelijk, fysiek, wat dichter bij elkaar zouden zitten. Op die liturgie-avond ging het ook over kloosters, over het samenkomen in de kerk of kapel daar, waar iedereen, wel of niet met een rol in de viering, veel dichter bij elkaar zit en daardoor ook een grotere betrokkenheid en verbondenheid ervaart.

Een soortgelijke ervaring kent de LWM als we zingen in een viering in de kapel van het OLVG.

 

Ik kan er niet genoeg de nadruk op leggen hoe ontzettend belangrijk die open communicatie en ontmoeting zijn en blijven. Als kern van het Samen Kerk-zijn. Op de zondagochtend kan dat met krachtige woorden, met gebeden, liederen (liefst zoveel mogelijk samen gezongen),  met prediking die aansluit bij en ons iets meegeeft voor ons leven van alledag.
We hebben elkaar zoveel te zeggen. We hebben elkaar zoveel te bieden. Soms ook zonder woorden. Stilte is ook zo belangrijk. De stilte, zou ik willen zeggen, van kloosters.

 

Een klein zijstapje. Ik las een heel mooi stukje op de website van het Dominicanerklooster in Huissen. Een “mijmering” van iemand, zelf geen kloosterling, die er regelmatig komt. Ik citeer een paar regels uit dit stukje. “Mijmeren”- stelt de schrijfster – “staat voor ‘in min of meer weemoedige gedachten verzonken zijn””. Ze is met de auto onderweg naar het klooster en schrijft: “Klassieke muziek zachtjes aan en denken aan mijn tocht richting het klooster. (…) Een plek waar een ieder zich gedragen mag voelen”.  Ze schrijft dat ze er soms overnacht en dan vanuit haar kamer naar de reusachtige rode beuk in de kloostertuin kijkt. En al kijkend, schrijft ze, “mijmerde ik na over die mooie rode beuk die zijn winterslaap houdt om ons allen, bezoekers van de prachtige kloostertuin, weer te gaan verrassen met zijn prachtige blad in het komende voorjaar”. Ze wenst iedereen zo’n kloosterverblijf toe. “Hard en plezierig inspirerend werken met z’n allen én mooie resultaten boeken met z’n allen. Het warme onthaal en de aardige, kundige mensen die je begroeten”. Het klinkt heel aanlokkelijk.

 

Ik vind vooral dit zo mooi: ze omschrijft het klooster als een “plek waar een ieder zich gedragen mag voelen”…
Dat het hier ook zo’n plek mag zijn. Waar we elkaar mét en soms ook zonder woorden ontmoeten. Ontmoetingen die kracht en vertrouwen geven om samen verder te gaan.
Laten we in deze “geest” toeleven naar Pinksteren.
En voor we het volgende lied inzetten even stil zijn.

 

Amen

 

 

OVERWEGING 1E COMMUNIE

22 mei 2016                 Pater Sedfrey

 

Een gezegende dag lieve zusters en broeders.

Vandaag vieren wij 2 belangrijke feesten, ten eerste is vandaag de eerste heilige communie van onze meisjes en jongens hier in ons midden…Ze zien er  dan ook heel feestelijk uit … en ten tweede vieren we het feest van de heilige Drie-eenheid. In de heilige Drie-eenheid vereren en erkennen wij drie personen van God . Dit wonderbare mysterie van onze geloofsbeleving is heel belangrijk omdat het een wezenlijk aspect van ons geloof aanspreekt. In verband met God spreken wij altijd over liefde. De woorden “God is Liefde” zegt veel over het drie-ene karakter of de persoonlijkheid van God zelf…De Liefde die wij in de eenheid van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest zien, illustreert God in zichzelf… overvloedig met liefde… een liefde die stroomt tot de hele schepping, de schepping doordringt.… In andere woorden…vanaf het moment van de schepping… in al de eeuwen die aan de geboorte van Jezus voorafgingen, in het leven, sterven en verrijzenis van Jezus, in de belofte en de zending van de heilige Geest – de Paracletos, de helper en Advocaat – en in de tijden van onze voorouders, draait alles om Gods liefde. God is liefde. – Drie personen, één God. Maar nu is de vraag …hoe zien, beleven, of ervaren wij de God van liefde in ons eigen leven?

Ter illustratie een kort verhaal. Er was eens een kleine jongen die God wilde ontmoeten. Hij wist dat het een lange reis zou zijn naar de plaats waar God woonde. Dus pakte hij zijn koffertje, deed er broodjes in en een pak vruchtensap….en zo begon hij aan zijn reis. Toen hij op weg ging… ontmoette hij, na ongeveer drie huizenblokken, een oude vrouw. Ze zat alleen bij haarzelf naar een aantal duiven te kijken. De jongen ging naast haar zitten en opende zijn koffertje. Hij wilde iets drinken, maar toen bemerkte hij dat de oude vrouw erg hongerig was. Spontaan gaf hij haar een van zijn broodjes. Ze accepteerde het broodje met grote dankbaarheid en zij glimlachte naar hem. Haar glimlach was zo mooi dat de jongen het nog eens wilde zien, dus hij gaf haar ook van het vruchtensap. . En opnieuw glimlachte de oude vrouw naar hem. De jongen was zo blij, dat hij daar de hele middag met haar bleef zitten eten en lachen, zonder dat er maar één woord werd gesproken. Toen het donker werd, besefte de jongen hoe moe hij was, en hij stond op om terug naar huis te gaan. Hij had nog maar enkele stappen gezet toen hij zich omkeerde, terug snelde naar de oude vrouw en haar een knuffel gaf. En toen gaf ze hem haar grootste en mooiste glimlach ooit. Toen de jongen kort daarna de deur van zijn ouderlijk huis opende was zijn moeder heel verrast door de blik van vreugde op zijn gezicht. Zij vroeg hem: “Wat heb je vandaag gedaan dat je zo gelukkig maakt?” Hij antwoordde: “Ik had lunch met God.” Maar, voordat zijn moeder ook maar iets kon zeggen, voegde hij eraan toe: “Weet je wat? Ze heeft de mooiste glimlach die ik ooit heb gezien! ”

Intussen is de oude vrouw, ook stralend van vreugde, teruggekeerd naar huis. En haar zoon is uitermate verrast over de vredige en blije blik van zijn moeder. En dus vraagt hij: “Moeder, wat heb je vandaag gedaan dat je zo gelukkig maakt?” Ze antwoordde: “In het park heb ik broodjes gegeten met God.” Voordat haar zoon iets kon zeggen voegde ze eraan toe: “Weet je, Hij is veel jonger dan ik had verwacht.”

In de evangelielezing die wij gehoord hebben, hebben wij het voorbeeld van de ervaring van Zacheus… zijn eigen ervaring van God’s liefde in de barmhartigheid en het mededogen van Jezus zelf …Wederzijds is God ook altijd voor ons aanwezig… Deze krachtige en ontegenzeggelijke aanwezigheid van God…..is altijd rondom ons… zelfs in het gezicht van grote uitdagingen en beproevingen is God altijd aanwezig… een paar jaar geleden was er een grote overstroming in Manilla, er lagen doden op straat en de slachtoffers van de calamiteit waren er zo velen dat wij stopten met tellen… persoonlijk vroeg ik me af: waar was God toen de mensen Hem nodig hadden? Maar te het midden van de wanorde en ellende zag ik kinderen op straat die probeerden om de buurt schoon te maken… ik zag mannen en vrouwen die ouderen hielpen… ik zag de glimlach en de hoop die mij vertelden dat wij alles samen kunnen en zullen overwinnen…

Dit is het wonder van God, lieve Communicanten….zusters en broeders…  Hoewel vaak concentreren wij ons alleen maar op wat wij meteen kunnen zien, maar de waarheid is… dat de waarde van iets kan niet onmiddellijk gezien worden… de werking van onze liefdevolle God in de Kerk, in het sacrament van de Eucharistie en zeker ook in ons eigen leven is iets dat wij niet ineens kunnen beleven en realiseren… Maar God is altijd trouw aan zijn Woord… Hij is het Woord en Hij is altijd bij ons aanwezig in de Sacramenten, heel speciaal in de communie…als Jezus op een speciale wijze tot ons komt, en in vreugde en in verdriet, in welvaart en in armoede, in vrede en in wanorde… Voor jullie jongens en meisjes is het een bijzondere dag, nu jullie Jezus voor het eerst in de heilige communie mogen ontvangen. Jezus zegt tegen jullie dat Hij heel veel van jullie houdt. Jezus hoopt dat jullie ook na vandaag heel dikwijls komen om Hem te ontvangen. God is altijd daar… als Vader, Zoon en Heilige Geest…. Dus laat ons niet wanhopig worden, want de liefde van God is groter dan elke uitdaging … misschien moeten we gewoon rond kijken om te beseffen dat God de Paracletos daar is… en glimlachend op ons neerziet … Ik wens u allemaal een gezegende zondag… en laat ons dan onszelf openen voor God onze Vader, de Zoon Jezus onze broeder… en de Heilige Geest onze helper… Amen

 

 

Overweging op de Parochie-inspiratiedag, 5 juni 2016 door Ari van Buuren

Lezingen: I Koningen 17,17-24 en Lucas 7,11-17

 

  • 1

We hebben net het lied van Meerklank tussen de Lezingen gehoord. ‘t Is een lied over handen. Hoorde u ook dat 20x (!) het woord: ‘handen’ klinkt?

Het refrein luidt: “Handen zijn er om warmte te geven; handen zijn tekens van liefde, van leven.”

  • 2

Laatst zag ik een oude vriend: een gepensioneerde arts, gynaecoloog. We reisden elkaar tegemoet naar Amersfoort. Onlangs was hij zèlf geopereerd, bij bewustzijn. In diezelfde operatiekamer had mijn vriend vaak geopereerd: hand-werk bij uitstek!

Gelukkig werd meteen een goede uitslag duidelijk. De behandelend chirurg pakte hem bij z’n handen ter felicitatie. Andere OK-medewerkers had hij vele jaren niet gezien. In zijn werkjaren gebeurde dit natuurlijk niet, maar nu? Nu werd hij omhelsd!! “Handen zijn tekens van liefde, van leven”.

  • 3

Kinder-handen zijn er om te spelen. In vluchtelingenkampen horen kinderen niet te verkommeren. Mijn vriend, de gynaecoloog redde veel kinderen. Maar soms sterven ze te jong. Het moederverdriet daarover gaf Michelangelo in de St. Pieter eens voor altijd vorm in de Pietà, zijn beeld (uit 1499) van Maria met de dode Jezus op haar schoot.

De profeet Elia neemt het dode kind van de schoot van de weduwe, bij wie hij logeert. Hij draagt hem in zijn armen naar zijn kamer, legt hem op zijn bed, en verwarmt hem met zijn eigen lichaam. Elia sméékt: ‘God, laat toch de ziel in dit kind terugkeren!’ De moeder ontvangt haar kind levend terug uit de handen van Elia.

  • 4

Het Lukas-Evangelie gaat ook over een weduwe. Haar enige kind ligt dood op een lijkbaar. Jezus ziet de moeder en zegt: “Huil niet meer!” En wat doet hij met zijn handen? Hij raakt de baar aan. Beter nog is de vertaling: hij grijpt de lijkbaar vàst! De dragers stoppen. Jezus roept met zijn handen en stem het kind wakker.

Elia en Jezus: zij spreken met hun lijf en handen een duidelijke taal. Ze kunnen nieuw leven oproepen.

Kinderen mogen weer spelen, zoals in het PingPongPakhuis dat nu hier is opgebouwd. Misschien vindt u dit wat vreemd, maar zo doet onze Hofkerk mee in het Rode Loper-Festival van Amsterdam-Oost. Zo’n 300 leerlingen van 5 basisscholen komen hier spelen. We willen meer een open kerk zijn.

  • 5

Van Jezus wordt gezegd dat hij medelijden kreeg met de weduwe en haar ontzielde kind. Maar dat is slap vertaald. In het oude Grieks staat een werkwoord, dat heel lijfelijk is (σπλαγχνιζω); het gaat over mededogen. Jezus krijgt letterlijk pijn in zijn ingewanden, zijn buik. Hij wordt er beroerd van. Het moederverdriet gaat hem door merg en been. Zó concreet wordt zijn mededogen omschreven.

Lukas vertelt dat Jezus ook mededogen toedicht aan de barmhartige Samaritaan en aan de vader van de verloren zoon.

In zijn gelijkenissen over hen maakt Jezus duidelijk dat je in mededogen (10,33; 15,20) zelfs je vijanden kunt liefhebben en je je kinderen nooit afschrijft. Dat heet ook wel ‘ontferming’: een oud woord, dat om-arming betekent! Dit weerspiegelt onvoorwaardelijke liefde.

Mededogen-zonder-voorwaarden gaat heel diep. Het is veel intenser en goddelijker dan medelijden. Het is een gave van de Heilige Geest. “Als je zó naar elkaar kijkt kijk je als met de Ogen van een Moeder naar de ander”, zei Hein Stufkens eens (in zijn prachtige boek over Mededogen).

Dit werkt zó bevrijdend!

  • 6

Vandaag vieren we Parochie Inspiratiedag. Namens de Pastoraatsgroep en haar speciale inspiratiedag-commissie mag ik u zeggen: u bent uitgenodigd! Het gaat ons erom dat wij samen onze Geloofsgemeenschap vitaliseren: tot nieuw leven brengen met elkaar èn voor de samenleving om ons heen.

Nog steeds zijn we als parochie in een overgangsproces, een transitie. Er is soms verdriet, hulpeloosheid, achterom zien, wantrouwen. Er is òòk vooruitkijken, investeren in de toekomst en het zoeken van nieuwe perspectieven. We zoeken nieuwe wegen voor caritas en diaconaat.

En weet u het nog? In juli 2017 willen we feest vieren. Een herdenkingsfeest van de Martelaren van Gorcum. Een feest van vergeving, verzoening en verbinding: als christenen onderling en samen met anders-gelovigen.

Laten wij dus in onze parochie meer, nòg meer de handen naar elkaar uitsteken. Laten we met een open blik naar elkaar kijken.

Laten we elkaar vertrouwen zoals die moeders Elia en Jezus vertrouwden. Laten we elkaar niet ontlopen of veroordelen, want dat is de dood in de pot en de Kerk niet waardig…

Kortom: meer elkaar waarderen kunnen we vandaag allemaal oefenen op deze Inspiratiedag. Ook in leuke werkvormen!

  • 7

De Bijbelverhalen van vandaag zijn verhalen over handen, omarmingen, en aanrakingen. Elia en Jezus wekten een enkele keer mensen uit de dood. Wij kunnen dat figuurlijk doen! “Handen zijn tekens van liefde, van leven”.

In onze Vieringen raken we elkaar niet aan behalve bij de Vredeswens, als we elkaar hand-in-hand de Vrede van Christus wensen.

Daarna worden we, ook vandaag, ter Communie genodigd. Het is de uitnodiging om het Lichaam van Christus te ontvangen. En de kerkvader St. Augustinus zegt: “Je wòrdt wat je ontvangt, lichaam van Christus”.

Dit is een en al, bijzondere lichaams-taal! Durven wij zó lichamelijk te zijn? De verrezen Christus leeft verder bij God. En hij wil zijn leven in en door òns voortzetten.

Wij-met-elkaar, u en ik zijn dus het Lichaam van Christus, het Gezin van God op aarde. Tonen we dàt? Hòe tonen we dat? Maken we dat zichtbaar, zichtbaar-der?….

 

Amen

 

 

OVERWEGING 12 JUNI 2016 LEO NEDERSTIGT

Lezingen: 2 Sam. 12, 7-1-.13 en Luc. 7,36-8,3

 

Zusters en broeders,

 

Net als het leven zelf zitten de lezingen van vandaag vol verschillende mensen. De eerste over wie we hoorden is David. Hij heeft een belangrijke functie. Hij is een koning van wie verondersteld wordt, dat hij fatsoenlijk en netjes leeft. Zo gaat dat niet met hem. Hij wordt verliefd op een vrouw, die al getrouwd is. Het lukt hem om die vrouw in te palmen. Zij raakt daardoor in verwachting. Dat mag niet bekend worden. Als dat wel gebeurt, zal ze gestenigd worden en wat betekent dat niet voor de koning? Hij krijgt het voor elkaar om Uria, die in het leger zit en haar man is, op een kwetsbare plek in het leger te zetten. Hij komt om en David lijkt van zijn schuld gevrijwaard. De profeet Nathan maakt het hem nog eens duidelijk, hoe hij bezig is.  David ziet het werkelijk in. Hij accepteert zijn fouten en heeft diepe spijt.

 

In de Evangelielezing komen we een Farizeeër tegen. Ongetwijfeld wil hij wat pittige gesprekken met Jezus voeren. Hij nodigt hem uit voor de maaltijd. Zonder dat ze uitgenodigd is, komt er een vrouw binnen. Wat ze achter de rug heeft, kunnen we wel raden maar wordt nergens vermeld. Ze komt met kostbaar reukwerk naar binnen. Ze toont haar grote dankbaarheid aan de Heer. Blijkbaar zijn haar zonden vergeven. Ze wast zijn voeten met haar tranen en droogt ze met haar haren af. En dan zalft zij zijn voeten met dat kostbare reukwerk. Jezus begrijpt die vrouw. Haar dankbaarheid is enorm groot. Blijkbaar heeft ze heel wat achter de rug.

De slotregels laten zien, wie Jezus vergezellen. Een aantal mensen wil in de buurt van Jezus blijven. Dat zijn de leerlingen. Dat zijn ook een aantal vrouwen, die blijkbaar veel aan Jezus te danken hebben.

 

En dan is er nog die Farizeeër, die netjes en geëerd is. Hij voelt zich wellicht thuis bij Jezus maar niet bij al die mensen die om hem heen zijn.

 

Wat gebeurt er met David? Hij heeft begrepen dat hij straf verdient. Hij heeft niet alleen overspel gepleegd. Hij heeft ook de dood van een goede militair op zijn geweten. Legt hij zijn ambt neer? Gaat hij over tot een openbare schuldbelijdenis? Nee, dat doet hij niet. Hij legt zijn verantwoordelijkheid niet neer. Hij wordt niet in het openbaar gestraft. Maar hij voelt zijn eigen tekorten. Hij voelt hoe hij fouten heeft gemaakt. En vervolgt zijn taak en zijn ambt, maar niet om extra eer te verwerven. Hij weet, wie hij is en legt alle arrogantie neer. In grote toewijding en diepe afhankelijkheid van Hem, die hem vergeven heeft, gaat hij door met zijn leven en met zijn opdracht.

 

De vrouw uit het Evangelie heeft vast heel wat achter de rug. Zij is een bekende zondares.  Maar diep van binnen weet ze dat haar zonden vergeven zij. Door een spectaculair gebaar, laat ze haar diepe dankbaarheid zien. En vervolgens zal zij wel één van de vrouwen zijn, die zich in het gezelschap van Jezus blijft ophouden en hem alle toewijding en zorg verleent.

 

Met de Farizeeër gebeurt eigenlijk niets. Is hij zonder fouten? Hij is zich er eigenlijk niet van bewust. Maar hij zal niet enkel als een saai mens door het leven gaan, maar ook als iemand met arrogantie en eigendunk.

 

Wie zijn wij? Laten we eerlijk zijn. Noch pastores, noch parochianen zijn zonder fouten. We weten allemaal, wie we zijn en wat we achter de rug hebben. We weten goed bij elkaar aan te wijzen, wat er mis is. Soms zijn onze fouten verborgen en zijn we ons er nauwelijks van bewust. Soms doen we anderen verdriet aan, zonder dat te voelen of te beseffen. Volmaakt is niemand onder ons.

 

Het is niet zonder waarde om onszelf te kennen. Het is waardevol om ons eigen verleden en de fouten, die daarin gemaakt zijn, onder ogen te zien. Dat is waardevol, omdat we daardoor iets wegdoen van die nette Farizeeër. Het is waardevol, omdat we een eigen verantwoordelijkheid hebben, waaraan we ons niet zomaar kunnen of willen onttrekken. Het besef van onze tekorten maakt ons menselijk. Dat zet ons met beide voeten op de grond. Dat verheft onszelf niet boven een ander. Zoiets komen we tegen bij David.

 

Als je beseft waar het bij jou aan ontbreekt, dan kan ineens of gaandeweg het diepe besef doordringen, dat jouw schuld of jouw bagage je leven niet zwaarder hoeft te maken, dan je denkt. Ik bedoel, dat je net als die vrouw, door het leven kan of mag gaan als een dankbaar mens.  Je mag dankbaar zijn om het leven zelf. Je mag dankbaar zijn om alles wat je hebt gekregen. Je mag er ook dankbaar om zijn, dat jouw zonden of jouw schuld je leven niet kapot maakt. Je kan vergeven worden.

 

Dat is, wat we ook in onze kerk mogen beleven en vieren. We hebben geprobeerd het goede te doen. We hebben fouten gemaakt en anderen pijn gedaan.  Dat is erg en dat is jammer, maar we mogen met vertrouwen doorleven.  Dat hoop ik ook voor ons eigen leven, maar ook voor onze parochie. We staan in een geschiedenis, waarin donkere kanten zichtbaar zijn geworden. We staan ook in een geschiedenis, waarin we worden opgeroepen en uitgedaagd elkaar te vergeven of minstens open te staan voor de vergeving van Hem, die ons het leven mogelijk heeft gemaakt en ons uitdaagt het goede te doen en in vrede en vertrouwen te leven.

 

 

OVERWEGING VREDESZONDAG

Preek over verzoening (Genesis 32: 7-9 + 33: 1-4)

(ds. M. Theile, Vredeszondag 18 september 2016)

Vrede verbindt.’ – Zo luidt het motto van deze vredesweek. Wij hebben daarvoor dit Bijbelverhaal gekozen, het verhaal van de verzoening van de tweelingbroers Jakob en Esau. Want dat is een sprekend verhaal, waarin velen situaties zullen herkennen, die ze zelf meegemaakt hebben. Ik denk, dat het merendeel van u weet, wat ruzie is, en hoe het soms voelt:

  • hoe je je in het nauw gedreven kan voelen,
  • de angst, die er soms bij hoort – je denkt wel, dat je hele leven bedreigd is,
  • misschien sla je terug – door woorden of door je gedrag,
  • anderen trekken zich terug, en draaien toch in hun gedachten alleen om dit conflict, en kunnen het niet loslaten.

Wij weten dus misschien allemaal, wat ruzie is. En hopelijk weten we ook, wat verzoening is. Hopelijk hebben wij dat ook meegemaakt: echte verzoening – in ons eigen leven, of bij anderen. Als mensen zich na lange tijd met elkaar verzoenen, is het feest. Want dan is niet alleen een tijd van strijd afgesloten. Maar iets nieuws is begonnen. Een nieuwe periode van saamhorigheid. Daarop doelt dus dit motto: ‘vrede verbindt’. Het conflict tussen Jakob en Esau was niet mis. Jakob had zijn tweelingbroer Esau om zijn rechten als oudste zoon gebracht. En dit niet door kennis en kunde, maar gewoon door bedrog. Jakob leidde zijn blinde vader Izaäk om de tuin; door hem voor te spelen, dat hij Esau was. Dat was bedrog; te vergelijken met valsheid in geschrifte in onze tijd. Alleen: het was niet meer terug te draaien. Izaäk had Jakob de zegen al gegeven. En dat mocht hij slechts één keer doen. Het ongeluk was geschied. Het was niet meer goed te maken. Toch werd de bedrieger Jakob hiervan niet echt gelukkig:

  • Hij moest meteen de benen nemen. Hij vluchtte zijn land uit.
  • In het nieuwe land kreeg hij niet zo snel voet aan de grond. Met het meisje, waar hij verliefd op was, kon hij pas na afloop van 7 jaar trouwen. En ook met het krijgen van kinderen duurde het bijzonder lang.

Maar dan was het uiteindelijk toch gelukt. Jakob kreeg een groot gezin. En hij was succesvol, en verwierf behoorlijke rijkdom. Nu wou Jakob weer terug naar zijn land van herkomst. Hiermee verbond hij ook het doel, om het met Esau goed te maken.  Maar het was heel onzeker, of dat zou lukken. Want de twee broers hadden al 20 jaar niet meer met elkaar gepraat. Een vreselijk lange tijd; na alles, wat er gebeurd was! Verzoening lukt meestal alleen, als beide kanten bereid zijn. Wat zou dus Esau na zo een lange tijd zeggen en doen? Jakob weet het niet. Jakob gaat op weg. Hij doet dat niet alléén, maar met zijn grote familie; en met zijn grote rijkdom aan vee. Hij neemt alles mee. Want nu is het genoeg geweest in zijn schoonfamilie. Maar Jakob is nog steeds bang voor Esau. Vanwege zijn eigen fouten, en vanwege de mogelijke reactie van zijn broer. Daarom stuurt hij boodschappers vooruit, die de situatie moeten verkennen. Jakob geeft hen precies mee, wat ze moeten zeggen. Luistert u: ‘Zo spreekt uw dienaar Jakob: Ik heb bij mijn schoonvader Laban gewoond, en ben daar tot nu toe gebleven. Ik heb veel rijkdom verworven. En ik vraag u nu, om me gunstig te ontvangen’ (32:5v.) Heel beleefd dus; en zelfs onderdanig. En Jakob is ook van plan, om zijn broer met cadeaus genadig te stemmen. Hoe schrikt hij dan, als zijn boodschappers terugkomen, en hem vertellen, dat zijn broer Esau nu zelf komt – niet alléén, maar met een legertje van 400 gewapende mannen. Vluchten is onmogelijk. Dat lukt niet meer, met deze grote stoet mensen en vee. Want ze zijn al te dicht bij Esau. Wat doet Jakob dus? – Dat zijn vier dingen:

1) Jakob verdeelt zijn stoet in twee groepen, zodat er tenminste één overleeft, als Esau daadwerkelijk met slechte bedoelingen komt.

2) Jakob bidt indringend tot God, en vraagt God om bescherming.

3) Hij pakt de geschenken bij elkaar, die hij zijn broer wil geven.

4) En dan gaat hij Esau tegemoet; niet zoals een broer dat doet, maar opnieuw onderdanig, met alle bewijzen van hulde, die een knecht aan zijn heer toont. Zevenmaal buigt hij op de grond.

Zoals vaker in de Bijbel het geval, verbindt ook Jakob zijn gezond verstand met het geloof in God:

  • de voorzichtigheid, door de splitsing van de stoet,
  • het respect voor zijn broer
  • en dan het gebed tot God, om bescherming.

Verstand & geloof zijn geen tegengestelde dingen, maar werken hand in hand. En Esau? – Er staat niets over zijn verstand of over zijn geloof; Esau is één en al emotie. Hij snelt zijn broertje tegemoet, omarmt hem, en kust hem. Dan komen beide mannen de tranen. – Een prachtig verzoeningsverhaal. Wie heeft meer voor de verzoening gedaan, Jakob of Esau? –

Ik zou het niet kunnen zeggen. Want beide broers hebben grote stappen gedaan, om het verleden achter zich te laten. Als Jakob gewacht had, totdat hij zeker was, dat Esau hem zou vergeven, was hij misschien nooit op stap gegaan; en had het verdriet nooit overwonnen. Maar hij deed het, ook al was de uitkomst onzeker. En het is gelukt. Met Gods hulp, en dankzij de bereidheid van zijn broer Esau, om hem te vergeven. Esau spreekt deze vergeving trouwens niet uit, door grote woorden. Maar hij toont ze des te meer door zijn warm onthaal voor zijn broertje. Soms zijn daden nog belangrijker dan woorden. Met name, als ze uit een zuivere motivatie voortkomen. Wij allen leven in conflicten. Veelal is met een gesprek al veel bereikt, maar dat is niet altijd het geval. Want soms zijn conflicten heel bedreigend. Dan reageren wij niet meer zo, als wij dat eigenlijk graag zouden willen doen.

Daarbij denken wij in deze Vredesweek aan persoonlijke conflicten, en ook aan de vreselijke oorlogen op wereldschaal. Soms duurt het heel lang, totdat er een oplossing komt. Een kleine maand geleden werd een vredesakkoord in Colombia bereikt, na 50 jaar guerrilla-oorlog en meer dan 200.000 slachtoffers. Het zijn moedige mannen en vrouwen, die hiervoor in de bres gaan staan. Gelukkig zijn die er. En hoe is het dan met Syrië, het land, waar wij al zo lang zo veel over horen, zonder dat de vrede dichterbij komt? Ik weet niet, of u het nog volgt, na al die jaren. Ik probeer het wel nog een beetje bij te houden. Vorige week hebben de ministers Kerry en Lavrov van Amerika en Rusland een akkoord bereikt, zodat de wapenen op het ogenblik rusten. En vanochtend hoorde ik weer op het nieuws dat Rusland de Veiligheidsraad van de VN bijeengeroepen heeft vanwege bombardementen van Amerika, en dat de Russische vertegenwoordiger de vergadering verliet n.a.v. van de Amerikaan had gezegd. Ik weet niet, of de handelende personen er echt goede bedoelingen bij hebben. Toch denk ik, dat er geen alternatief is voor gesprekken. Misschien vertrouwt niemand de ander. Toch praten ze nog met elkaar. Wat deed Jakob al weer? Hij probeerde het. Hij zocht het contact met Esau.

  • Hij was wel voorzichtig.
  • Hij toonde respect tegen zijn tegenstander. ·
  • En hij vroeg God om hulp.

Het had ook anders kunnen aflopen. Ook in de Bijbel hebben niet alle verhalen een ‘happy end’. Maar Jakob heeft het gedurfd. En Esau dus ook. En dan kwam het goed. Na 20 jaar maakten de twee broers mee, dat ook na een lange ruzie vrede verbindt.

 

 

OVERWEGING MARTELARENFEEST 2016

Overweging door Pastor Coen van Loon

Habakuk 1, 2-3; 2, 2-4

Lucas 17, 5-10

 

 

Het zijn herkenbare vragen die Habakuk uitroept in de eerste lezing.

En het brengt ons meteen bij de mistoestanden die er toen waren en die er nu nog zijn in onze wereld. Juda wordt in die 6de eeuw voor Christus bedreigd door de Babyloniërs; de tijd van de babylonische ballingschap komt eraan. Habakuk roept God ter verantwoording:

Hoelang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij maar niet luistert?

Hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen, terwijl Gij maar geen uitkomst brengt?

Waarom Iaat Gij mij onrecht lijden en ziet Gij die ellende maar aan?

Waarom moet ik leven te midden van geweld en verdrukking

en waarom rijst er twist en moet men lijden onder tweedracht?

 

Het zijn vragen in wanhoop zoals zij deze weken ook opstijgen uit bijvoorbeeld Aleppo, de stad in Syrië. Hoe kan een God die rechtvaardig is, kwaad met nog erger kwaad vergelden? Hoe kan Hij rustig blijven toezien, terwijl de vijand van zijn volk zijn gang gaat?

Het zijn vragen waar geen gemakkelijk antwoord op te vinden is.

 

In Griekenland zitten zeker 60.000 vluchtelingen vast in erbarmelijke omstandigheden en zonder enig uitzicht. De politici en de media hoor je niet over hen. Hier, in Nederland, horen wij over asielzoekerscentra die gesloten worden omdat er minder vluchtelingen binnen komen. De prijs van onze veiligheid wordt door hen betaald. Juist vanuit ons geloof mogen wij niet vergeten dat ook zij kinderen van God zijn; kinderen van een wereldwijde familie.

 

We vieren dit jaar dat 150 jaar geleden de Martelaren van Gorcum heilig verklaard werden.

Bij de bewoners van Aleppo en de vluchtelingen in Griekenland kan men spreken over een massamartelaarschap. Achter iedere martelaar staan vaak duizenden anonieme mensen die hetzelfde lot hebben ondergaan. In het herdenken van de martelaar die met naam en toenaam bekend is gebleven, worden ook die anderen herdacht en naar voren gehaald. De martelaar is een teken in de geschiedenis om niet te vergeten wat mensen mensen aan kunnen doen.

 

Achter in uw liturgieboekje heb ik twee teksten laten opnemen met twee aspecten van martelaarschap. Het ene gaat over de Martelaren van Gorcum zelf. Het spreekt van archiefonderzoek van de laatste jaren waaruit een ander beeld opkomt dan men eeuwenlang over de martelaren gehad heeft. De martelaren zijn gewone mensen geweest die in Gorinchem hun leven leefden. Er kan kritiek zijn op de keuzes die zij in dat leven maakten, maar, zegt de tekst, ‘het is en blijft onacceptabel om iemand te vermoorden omdat hij het verkeerde geloof heeft’.

 

De andere tekst van Johannes Paulus de 2de spreekt over het martelaarschap in onze tijd. Zowel die paus als paus Franciscus spreekt over het oecumenische aspect van martelaarschap. ‘Misschien is de meest overtuigende vorm van oecumene die van de heiligen, de martelaren’, zegt de tekst. En de paus spoort de plaatselijke kerken aan de herinnering aan de martelaren niet verloren te laten gaan.

 

De Martelaren leven voort in onze tijd. 11 van de 19 waren Franciscaan, waarmee de martelaren van Gorcum voor de Franciscanen bijzondere heiligen zijn. Twee van hen, Jeroen en Anton, kwamen uit Weert en worden daar nog steeds vereerd. Wilehad kwam uit Denemarken waardoor er ook in Kopenhagen een kerk aan de Martelaren van Gorcum gewijd is. De personele unie in Brabant waar het dorp Heeze onder valt is vorig jaar genoemd naar die martelaar, de heilige Nicasiusparochie. Jaarlijks komt men samen op het Heezense Nicasiusplekske om deze martelaar te gedenken.

 

Toch zijn we met de projectgroep die toewerkt naar 9 juli volgend jaar, aan het worstelen met het begrip martelaar. Het is niet een woord dat je makkelijk in de mond neemt. En dus komen er andere woorden naar boven als verbinding, verzoening en vergeving. We willen ons verbinden met die 19 mannen naar wie deze kerk vernoemd is, ons verbinden met de bewoners van Aleppo en de vluchtelingen in Griekenland, ons verbinden met de buurtbewoners hier in Amsterdam Oost. Daarvoor zijn wij op zoek naar een passend programma. Een programma dat eveneens aanhaakt bij de herdenking van 500 jaar reformatie dat eveneens in dit jaar gevierd gaat worden. Misschien heeft u al gemerkt dat het veel over Luther gaat op dit moment. Het moment dat hij op 31 juli 1517 op een kerk een papier vasttimmerde met 95 klachten tegen de katholieke kerk, wordt als het begin van de reformatie gezien.

 

Habakuk eindigt zijn klacht met een lofzang op God wiens glorie de aarde vervult.

“Vol ontzag ben ik, Heer, voor uw werken.
Laat die herleven in onze tijd, maak ze ons in deze tijd bekend;
denk in uw woede aan uw barmhartigheid.”

 

Frans Woortmeijer verwees in de laatste Hofnieuws naar het boek van Kushner ‘Waarom het kwaad goede mensen treft’. Daar gaat het niet over Habakuk maar het boek Job. Daar kaatst God de bal terug en zegt Hij: “Als jij denkt dat het zo makkelijk is om de wereld in het rechte spoor te houden, om te zorgen dat de mensen niets onrechtvaardigs overkomt, probeer jij het dan maar eens!”

Frans zegt: “we moeten uit zien te stijgen boven de vraag: waarom moet dat (mij) gebeuren en ons in plaats daarvan de vraag stellen: wat doe ik, nu het eenmaal gebeurd is.”

 

En dat is de gedachte die ook schuilt in het jaarthema ‘staan voor je geloof’. We kunnen niet anders dan de wereld aanvaarden zoals hij is. In die wereld neemt een ieder zijn verantwoordelijkheid. Vanuit ons geloof zijn wij geroepen oog en oor te hebben voor iedere naaste. En als gelovige zoeken wij naar hoe dat geloof ook in onze tijd bij kan dragen aan onze samenleving. Daarbij is het in dialoog gaan belangrijk. In dialoog poneer jij niet eerst hoe jij denkt, maar zoek je eerst de ruimte waarin luisteren naar elkaar mogelijk is. Dat luisteren brengt begrip en respect voor de ander. Pas na dat luisteren ga je voorzichtig in gesprek zonder meteen stellingen te betrekken en beschuldigingen te uiten.

 

Vorige week was ik in een kerk in Oisterwijk. In 1971 was die geopend, nu na vijftig jaar werd hij gesloten. Het is de plek waar ik in de beginjaren veel aanwezig was, waar mijn visioen ontstond, mijn geloof, mijn idealen onder woorden werden gebracht. Hun manier van afscheid nemen nu is volwassen en zonder verbittering. ‘Zoals wij zijn, zo zijn de tijden’, zo citeerde daar iemand Augustinus. Toen was wat daar gebeurde wat men toen zocht, nu zoeken de mensen weer andere wegen. Bij dat afscheid-zijn, bracht mij in verbinding met mijzelf. En ik denk dat daar ieders verbinding ligt; in jezelf.

 

Het boek dat deze kerk uitgaf heet ‘een spirituele proeftuin’. Dat woord wil ik hier introduceren. Laten wij hier in de Hofkerk een spirituele proeftuin zijn.

Dat wij vanuit die persoonlijke verbinding dit jaar tegemoet mogen gaan.

Dan staan wij daadwerkelijk in ons geloof, dan kan God aanwezig zijn,

dan kunnen bergen verzet worden,

dan zal de moerbeiboom zijn wortels losmaken uit de grond en geplant worden in de zee.

Amen.

 

Slottekst bij het slotgebed:

Ari van Buuren reikte deze tekst aan.

16 dagen na de aanslagen in Brussel uitgesproken door Griet op de Beeck

“Laten we stoppen met hopen en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren,

en mild zijn voor wie dat nog niet kan.

Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.

Laten we pantsers afleggen, en het en de andere tegemoet treden, telkens weer.

Laten we slapende honden keihard wakker maken. Blijven geloven in dromen die ook uitkomen.

Veel verwachten, genoeg spijt hebben, in zeven sloten tegelijk lopen,

alle dingen aankijken, ook dat wat ons verontrust.

En laten we minachting koesteren voor de hopeloosheid,

weten wat we waard zijn, onszelf gunnen wat we verdienen,

want dat is vaak meer dan we geneigd zijn te denken.

En laten we begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna.

Laten we durven. Ja.”

 

 

 

OVERWEGING 9 OKTOBER

Zondag, 9 oktober –Ari van Buuren

 

Hofkerk 8 oktober 2016       2 Koningen 5,14-17    Lucas 17, 11-19

  • 1

Het zondagsevangelie gaat over de genezing van tien melaatsen. Dit verhaal biedt een illustratie bij hoe wij liturgie vieren. Altijd bidden wij aan het begin een Kyrie en zingen we een Gloria. Vanmorgen doen we dat samen met het Dames- en Herenkoor ‘Jubilemus Domino’.

Lukas, naast evangelieschrijver ook arts, vertelt dat 10 melaatsen luidkeels een Kyrie roepen: ‘Meester, ontferm U over ons!’. Is het een schrééuw om genezing? Zeker, nood leert bidden! Maar slechts 1 genezen melaatse, slechts één van de 10 stemmen jubelt tenslotte een Gloria…

  • 2

Dit evangelieverhaal is een ontroerend Kyrie-verhaal.

Het speelt zich af in het grensgebied tussen Samaria en Galilea.

Grensgebieden zijn vaak spannend. Niet bij grenzen als met België of Duitsland. Wèl bij grenzen als die van Syrië met Libanon en Turkije. Vele ònzichtbare grenzen zijn nòg gevaarlijker. Opeens kun je in Irak, Syrië of Libië in de buurt van IS belanden.

Vorige week zondag werd onze stadsgenoot, fotojournalist Jeroen Oerlemans in de Libische stad Sirte doodgeschoten door een sluipschutter van IS.

We steken een kaars voor hem aan. Kyrie, eleison.

Laten wij dit bidden voor Jeroen, zijn partner en hun drie kinderen. Jeroen Oerlemans maakte fotoreportages in oorlogsgebieden om de wereld te tonen, wat er ècht gebeurt. Gods ontferming is nodig, maar ook ònze concrete ontferming voor alle mensen: moslims, christenen en  andere slachtoffers van ideologisch geweld. Zij worden gemarteld naar lichaam en ziel…

  • 3

In grensgebieden gaan ook àndere mensen schuil. Zij leven in de rafelranden van de maatschappij. Dokter Lucas beschrijft hoe melaatsen in het grensgebied huisden. Hij kent dit niemandsland tussen Samaritanen en Joden. Zij konden elkaar niet luchten of zien. De interreligieuze dialoog stond bepaald niet op hùn agenda.

De Samaritanen woonden ongeveer waar nu de Westbank is. Men ontliep elkaar. Er waren alleen corridors waarlangs handelsreizigers of pelgrims van en naar Jeruzalem liepen.

De melaatsen huisden toen in dit grensgebied. Medische behandeling voor hen was niet mogelijk. Ze moesten weg uit de samenleving; ze waren immers  wandelende infectiehaarden. Kwamen gezonde mensen per ongeluk in hun buurt kwamen dan moesten ze roepen: “Onrein! Onrein!”

In ons evangelieverhaal gaan 10 melaatsen Jezus tegemoet. Op grote afstand schreeuwen ze: ‘Heer ontferm U!’ Ze waren eenzame paria’s, maar hadden elkaar gevonden. Eén van die 10 patiënten blijkt een Samaritaan te zijn! Lucas gebruikt een Grieks woord (allo-genès) voor hem dat erg op ons woord allo-chtoon lijkt.

  • 4

Zullen we onze fantasie ’s gebruiken? Zie hen staan! Hun dikke huid is zeer dun geworden. Nooit meer worden ze omhelsd. Nooit meer delen ze het bed met hun geliefde. Nooit kunnen ze actief moeder of vader zijn.

Maar nu overschrijden ze de grens van hun angst en isolement! Naar Jezus  schreeuwen ze het uit. En hoe dan ook, ze worden genezen.

Jezus zegt hun conform de regels toen: “Toon je genezing aan de priesters.” Die Joodse priesters waren tevens een soort zorg-inspecteurs, die hen gezond konden verklaren. Dat gebeurde tijdens een ritueel van wel 2 weken lang.

 

Slechts één van de 10 genezen melaatsen keert daarna terug bij Jezus. Zijn Gloria is bijzonder! In het evangelie buitelen vrolijke Jubilemus Domino-woorden over elkaar heen. Deze Samaritaanse paria verheerlijkt God. Zijn stem is nu groot en sterk. Vol ‘eucharistie’ zegt Lucas letterlijk – dat betekent: in dankbaarheid – knielt hij voor Jezus.

Aan de omstanders, wie het ook zijn mogen, stelt Jezus 3 vragen: “Zijn er niet 10 melaatsen genezen? Waar zijn die 9 anderen? Wilde alléén deze allochtoon God eer bewijzen?…”

Met deze vragen wil hij ook ons aan het denken zetten.

  • 5

Tenslotte spreekt Jezus de genezen Samaritaan zelf aan, kort en krachtig: “Sta op, ga heen. Uw geloof, uw vertrouwen heeft u gered”.

Gaan! Maar waarheen? Afgelopen dinsdag ging ik naar Den Haag. Opeens, in de Schipholtunnel stokte en stopte m’n trein. Een conducteur stelde ons gerust: “Waarschijnlijk is er kortsluiting in de bovenleiding.” Na 5 kwartier gingen de treindeuren open. Via een nooduitgang klauterden we naar boven. We kwamen terecht op een doodlopende weg. Met bussen ging het naar Schiphol, daarna naar Amsterdam. Na 5 uren was ik nergens gekomen…

Op Amsterdam Centraal zocht ik een beetje ’troost’. Ik vermeed de chocola en ging bij de AKO naar boeken kijken. Het was eerder alsof een nieuw boek mìj aankeek: Het boek van vreugde. Een aanrader!

Het bevat gesprekken van de Dalai Lama en Aartsbisschop Desmond Tutu, toen Tutu een week bij de Dalai Lama op verjaardagsbezoek ging. Dàt is nog eens interreligieus!

  • 6

Dit boek van vreugde hèlpt bij het op weg gaan zoals Jezus bedoelt.

Tutu en de Dalai Lama maken onderscheid tussen heling en genezing (p.161, 162). Dat deed ik ook altijd als ziekenhuispastor. Dit wordt duidelijk bij die 10 genezen melaatsen uit het evangelie. Meteen werden 9 van de 10 weer ‘de oude’. Ieder gaat weer voor zich leven. Hun schietgebed is voorbij. Waar zijn solidariteit en dankbaarheid gebleven?

Slechts 1 van hen, 10% toont zich gehééld! Anders dan b.v. Trump zijn Tutu en de Dalai Lama geheelde mensen. Ondanks de littekenen van Apartheid in Zuid-Afrika en Ballingschap buiten Tibet zijn ze niet verbitterd. Ze leven in vertrouwen en vreugde. Evenals Paus Franciscus zijn het Mensen van Lachen, Mededogen! Het Gloria, de vreugde zet zich in hun leven voort.

  • 7

In verbondenheid met Christus is dit voor ieder van ons mogelijk, welke littekenen we ook hebben. En met zo’n 10% inzet van burgers, gelovigen en spirituele leiders heeft de mensheid tòch toekomst. Of niet soms?…

Wie niet alleen aan de buitenkant maar ook aan de binnenkant genezen is kan vertrouwend, geheeld leven en sterven. Tutu zegt: “De hemel is voor eeuwig een plek van nieuwe ontdekkingen. Als ik daar kom, dan zal ik zeggen: O God wat bent u mooi!…” Amen

 

 

OVERWEGING 6 NOVEMBER door Ari van Buuren

Hofkerk 6 november 2016; II Makkabeeën 7,1-2, 9-14; Lucas 20, 27-38

  • 1

Nu is het de tijd van prachtige herfstkleuren. Ooit schreef m’n vriend Geert Vroom, lid van de LWM en overleden in 2004, een gedicht over vallende herfstbladeren:

De wind onder de blaren

laat ze opspringen in

een cirkeldans

tot boven

waar zij

vandaan komen

en omlaag

zweven tegen

een achtergrond van

goud oranje rood bruin zwart

In het liturgisch jaar is het ook herfst. We vierden Aller-Heiligen en Aller-Zielen. Onze Hofkerk was vol denkbare en ondenkbare zielen van levenden en gestorvenen, verbonden door de eeuwige Adem van de Heilige Geest.

Deze twee feestdagen bepalen ons bij onze sterfelijkheid.

  • 2

Er zijn mensen, die sterven na een lang en voltooid leven. De dood kan ook via een ziekte of ongeluk inbreken. Soms verliezen we kinderen.

De ene keer zijn we een en al verdriet. Soms lukt het om dankbaar terug te kijken naar onze geliefde dierbaren. Misschien houden dankbaarheid en verdriet elkaar in evenwicht…

Soms vinden mensen nieuwe levenspartners. Anderen willen dat niet meer, want die ene is en blijft voor hen uniek en onvervangbaar.

Overigens hoorden we in het zondags-evangelie een curieus verhaal over een vrouw die achtereen zeven (!) echtgenoten overleefde. “Hoe zit dat dan later in de hemel?….” – luidt de ironische vraag aan Jezus. Straks meer daarover.

  • 3

Bij Allerzielen herdenken wij vooràl ons dierbare en nabije overledenen. Wij steken kaarsen voor hen aan. We bevelen hen en ons als hun nabestaanden aan – aan God en aan elkaar. Bij Allerheiligen staan we stil bij alle heiligen, bekend èn onbekend, ver weg en dichtbij. We danken God voor hen. De levens van alle heiligen tot en met een Moeder Theresa zijn zó veelkleurig. Pater Lars Frendel noemde zijn Oma’s òòk heiligen!

Grote èn kleine heiligen kunnen ons inspireren en bezielen.

  • 4

Oorspronkelijk was Allerheiligen een feest waarbij alléén Martelaren werden vereerd. Martelaren komen altijd en overal voor.

In het Romeinse Rijk werden de eerste christenen om hun geloof vervolgd  en in het Colosseum te Rome ter dood gebracht. En opnieuw worden – thans b.v. in het M.Oosten en in China – christenen vervolgd, verjaagd of gedood.

Zonet hoorden we een aangrijpend Joods martelaars-verhaal (II Makkabeeën 7). Om hun geloof zijn zeven broers en hun moeder door Griekse bezetters van Israël in de 2de eeuw vòòr Christus gemarteld en gedood. Maar ook zij geloven in het eeuwigheidsleven en de verrijzenis!

Details van hun gruwelijke martelingen zijn niet voorgelezen. Ze doen niet onder voor oorlogsbeelden uit Syrië en Mosul, en berichten over aanslagen en executies door IS. Geweld is van alle tijden. Martelaren stààn voor hun geloof, ze vluchten niet, zijn vergevingsgezind; ze delen en geven hun leven.

  • 5

De eerste christelijke martelaar was Diaken Stefanus Handelingen 6 en 7). Psalm 17 is hem op het lijf gescheven. Terwijl hij gestenigd wordt bidt hij voor zijn beulen: “Heer Jezus, ontvang mijn adem, mijn geest. Reken hun deze zonde niet toe.” Groots!

Deze zomer bezochten wij de Romaanse kerk in Waha, in de Ardennen. Daar zijn zes moderne aan Stefanus gewijde ramen van Folon. In raam vier wordt de steniging van Stefanus verbeeld. Folon liet zich daarbij inspireren door wat Gregorius van Nyssa (335-ca.395) zegt: “De hagelbui van stenen gaf de martelaar de indruk van zachte sneeuwvlokjes.”  Stenen worden als sneeuwvlokjes?! Hoe kàn dat?

Dit is zó’n diepe spirituele ervaring van transformatie, bekend van meerdere martelaren of gijzelaars. Ze doorstaan het allerergste. Ze treden soms uit hun lichaam. Ze ervaren eeuwigheid…

De Deense fotograaf Daniel Rye werd 13 maanden gegijzeld door IS. Zo heet ook het pas verschenen boek daarover. “Natuurlijk herinner ik me het martelen, maar vooral ook hoe we samen gymnastiek deden, dat we Risk speelden en schaakten, lezingen voor elkaar hielden. Ik kan nu proberen uit te leggen dat de wereld heel erg slecht is, maar dat mensen fantastisch zijn. Ze kunnen zich aanpassen aan elke situatie, op een waanzinnige manier.”

  • 6

Wat kunnen wij nu met dit alles? Allerheiligen en Allerzielen maken ons bewust van èchte en dagdagelijkse verbondenheid met elkaar in verdriet, dankbaarheid en inspiratie.

Martelaren kunnen ons inspireren en creatief maken. Onze kerk heet toch niet voor niks naar de 19 Martelaren van Gorcum?! De Geuzen waren woedend dat protestantse martelaars waren verbrand. Op 9 juli 1572 doodden zij daarom 19 monniken en priesters. Die zijn in 1867 door Paus Pius IX heilig verklaard. In 2017 is dit 150 jaren geleden.

Dit willen we daarom dan gaan vieren. Het moet een feest worden van ons als Hofkerk-gemeenschap. Om een open kerk te zijn in buurt en stad. Om een halt toe te roepen aan verharding en polarisatie in de samenleving. We willen mensen verbinden met elkaar!

Martelaren zoals Etty Hillesum (†1943), Dietrich Bonhoeffer (†1945), Martin Luther King (†1968), Oscar Romero (†1980) en Pater Frans v.d. Lugt (†2014) verbonden altijd mensen met elkaar. Mensen als zij geloofden hoe dan ook in compassie, in verrijzenis, in de vereeuwiging van hun leven door God. Het motiveerde hen. Opstanding maakt opstandig tegen onrecht…

  • 7

Tenslotte nog dat curieuze evangelie-verhaal over een vrouw die achtereen zeven echtgenoten overleefde. De Sadduceeën, die de verrijzenis loochenen, leggen Jezus deze onwaarschijnlijke casus voor. Toen golden de sociale wetten van het leviraatshuwelijk: sterft de man van een vrouw kinderloos dan moet een broer haar trouwen. In deze casus overkomt dit een vrouw 7 keren. “Meester, van wie van die 7 mannen is zij bij de verrijzenis de vrouw?”

In taal van toen zegt Jezus dat in de eeuwigheid niet meer wordt getrouwd. Gods wereld is een wereld van liefde. Geloof en hoop lopen daarop vooruit. Anders gezegd: de liefde van de Eeuwige is Eeuwige Liefde. Exclusieve relaties zijn voorbij. God zal alles in allen zijn…

Lieve mensen-van-God: het is herfsttijd, tijd van de veelkleurige herfstblaren. Het gaat om de passie van leven, liefde en dood. Ik heb lang niet alles goed onder woorden kunnen brengen….

Een van de namen van God is: ‘Ik Zal Er Zijn’. Die naam gaat de LWM nu bezingen. Amen

 

 

OVERWEGING 4E ZONDAG VAN DE ADVENT door Ari van Buuren

ADVENT IV 18 dec. 2016 – Jesaja 7,10-14; Matteüs 1,18-24

  • 1

“Laten we Kerst eens ànders gaan vieren”, zei Hiekelien van den Herik hier eergisteren. Zij is verteller bij het jonge vrouwen-Ensemble Lumaka dat 16 december optrad. Ze musiceerden prachtig rond Kerstliederen (uit het Interbellum). Hiekelien vervolgde: “Laten we met Kerst nou ‘s niet 2 dagen vrede, maar 2 dagen oorlog doen. Ja – en dàn: 363 dagen vrede per jaar!..” Een verrassende omkering! Jaarlijks 182x (!) meer vrede dan oorlog…

  • 2

Zondag 4 december arriveerde ik met mijn dochter Sanne in Beirut, de hoofdstad van Libanon, buurland van Syrië en van Israël. Zij woonde daar van 2000 – 2003, waar ik haar toen 2x bezocht. Nu wilden wij Maya, m’n 17-jarige kleindochter bezoeken, die daar thans verblijft.

Vòòr we naar Libanon vlogen vroeg iemand ons een naaimachine mee te nemen voor het Syrische vluchtelingenkamp: Bukra Ahla. Dat betekent: For a Better Tomorrow… Opeens werd het méér dan familiebezoek. Het werd een missie naar dit kamp in Beirut, een van drie kampen opgezet vanuit Brussel door de NGO SBOverseas.

We moesten een school voor vluchtelingenkinderen en een vrouwencentrum bezoeken. Wat zou het ons dòen?…

 

Velen van u leefden meteen mee. Op Eerste Advent was hier een spontane deurcollecte, die we meenamen naar Bukra Ahla. Terwijl we er waren werd er bij de Vesper en de Filmavond ook voor gecollecteerd. Hartverwarmend!

  • 3

Zo vlogen we hoog aan de hemel naar Istanbul en van Istanbul naar Beirut. Op 10 km hoogte kun je denken aan het ‘Rorate Caeli’. Dit zingt ons Dames– en Herenkoor vandaag aan het begin en eind van de Eucharistie-viering.

Dat is een Gregoriaans lied over hemelen vol dauw. Rorate Caeli wil zeggen: ‘Stel je toch eens voor, dat uit de hemel een Régen van Gerechtigheid zou stromen!’ – deze poëzie van de profeet Jesaja wordt de eeuwen door op Vierde Advent gezongen.

 

Maar: is dit geen bizarre fantasie, ijdele hoop, domme dagdromerij? Vrede en gerechtigheid zijn vèr, heel ver te zoeken in een stad als Aleppo in Syrië. Er is al méér dan 5 jaren jaarlijks méér dan 182x méér oorlog dan vrede.

De kinderen daar kunnen niet eens meer huilen, meldde gisteravond de website van de NOS. Anders dan wij leven zij in een wereld in doodsnood.

Kùnnen de mensen in het M. Oosten nog wel hopen, dromen, zingen?

Beirut ligt aan de Middellandse Zee. In het Oosten van Libanon ligt de grens met Syrië, òòk vlakbij Isis-gebieden. Het is een grens als een gatenkaas. Ik hoorde en proefde de angst: zal Isis op zijn vlucht bij ons binnensluipen? Dat hoorde ik van 4 zegslieden: een moslim, een druus en twee christenen, die ik mocht interviewen.

  • 4

In Bukra Ahla troffen we 2 vluchtelingen uit Aleppo in de leiding aan: een als project-manager en een als school-directeur. Mijn dochter fluisterde zachtjes in mijn oor: “Papa, wat zie je een leed in hun ogen…” Tòch vinden deze Syrische vluchtelingen de power om ‘hun’ kinderen te helpen.

Het kleine Libanon met 5-6 miljoen inwoners heeft 2 miljoen vluchtelingen in zijn midden: sinds jaar en dag een half miljoen Palestijnse ballingen, en nu ruim1½ miljoen Syrische vluchtelingen. Ze behartigen dat, ze redden ‘het’.

Waar halen wij in Nederland dan het recht vandaan op klagen of zelfs woede over veel of zelfs te veel vluchtelingen in ons midden?…

  • 5

In het M. Oosten, in de tijd toen Jezus daar geboren werd, was het niet veel beter dan nu. Onderdrukking, bezetting en discriminatie waren aan de orde van dag. Zwanger en wel zong Maria dààrom haar Magnificat als een protest-lied. Haar Kind zal immers ‘Immanuël’ heten: God-met-ons!

Maria zingt klip en klaar, dat het afgelopen moet zijn met macht en honger en armoede. For a Better Tomorrow! Samen met God realiseren we dat.

Maar: ìs dat zo??

Na de geboorte van Jezus, na de allereerste Kerst zijn alle jongetjes van 2 jaar en jonger vermoord in Bethlehem. Jozef ontsnapt met Maria en de Jezus-baby aan deze dodendans – dankzij een engel die hem in een droom zegt dat zij moeten wegvluchten!

De Heilige Familie vluchtte naar Egypte zoals thans kapotte families van Syrië naar elders vlucht(t)en: naar Europa, naar Amsterdam, naar Beirut.

  • 6

Vandaag is het de laatste, vierde Adventszondag vòòr Kerst. Het is bijzonder dat ik vandaag mag vertellen over ons bezoek aan Libanon. Op de website van onze Hofkerk vertel ik meer.

Laat ik nog enkele dingen kort aanduiden. Leven mag geen leven heten zonder muziek en dromen. Vluchtelingen van Maria t/m vandaag tonen dat. Dag en nacht hebben wij muziek en dromen nódig!

Dat ontleen ik ook aan het Evangelie van Advent en Kerst. Het Evangelie volgens Matteüs begint met 5 dromen! Het Evangelie volgens Lucas met 5 liederen! Dromen begeleiden de Wijzen uit het Oosten één maal en Jozef zelfs vier maal! En verteld wordt over één lied van engelen, twee zingende vrouwen (Maria; Hanna) en twee zingende mannen (Zacharias; Simeon).

Maria is de Vrouw van het Lied, Jozef is de Man van de Droom. Zo maakt God hen, ons als vrouwen van het lied en mannen van de droom creatief.

  • 7

Maar in ònze samenleving gebeurt er iets geks. “Op dit moment grijpen veel mensen naar woede als substituut voor verdriet” – dat zei deze week de Amerikaanse rechtsfilosofe Martha Nussbaum, op rondreis door ons land ter presentatie van haar nieuwe boek ‘Woede en vergeving’.

In Beirut en in het kamp kwam ik nauwelijks woede tegen. Vluchtelingen-kinderen zag ik kwetsbaar en met een open blik, zó ontvankelijk voor tekeningen uit de klas van mijn 11-jarige kleinkinderen, zó dankbaar en ongelofelijk leer-gierig.

En ik sprak Wadiaa, een jonge professor in Educatie. Zij vertelde me over haar oude ouders in Zhale in de Beka-vallei. “Isis bevindt zich 10km bij hen vandaan. En als ik naar ze toerijd om hen te bezoeken zet ik Taizé-muziek aan…”

“Heb je nog wel hoop?” vroeg ik. “Natùùrlijk heb ik Hoop” zei ze.

En wij? Is onze hoop goedkoper?…

 

 

 

GEBED OM BERLIJN

 

Eeuwige God,
Duisternis overvalt ons hier in Berlijn.
Dood en verderf rijden het leven binnen
te midden van een zee van licht.
Lichamen verwoest, zielen versplinterd.
Een mensenleven is niet in tel.
Het vrolijke licht van de kerstmarkt plotsklaps verdwenen.
Geen licht meer te bespeuren.
De vreugde verstomd.
Een donkere nacht valt mensen ten deel.
God, ontferm U over de getroffenen
en allen die bij hen horen en een plaats hebben in hun hart,
ontferm U over allen voor wie het duister is
te midden van het licht van alles wat aan Kerst herinnert.
Eeuwige God, 
Geef ons niet prijs aan cynisme en rancune,
aan wanhoop en machteloosheid,
die het leven aantasten en schraal maken.
Maar laat U niet onbetuigd met uw Woord van vrede,
opdat mensen omkeren van wegen van geweld,
ook van wegen in naam van hun god.
En kom in déze wereld, zoals deze vandaag is,
ontbreek niet aan ons leven en dat van deze wereld,
en geef ons uw licht om te leven de duisternis voorbij.