Vierde gastspreker – Cornell Evers – 26 maart 2017
Illustratie: Icoon, gegeven aan de zusters van Notre Dame de Namur
door acteur Martin Sheen. Kunstenaar Rev. Bill McNichols, SJ.
Zuster Dorothy Stang, martelaar voor de Amazone
Verkondiging in de Hofkerk, (Parochie Heilige Martelaren van Gorkum) Amsterdam
26 maart 2017, Vierde Zondag van de Veertigdagentijd, door C. Cornell Evers uit Amsterdam.
“A morte da floresta é o fim da nossa vida”
“De dood van het woud is het einde van ons leven”
Deze tekst stond te lezen op t-shirts die Dorothy Stang droeg, de zuster die streed voor rechtvaardigheid in het Braziliaanse Amazonegebied en daar in 2005 werd vermoord.
Afgelopen week was ik een aantal dagen in een trappistenklooster. Ik nam daar deel aan het getijdengebed. Wat mij daarbij onder andere opviel was hoeveel psalmteksten, zo lang geleden overgedragen, in een andere cultuur, in een andere geografische omgeving, als een spiegel zijn van onze moderne samenleving. Zo lees ik bijvoorbeeld in psalm 109:
er zijn woorden van haat om mij heen,
als een vijand geld ik – onverdiend.
Als dank voor mijn vriendschap vervolging:
en ik – mijn gebed was voor hen.
Kwaad voor goed betalen zij mij,
voor mijn genegenheid haat.
Het zijn regels uit het verleden die kunnen zo vertaald worden naar het heden. Als een mens vluchtelingen helpt, staat voor een interreligieuze dialoog, wordt hij of zij een “wegkijker” genoemd, een “moslimknuffelaar” of, cynisch in de stijl van de Nazi-retoriek, “gutmensch”.
Herkenning was er ook bij het bekende lied van Willem Barnard: “Een mens te zijn op aarde”.
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de dood aanvaarden,
de vrede en de strijd.
En in het laatste couplet:
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten,
Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.
Hé, dacht ik, dat is mijn overweging over zuster Dorothy Stang.
Mij is gevraagd om vandaag in het kader van “martelaarschap in de moderne tijd” iets te vertellen over deze zuster van de orde Notre Dame de Namur, die in 2005 is vermoord in het Braziliaanse Amazonegebied. Wat iemand precies tot martelaar maakt, daar heeft de kerk vast opvattingen over, toetsingsregels, maar die boeien mij niet. Ik kan mij wel vinden in hoe Armand Veilleux, abt van de abdij Notre-Dame de Scourmont in het Belgische Chimay, een klein jaar terug de monniken van Tibhirine herdacht in Monastiek Tijdschrift De Kovel.
Eenentwintig jaar geleden, in 1996, werden met Pasen zeven trappisten uit hun klooster in Tibhirine in Algerije ontvoerd en vermoord. Hun verhaal werd later verfilmd als ‘Des hommes et des dieux’. Armand Veilleux had de monniken gekend en schreef – ik vat het kort samen – : “Martelaarschap behoort toe aan mensen die met vallen en opstaan, het leerlingschap in de moeilijke en levenslange school van de broederlijke liefde aanvaarden. Wie dit doet, ontdekt vrij vlug dat hij geen supermens is. Bijgevolg zal hij ook het potentiële geweld in zichzelf erkennen. Niet de ander dient ontwapend te worden, maar de eigen persoon die – naar een woord van Christian (Christian de Chergé, de abt van Tibhirine) – “misschien wel af en toe in een kamer van gebed vertoeft, maar even vaak in het hol van een bandiet huist”. Samen met het ‘martelaarschap van de liefde’ is dit ‘martelaarschap van de (verloren) onschuld’ de voorwaarde om te werken aan een geweldloze wereld waarin de interreligieuze dialoog – de dialoog van het echte leven – vrucht draagt.”
“Tibhirine,” zo staat in de inleiding van het artikel, “kreeg de klank van het martelaarschap, maar dan het martelaarschap van de liefde, de onschuld en de hoop.”
Ik ben geen theoloog. Ik weet niet of er ook nog een ander martelaarschap bestaat; vast wel. Maar dit spreekt tot mij: “Het martelaarschap van de liefde, de onschuld en de hoop.”
De Tsjechische theoloog Tomáš Halík zegt in zijn boek “Geduld met God” dat God aanwezig is waar geloof, hoop en liefde zijn. Ik denk, ik weet zeker dat God ook daar aanwezig is waar liefde en hoop met onschuld samengaan.
De van oorsprong Amerikaanse zuster Dorothy Stang besloot al op jonge leeftijd dat ze haar leven als zuster van Notre Dame de Namur aan God wilde geven. Haar droom: Missionaris in China worden. Het werd Brazilië. Samen met vier andere zusters vertrok zij in 1966 naar dat land, waar ze in het stadje Anapu in de deelstaat Pará in het Amazonegebied arme boeren hielp een toekomst voor zichzelf en hun families op te bouwen.
Naarmate de jaren verstreken werd het werk geleidelijk gevaarlijker, voor de zusters én voor de boeren en hun gezinnen. Nadat de wereld de enorme mogelijkheden van de natuurlijke hulpbronnen van de Amazone had ontdekt, namen houthakkers, veeboeren, speculanten en landbouwbedrijven het gebied in bezit. Dat gebeurde vaak illegaal en ten koste van de arme, kleine boeren en het regenwoud, dat duizenden hectaren na duizenden hectaren, werd vernietigd.
Het regenwoud van de Amazone is een van de grootste overgebleven onaangetaste bossen op aarde. De oorspronkelijke bomen en vegetatie vormen samen 40% van alle tropische regenwouden in de wereld. Het bos bevat 50% van alle plantensoorten van de wereld en is thuis voor 25 miljoen mensen, inclusief honderden inheemse volken. Bovendien loopt 20% van het zoete oppervlakte water van de wereld door het stroomgebied van de Amazone.
Zuster Dorothy begreep dat het regenwoud een cruciale rol speelt in de uitwisseling van gassen tussen biosfeer en atmosfeer, en het belang van dit proces voor de klimaathuishouding van de wereld. Ze zag echter ook de vernietiging van deze natuurlijke hulpbron, die zo essentieel is voor hen die er leven én voor de toekomst van de planeet. Ze zag het bos geplunderd en de mensen uitgebuit worden door illegale houtkap, landzwendelaars en veeboeren.
Activisten voor een duurzame toekomst van het Amazonegebied worden vaak gezien als mensen die de ontwikkeling en economische groei tegenhouden. Zij zijn een sta-in-de-weg van grootgrondbezitters en industriëlen die weinig op hebben met de milieuwetgeving en die bij hun illegale praktijken vaak worden geholpen door lokale politici. Voeg daarbij een milieupolitie die te weinig macht heeft om echt een vuist te maken en overheden die misdaden tegen het milieu achteraf legaliseren en ziedaar: een wetteloos land waar intimidatie, bedreiging en, in toenemende mate, moord aan de orde van de dag zijn.
Zuster Dorothy zette zich in voor de mensen van Pará. Ze zette zich in voor de bescherming van het regenwoud door het stimuleren van duurzame landbouwtechnieken. Houtbedrijven, landzwendelaars en grootgrondbezitters in het gebied zagen haar in toenemende mate als een bedreiging van hun belangen. Eind jaren negentig stond haar naam voor het eerst op een dodenlijst.
Elk jaar opnieuw is een groot deel van de sterfgevallen in het gebied, ongeveer eenderde daarvan, terug te voeren op de moorden – vaak zijn het huurmoorden – op strijders voor mensenrechten, milieuactivisten en kleine boeren. Het doel van deze moorden op bestelling is het uitbannen van het verzet tegen het kappen en verbranden van het woud, zodat er sojaplantages en weidegronden voor in de plaats kunnen komen. Ook worden zo personen uit de weg geruimd die volgens de opdrachtgevers een te grote invloed zouden hebben op de kleine boeren. Deze laatsten, de boeren, durven zich vervolgens uit angst niet te verzetten en vrij te maken uit de schuldencirkel, een vorm van slavernij, waarin velen van hen verstrikt zijn geraakt.
Op 12 februari 2005 stopten twee gewapende mannen Dorothy Stang op een onverhard bospaadje, terwijl ze op weg was naar een vergadering van kleine boeren. In antwoord op hun bedreigingen pakte de zuster haar zakbijbeltje uit haar tas en las hardop de zaligsprekingen uit het evangelie van Matheus: “Zalig zijn de armen…” Het tweetal schoot haar daarop met zes kogels van dichtbij dood.
Volgens het openbaar ministerie vormden haar voortdurende aanklachten tegen de slavenarbeid in het gebied het motief voor de moord. Niet haar Christelijk geloof was dus de aanleiding voor de moord. Maar maakt haar dat minder een martelaar?
“In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God,” lezen we in het allereerste vers van het evangelie volgens Johannes. En verderop: “Ja, het Woord is vlees geworden!” Johannes heeft het hier natuurlijk over Christus. Maar voor mij kunnen deze woorden (ik heb u eerder gezegd: ik ben geen theoloog) ook van toepassing zijn op mensen die weliswaar niet direct om het leven zijn gebracht omdat zij Christen waren, maar wel omdat ze leefden naar het Woord. Ik heb het over de zalige Nederlandse pater karmeliet Titus Brandsma. Ik heb het over de eveneens zalig verklaarde Salvadoraanse bisschop Oscar Romero. En ik heb het over zuster Dorothy Stang. God is aanwezig waar geloof, hoop en liefde zijn; en onschuld. Het Woord is vlees geworden, ook in haar: Zuster Dorothy Stang, martelaar voor de Amazone.
Meer weten over Dorothy Stang? Kijk dan de documentaire The Student, The Nun & The Amazon van filmmaker James Newton.